Hildegard Pelzer: 'Fusiedriehoek voor de RvC'Consolidatie in de volkshuisvesting blijft doorgaan. Menige RvC wordt dan ook geconfronteerd met de vraag wel of niet fusie. Dan begint een lastig traject, niet alleen wat de besprekingen tussen de fusiepartners en met de betrokken stakeholders betreft, maar ook wat het overleg in de eigen boardroom betreft. Over de dynamiek in de boardroom wil ik het hebben. Essentieel is de ervaren strategische noodzaak of wenselijkheid om te fuseren, bij de bestuurder(s) en met name bij de RvC. Zeker als het later in het traject moeilijk wordt, ligt hier de motivatie om hindernissen te nemen en – zo nodig – als RvC in te grijpen ten gunste van de fusie. Hobbels zullen er in meer of mindere mate altijd zijn. Die kunnen bij de organisaties en hun stakeholders liggen, denk aan aansluiting van ICT-systemen, verschillende culturen of activistische huurderorganisaties. Struikelblok kunnen ook belangen in de top zijn, met name bij bestuurders en commissarissen. Wie gaat het bestuur vormen? Moet er iemand afvallen? Wie gaat mee naar de nieuwe RvC en wordt voorzitter? En ook: ligt men elkaar en vertrouwt men elkaar? Met deze drie pijlers kunnen verschillende fusiesituaties worden getypeerd die het acteren van de RvC bepalen. Belang van ervaren strategische noodzaak of wenselijkheid Hier moet het objectiverende vermogen van de RvC zich bewijzen, want voor de bestuurder kunnen – al dan niet bewust – ook persoonlijke motieven spelen. Die kunnen een fusie remmen terwijl die wel nodig is, maar ook voortdrijven terwijl er voor de organisatie weinig voordeel te behalen is. De gesprekken over de strategische noodzaak of wenselijkheid kunnen spannend zijn als de opvattingen van commissarissen en bestuurder(s) uit elkaar lopen. Verschil van opvatting ontwijken is geen optie. Je (RvC) zal je dan later in het traject tegenkomen. Acteren bij hindernissen in de organisaties en bij stakeholders Als de hindernissen zeer groot zijn, kan het nodig zijn ze af te wegen tegen de vooraf bepaalde wenselijkheid van de fusie. Hier is de RvC weer aan zet. Acteren bij tegenstrijdige belangen in de top Bij personele keuzen voor de inrichting van het bestuur moet de RvC zich als zorgvuldige maar ook doortastende werkgever bewijzen. Bij de personele inrichting van de nieuwe RvC kan en moet de RvC het goede voorbeeld zijn: het belang van de nieuwe organisatie en niet eigenbelang van commissarissen staat voorop. De postfusie-periode is doorgaans een lastige: er moet een nieuwe organisatie gesmeed worden, de beoogde voordelen van de fusie moeten verzilverd worden, tegelijk moet de corporatie blijven leveren en moeten de bestuurder(s) in de nieuwe organisatie en bij stakeholders draagvlak opbouwen. Juist nu is een goed functionerende RvC nodig, ontdaan van bloedgroepen-denken en in staat om snel een sterk team te vormen dat de vinger aan de pols weet te houden en een constructief kritische relatie met de bestuurder weet te onderhouden. Wat te doen bij een ‘liefdeshuwelijk’ Hildegard Pelzer Hildegard Pelzer heeft 25 jaar ervaring als consultant en is al ruim 15 jaar expert op het gebied van governancevraagstukken. In haar werk met toezichthouders en bestuurders combineert Hildegard haar brede strategische en organisatiekundige ervaring met haar achtergrond als psychologe. In 2019 schrijft zij elke maand een artikel voor de VTW nieuwsbrief over governancevraagstukken. |