‘Kritische houding RvC-leden heeft schaduwkanten’ - Promotieonderzoek Irene Mostert (DNB/RUG) naar cultuur en gedrag in de bestuurskamer

RvC-leden moeten kritisch toezicht houden op het bestuur, maar die kritische houding heeft potentieel ook schaduwkanten. Zo kan hun adviesrol onder druk komen te staan. Dat stelt Irene Mostert in haar promotieonderzoek naar cultuur en gedrag in de bestuurskamer, uitgevoerd in opdracht van de Rijksuniversiteit Groningen en de Nederlandsche Bank.

(Tekst: Lisette Vos)

Het proefschrift Nose in, Fingers out: Essays on Board-Governance Effectiveness bestaat uit drie deelonderzoeken in verschillende sectoren, waaronder de financiële en de corporatiesector. Volgens onderzoeker Mostert is toezicht mensenwerk. ‘We moeten de harde kant, de formele regels van het toezicht, niet loslaten. Maar de dynamiek tussen mensen speelt in de bestuurskamer evengoed een belangrijke rol. Die rol is vaak nog onderbelicht.’

Van RvC-leden wordt verwacht dat zij kritisch toezicht houden op het bestuur, zeker na de misstanden in de financiële sector, maar ook in de corporatiesector. Die kritische houding kan echter spanningen opleveren en de onderlinge verhoudingen in de bestuurskamer op scherp zetten. Mostert: ‘Als er geen vertrouwen is, zullen bestuurders commissarissen minder snel om advies vragen. Terwijl die klankbordrol minstens zo belangrijk is als de toezichthoudende rol.’

Psychologisch veilig werkklimaat
Volgens de promovenda speelt de sociale context een belangrijke rol bij effectief toezicht. Zo is een psychologisch veilig werkklimaat van groot belang, blijkt uit haar onderzoek. ‘Is er geen veilig klimaat in de bestuurskamer, dan kan een kritische houding van een commissaris negatieve gevolgen hebben, ook voor de onderlinge relaties tussen de RvC-leden. Een kritische houding kan tot minder status in de groep leiden. Als een commissaris niet meer de ruimte voelt om zich uit te spreken, dan kan hij of zij eerder geneigd zijn om op te stappen.’

Rol van de voorzitter
De rol van RvC-voorzitter is cruciaal om een psychologisch veilige werkklimaat te bewaken, stelt Mostert. Vaak wordt gezegd dat een dominante bestuurder tegenwicht nodig heeft van een krachtige RvC-voorzitter. ‘Maar het is belangrijk dat de voorzitter juist ook de onderlinge relaties in de gaten houdt. We noemen dat participerend leiderschap. Komt iedereen aan het woord, kan iedereen zijn of haar mening geven? Daar moet de RvC-voorzitter scherp op zijn.’

Zelfevaluatie
Tijdens een deelonderzoek heeft Mostert gebruik gemaakt van een tool (Boardresearch) om het werkklimaat en de onderlinge relaties in de bestuurskamer in kaart te brengen. Deze methode, ontwikkeld door het Strategic Management Centre in Laren, is heel goed te gebruiken tijdens de jaarlijkse zelfevaluatie van de RvC. ‘Op deze manier krijg je inzicht in wat er in de RvC echt speelt. Bijvoorbeeld of er RvC-leden zijn die zich niet durven uit te spreken, of dat de één een actie van een RvC-lid heel anders beoordeelt dan een ander.’

Ga in gesprek
Een belangrijke aanbeveling van Mostert luidt dan ook: ga met elkaar in gesprek, bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse zelfevaluatie. ‘De sociale context in de bestuurskamer is van groot belang. Is er in de RvC een psychologisch veilig werkklimaat, waarin voor iedereen ruimte is om zijn of haar (kritische) bijdrage te leveren? Neem de tijd om daarover van gedachten te wisselen. Dat komt effectief toezicht alleen maar ten goede.’

Toezicht met Passie
Volgens VTW-directeur Albert Kerssies sluit het onderzoek van Mostert mooi aan op de beweging Toezicht met Passie. ‘De VTW heeft vanuit deze beweging ook nadrukkelijk oog voor de dynamiek in de bestuurskamer en neemt de nieuwste wetenschappelijke inzichten hierin graag mee. De conclusies en aanbevelingen van Irene Mostert vormen een welkome aanvulling.’

Meer informatie:

Het proefschrift Nose in, Fingers out: Essays on Board-Governance Effectiveness van Irene Mostert is hier te lezen (Engelstalig)


Terug