Toezicht in de praktijk: governance in de volkshuisvesting - Casus 10 De mythe van het vermogen…. en dat moet elke commissaris uit kunnen leggen

Op een verjaardagsfeestje wordt Evert Pennings aangesproken door zijn broer. “Die woningcorporatie van jou is wel een goudmijntje zeg. En jij hebt het altijd over die sociale prestaties”. Op de vraag wat hij nou precies bedoelt, pakt Everts broer een magazine en laat het hem zien. Het is het bewonersblad van Woonbest, een corporatie met 4000 woningen, waar Evert op voordracht van de huurders commissaris is. Op de achterkant staat een keurige infografic met grafieken en getallen en inderdaad staat aangeven dat het bedrijfsresultaat in 2019 ruim 45 miljoen Euro was. Zijn broer wijst nog op een ander cijfer: er is 200.000 euro uitgegeven aan leefbaarheid. “Lekker sociaal”, wrijft hij er nog eens in. Evert rekent snel uit dat de jaaromzet ongeveer 24 miljoen was (12 x 500 x 4000) en dat het dus anders in elkaar moet zitten, maar krijgt z’n broer niet echt overtuigd.

Wat doet Evert?
In de eerste plaats kijkt hij goed naar zichzelf. Hij realiseert zich dat hij als commissaris toch minstens het financiële overzicht in het bewonersblad zou moeten kunnen uitleggen. Weliswaar heeft hij geen financiële achtergrond, maar een zekere basiskennis mag van iedere commissaris worden verwacht. Dat staat in de profielschets en daar is Evert het ook van harte mee eens, maar kennelijk schiet hij hierin tekort. Hij neemt zich voor zich in te schrijven voor een masterclass De financiële wereld van de woningcorporatie en vooraf de korte online versie te bekijken. De site van de VTW-academie geeft hierover de nodige informatie. Verder vraagt hij zich af of het verstandig is deze cijfers – die kennelijk meer misverstanden dan duidelijkheid opleveren - zonder enige toelichting in een publicatie op te nemen. Hij besluit hier de volgende keer in vergadering van de RvC op terug te komen en met de voorzitter contact op te nemen dit te agenderen.

Hoe ging het verder?
Tijdens de bewuste vergadering vertelt Pennings kort over de discussie met zijn broer. Overigens gaven drie van de vier andere commissarissen met enige schroom eerlijk toe het bewonersblad zelden of nooit in te kijken. De directeur(bestuurder) vraagt als eerste het woord en licht toe dat het hoge getal wordt veroorzaakt door de opwaardering van het vastgoed – gebaseerd op het door de overheid vastgestelde en verplicht te hanteren handboek – en dat die opwaardering als positief resultaat in de winst- en verliesrekening moet worden opgenomen. Daarom geeft een kasstroooverzicht een veel duidelijker beeld en geeft het inzicht in de geldstromen van de exploitatie, de investeringen en de financieringen. Dat mooie resultaat van 45 miljoen euro heeft dus niets te maken met geld dat binnenkomt en weer uitgegeven kan worden. Het meeste geld zit in de stenen, zoals dat zo mooi heet.

Ook de directeur trekt het boetekleed aan. Hij legt uit dat de corporatie verplicht is de marktwaardering  op de balans te zetten en waardeveranderingen opgenomen moeten worden in de winst- en verliesrekening, maar dat publicatie zonder goede toelichting tot grote misverstanden kan leiden en dat veel corporaties laten zien hoeveel huur en binnenkomt en waaraan dat bedrag allemaal wordt besteed.

Van de RvC kreeg de directeur nog een leerpunt mee. Realiseer je dat de medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de voorlichting aan bewoners dit onderwerp dus niet goed in de vingers hebben en daar ook op aangesproken kunnen worden. De directeur gaf aan daar zeker wat mee te doen.

Evert Pennings was blij dat zijn overleg met de huurdersorganisatie pas de week er na stond gepland. Hij was niet graag onvoorbereid met dit financiële plaatje geconfronteerd. Om verder goed geïnformeerd te zijn over de financiële positie en beperkingen van de corporatie besloot hij het recente rapport “Opgaven en middelen corporatiesector” nog eens goed te bestuderen. Jammer dat hij de regiobijeenkomst van de VTW over dat onderwerp had gemist. Hij nam zich voor daar in de toekomst alerter op te zijn. Bij de andere commissarissen kwam het lezen van het bewonersblad hoog op het lijstje van goede voornemens.

Koos Parie & Gerard Erents

Dit is de 10e casus in een nieuwe reeks 'Toezicht in de praktijk' over governance in de volkshuisvesting. De VTW heeft twee handreikingen gepubliceerd waarin eerdere casussen zijn besproken.  

Handreiking Toezicht in de praktijk: 15 cases

Handreiking Toezicht in de praktijk: volkshuisvestelijke vraagstukken 12 nieuwe cases


Terug