Toezicht in de praktijk: volkshuisvestelijke vraagstukken - Casus 12: Ruzie om de fusie... en wie gaat er eigenlijk over?Jan de Windt is onlangs benoemd tot directeur van Woongemak een middelgrote woningcorporatie in een plattelandsgemeente. Na zes weken informeert hij de RvC met een eerste notitie waarin hij zijn bevindingen rapporteert. De kern van het verhaal is dat hij geschrokken is van de kwaliteit van de organisatie en ook dat de professionaliteit van enkele medewerkers op sleutelposities hem erg is tegen gevallen. Hij kondigt verder aan een fusietraject met een corporatie in een naburige gemeente voorlopig in de ijskast te willen zetten. De voorzitter van de RvC ontploft, stelt dat daarvan geen sprake kan zijn en dat de hele RvC van Woongemak dan voor paal staat. In de ogen van de RvC van de collega-corporatie, in de ogen van de wethouder en zo kan hij er nog wel een paar noemen. Jan de Windt zegt zich dat goed te realiseren, maar dat doorzetten in het voorgenomen tempo tot een puinhoop zal leiden. Slecht voor twee organisaties en zeker voor de huurders. Hij krijgt de RvC echter niet overtuigd. De raad eist dat het traject onverkort en eerder sneller dan langzamer doorgaat. Wat gebeurt hier? Terug naar de casus Formeel kan de RvC geen bestuursbesluit afdwingen of opleggen (de raad heeft daartoe formeel geen bevoegdheid, te vergelijken met de eigenaar van de Titanic), maar de bestuurder van Woongemak heeft hetzelfde dilemma als de kapitein van de Titanic: ook Jan de Windt is bang zijn proeftijd niet door te komen als hij de RvC negeert, maar als hij doorzet kan hij verantwoordelijk worden voor een debacle. De Titanic metafoor is niet bedoeld als pleidooi om onmiddellijk het standpunt van de nieuwe directeur te omarmen. Evenmin is het een goede zaak dat de RvC er direct overheen walst en geen vragen stelt, maar een opdracht op tafel legt. Een heroverweging met een goede analyse van de situatie zou zeker op zijn plaats zijn en een verstandige directeur zou dat hebben aangekondigd. De belangrijkste les is dat de raad plannen, besluiten en bestuursvoornemens beoordeelt op inhoud. Daarbij is van belang dat de leden goede vergader- en vraagtechniek te hanteren, waarbij het niet gaat om het winnen van een debat, maar om het komen tot een goede oordeelsvorming. Cruciaal is dat bestuurders en commissarissen de juiste instelling hebben om tot een evenwichtig besluit te komen. Iemand die zich belangrijker voelt dan de ander, gaat al snel de fout in. Ter aanvulling Koos Parie en Gerard Erents Dit is de 12e casus in een nieuwe reeks 'Toezicht in de praktijk' over governance in de volkshuisvesting. De VTW heeft twee handreikingen gepubliceerd waarin eerdere casussen zijn besproken. Handreiking Toezicht in de praktijk: 15 cases Handreiking Toezicht in de praktijk: volkshuisvestelijke vraagstukken 12 nieuwe cases |