‘Een kleine corporatie heeft minder kritisch vermogen’ - interview Richard Hijlkema, RvC-voorzitter St. Joseph over toezicht en fusie kleine corporatie

Woningstichting St. Joseph in Stramproy telt - inclusief directeur - vier personeelsleden en heeft nog geen 500 woningen. Richard Hijlkema deelde tijdens de VTW-bijeenkomst over toezicht op kleine corporaties (<1000 vhe) zijn ervaringen als RvC-voorzitter en over de voorgenomen fusie met Woningvereniging Nederweert.

Tekst: Lisette Vos

Richard Hijlkema is sinds een jaar RvC-voorzitter van St. Joseph, samen met twee andere RvC-leden houdt hij toezicht op de kleine corporatie. ‘De betrokkenheid van de RvC bij een kleine corporatie is groot. We weten wat er speelt. Een kleine organisatie heeft tegelijkertijd minder kennis in huis en minder kritische vermogen. Dat kritische vermogen moeten we als RvC organiseren. We zijn meer een klankbord.’

Volgens Hijlkema die als consultant onder meer voor (grotere) corporaties heeft gewerkt, fungeert de RvC als klankbord voor de bestuurder van St. Joseph bij de uitwerking van de visie, doelstellingen en financiële vertaling daarvan. Dit gaat verder dan alleen de planning van projecten voor het komende jaar. Kort samengevat: wat willen bereiken, wat moeten we daarvoor doen en wat gaat het ons kosten? ‘Niet elke kleine corporatie is gewend om zo te werken. We moeten als RvC scherper toezien op de keuzes die de corporatie maakt.’ 

Kwetsbaar
Een kleine corporatie is bovendien kwetsbaar, stelt Hijlkema. Dat is de reden dat St. Joseph een intensieve samenwerking heeft met Woningvereniging Nederweert. ‘We zijn als St. Joseph financieel gezond, en we plannen ook nieuwbouw, dus we zijn goed bezig. Maar als de administrateur bijvoorbeeld uitvalt, kan de technisch onderhoudsman dat niet oplossen. Nu hebben we de achtervang met Nederweert geregeld.’

St. Joseph en Nederweert (met ruim 1500 vhe) hebben een volgende stap gezet: in juni van dit jaar hebben beide corporaties de intentieverklaring om te fuseren ondertekend. Uit onderzoek blijkt dat de gefuseerde corporatie op de middellange termijn beter kan inspelen op de volkshuisvestelijke opgaven in de regio: niet alleen nieuwbouw, maar ook de verduurzaming van de woningen. Ook kan de kwaliteit van de dienstverlening aan de huurder worden verbeterd.

Fusietraject
Beide RvC’s werken in een stuurgroep nauw samen om de fusie verder voor te bereiden. In dit traject hebben beide RvC’s een gezamenlijke bijeenkomst over de kenmerken en valkuilen van goed toezicht gehouden (en PE-punten behaald). Dat mes snijdt aan twee kanten: het bespaart kosten en ze leren elkaar beter kennen. ‘Dat kan ook een voordeel zijn, voor diegenen straks mogelijk in één RvC gaan samenwerken.’

Iedere euro
Het fusietraject tussen de woningstichting en de woningvereniging is intensief. Volgens Hijlkema komt het in de eerste plaats aan op vertrouwen. ‘Het moet een goed verhaal zijn voor onze huurders. Als het nodig is, moeten we over onze eigen schaduw heen kunnen stappen. We moeten onze ogen niet sluiten voor de lange geschiedenis van beide corporaties en de bijbehorende sentimenten, maar de feiten zijn helder. Iedere euro moeten we zo goed mogelijk aan de huurder besteden. Met de fusie zijn we toekomstbestendig.’

Energietransitie
Voor de corporatie met ruim 2000 vhe (die op 1 juli 2021 rond moet zijn) ziet Hijlkema de energietransitie als grootste uitdaging. ‘Welke strategie moet je volgen? Kies je nu al voor forse investeringen om stappen te maken? Of wacht je liever op technologieën die straks goedkoper worden? Maar je moet een visie hebben: bij de afwegingen moet je ook de nieuwbouw meenemen. We hebben na de fusie meer slagkracht, maar dit wordt echt een uitdaging.’

Meer informatie:

Nieuwsbericht St Joseph en Nederweert over voorgenomen fusie


Terug