Toezicht in de praktijk: governance in de volkshuisvesting - Casus 3: 'Een uitmuntend jaar … maar voor wie eigenlijk?'

Zeker Wonen is een corporatie met een prima reputatie. Middelgroot en actief in een drietal kleinere gemeenten in de Randstad. Eind vorig jaar is de corporatie gevisiteerd en het rapport was – net als vier jaar geleden – weer bijzonder lovend. De stakeholders prezen de samenwerking, de gemeente kon zich geen betere partner in de volkshuisvesting wensen en ook de huurders liepen niet alleen weg met de directeur, maar waren oprecht tevreden met de geleverde prestaties. Het kon niet op in 2019.
De uitkomst van de jaarlijkse Aedes-benchmark liet zien dat Zeker Wonen ook hier allemaal hoge scores had. Mooi, hoge klanttevredenheid en lage beheerkosten. En aan het personeel zal het evenmin liggen. Het medewerkerstevredenheidsonderzoek liet daar geen enkel misverstand over bestaan. Fijne collega’s, top managers en prachtige ontplooiingsmogelijkheden. De accountant deed er nog een schepje bovenop en liet weten dat bij Zeker Wonen alles in control was en de risico’s goed in kaart waren gebracht inclusief de mogelijkheden deze te beheersen. En dat zat bij iedereen tussen de oren. Wat wil je nog meer?

Het jubelende jaarverslag in de RvC 
Het jaarverslag lag ter vaststelling – door de RvC – op tafel, opgesteld onder verantwoordelijkheid van de directeur-bestuurder. De commissarissen lazen een jubelend voorwoord en ronkende teksten over de prestaties, in lijn met wat hierboven beschreven staat. In het hoofdstuk verantwoording van de Raad van Commissarissen stond ook nog vermeld dat de raad in januari al over de nieuwe Governancecode 2020 had vergaderd en tot de conclusie was gekomen dat de raad zich daar helemaal in kon vinden en blij waren met een aantal verdere verbeteringen.

Alma de Wit is directeur van een grote scholengroep en pas drie maanden commissaris bij Zeker Wonen. Zij merkt op het ongepast te vinden om in deze tijd zo’n jubelende tekst over de eigen prestaties te schrijven. Bijna de hele raad valt over haar heen en zegt dat het juist heel goed is om je successen te etaleren. De voorzitter reageert minder kort door de bocht en vraagt of Alma haar standpunt wil toelichten.

Hoe ging dat verder?
Om te beginnen een compliment voor de voorzitter die de nieuwkomer in de raad serieus neemt, ook al heeft ze een, op het eerste gezicht, afwijkend oordeel. Als de voorzitter ook over haar heen was gewalst, is de kans groot dat de nieuwe commissaris zich gelijk buiten gesloten voelt. En dat gebeurt vaak, ondanks de fraaie teksten dat nieuwe inzichten zo welkom zijn.

Alma zegt met haar bewering niets af te willen doen aan de prestaties van de corporatie en de inzet van alle medewerkers, maar dat zij dat toch wrang vindt als bijna elke week in de krant staat dat er eigenlijk weer woningnood in het land is en dat heel veel starters en mensen met een middeninkomen niet aan een woning kunnen komen. Zelf weet ze dat als schooldirecteur van jonge leraren, die nog bij hun ouders moeten inwonen of niet naar de Randstad willen komen vanwege dit probleem. Ze gaat verder: 'Met interesse heb ik op de VTW-site gelezen over de beweging Toezicht met passie en de verwijzing naar de theorie van Wouter Hart waarin is beschreven dat we steeds de bedoeling voor ogen moeten houden en op moeten passen dat we de systeemwereld niet centraal stellen.'

Alma heeft hier zeker een punt: immers het verder verbeteren van een goede code, de benchmark etc. hebben allemaal meer te maken met de systeemwereld. Niks mee mis, zolang het bijdraagt aan de bedoeling. In het visitatierapport ontbreken de woningzoekenden in het lijstje stakeholders. En die horen toch echt wel bij de bedoeling. Natuurlijk heeft de Australische brandweer goed werk geleverd, maar de bossen zijn weg. Wel complimenten, maar liever geen feest!

Verder zou het signaal van Alma aanleiding moeten geven om kritisch te kijken naar de strategische keuzes die de corporatie maakt. Krijgt het aspect beschikbaarheid wel voldoende aandacht en kan er niet meer inzet en creativiteit worden geleverd om te bedenken hoe de doorstroming en de nieuwbouw kunnen worden versneld. Daarmee los je de woningnood in Nederland niet op, maar begin je wel bij jezelf.

Natuurlijk, een goed presterende corporatie verdient een pluim en tegen de wind in zeilen is moeilijk. Een pleidooi om daar in het jaarverslag expliciet aandacht aan te geven is wel op zijn plaats. Het goed etaleren die prestaties is één ding, maar benadrukken dat het met de volkshuisvesting niet de goede kant op gaat is zeker zo relevant. Zo’n stevige relativering zou bijvoorbeeld in het voorwoord zeker niet misstaan. Een bekende oud staatsecretaris zou nu gezegd hebben: in een mooi jaarverslag kun je niet wonen!

Koos Parie & Gerard Erents

Dit is de 3e casus in een nieuwe reeks 'Toezicht in de praktijk' over governance in de volkshuivesting. De VTW heeft twee handreikingen gepubliceerd waarin eerdere casussen zijn gesproken. 

Handreiking Toezicht in de praktijk: 15 cases

Handreiking Toezicht in de praktijk: volkshuisvestelijke vraagstukken 12 nieuwe cases


Terug