Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten

In verband met de coronacrisis heeft het parlement de Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huuroverenkomsten aangenomen. De Tweede Kamer debatteerde op 15 april over de spoedwet en stemde op 16 april; de Eerste Kamer debatteerde op 21 april en stemde nog dezelfde avond over de wet. 

Inhoud spoedwet
De spoedwet werd verdedigd door minister Ollongren, die na een ziekteverlof van bijna zes maanden weer terug is als minister van Binnenlandse Zaken. In wet wordt geregeld dat huurders eenzijdig om een verlenging van maximaal drie maanden kunnen vragen als hun huurovereenkomst na 12 april 2020 en vóór 1 juli 2020 afloopt. Verhuurders kunnen ook verlengen, maar alleen met instemming van de huurder. Tot nu toe kon een tijdelijk contract alleen omgezet worden in een contract voor onbepaalde tijd. Het gaat om tijdelijke huurcontracten in de zin van art. 271 eerste lid, tweede zin, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. De wet loopt tot uiterlijk 1 september 2020, maar kan verlengd worden als de corona-maatregelen langer voortduren. 

Debat Tweede Kamer: felle discussie over huurverhogingen en huisuitzettingen
De linkse oppositiepartijen SP, GroenLinks en PvdA willen verder gaan dan het wetsvoorstel en huren tijdelijk bevriezen en een verbod op huisuitzettingen. Ook de PVV is het daarmee eens en vindt bovendien dat nog veel te veel woningen aan statushouders worden toegewezen. De oppositiepartijen stellen dat de coronacrisis de al bestaande wooncrisis alleen maar verergert. Zij vinden huurverhogingen in deze tijd niet uit te leggen. 

De coalitiepartijen hebben een voorkeur voor maatwerk oplossingen in plaats van generieke oplossingen. Zij willen huurders helpen die het echt nodig hebben en in financiële problemen raken, maar dit geldt niet voor alle huurders. De minister geeft in haar beantwoording aan dat partijen afspraken hebben gemaakt over een gematigde huurverhoging. Bovendien wordt op allerlei manieren aan inkomensondersteuning gedaan. Ook zij gelooft meer in specifieke oplossingen dan generieke maatregelen. 

Wat de minister betreft moeten huisuitzettingen zo veel mogelijk voorkomen worden. Een verbod op huisuitzetting vindt zij te ver gaan, omdat dit nog wel mogelijk moet blijven bij criminele activiteiten of extreme woonoverlast.

Moties
Bij de stemmingen blijkt dat twee moties die de minister ontraadt, tòch door een meerderheid van de Kamer worden aangenomen: als eerste een motie van de ChristenUnie om een moreel beroep te doen op woningcorporaties om de voorgenomen huurverhoging uit te stellen én of dit ook voor de geliberaliseerde sector mogelijk is. Als Tweede een motie van GL en ChristenUnie om vaart te maken met een structurele aanpak om huisuitzettingen op grond van financiële problemen in de toekomst te voorkomen. 

Debat Eerste Kamer: motie voor huurstop aangenomen
Nadat de spoedwet is aangenomen 'aan de overkant', is het de beurt aan de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel wordt door de Senaat met algemene stemmen aanvaard. Senator Kox (SP) dient in het debat een motie in om een 'tijdelijke huurstop mogelijk te maken voor zowel de sociale sector als de vrije sector'. Deze motie wordt met steun van GL, PvdA, OSF (onafhankelijke senaatsfractie), 50Plus, FvD, PvdD, SGP en PVV aangenomen. 

Inwerkingtreding
De wet gaat, met terugwerkende kracht, in per 1 april 2020. Het ministerie heeft een stroomschema gepubliceerd over de aanpassing regels tijdelijke huurovereenkomsten. 


Terug