Corporaties zouden zich meer bewust moeten zijn van de krachtige positie die zij hebben in lokale netwerken. Dat stelt Hennie van Deijck van Divosa, de vereniging voor gemeentelijke directeuren in het sociaal domein. Tijdens het VTW-ledencongres over governance van lokale netwerken op 20 september houdt zij over dit thema een workshop.
Tekst: Lisette Vos
Van Deijck houdt als procesmanager organisatieontwikkeling bij Divosa jaarlijks honderd gesprekken met gemeentelijk directeuren in het sociaal domein, maar ook met professionals in lokale netwerken in het sociaal domein, zoals van corporaties. Zij wil meer inzicht krijgen in wat zij nodig hebben om (kwetsbare) burgers te helpen, nu de verantwoordelijkheid in zorg, werk en jeugdhulp bij de gemeente ligt.
Uit die gesprekken maakt Van Deijck op dat samenwerking in lokale netwerken meer vorm krijgt. In en rondom wijkteams werken professionals – van gemeente tot politie, van GGD tot jeugdhulp - samen om (kwetsbare) burgers vooruit te helpen. ‘Er is een beweging om de burger meer centraal te stellen, en niet de regelgeving. Maar in de praktijk levert dat nog vaak een spanningsveld op.’
Niet afhankelijk van gemeente
Woningcorporaties nemen volgens Van Deijck in deze lokale netwerken een bijzondere positie in: zij zijn als enige maatschappelijke organisatie niet afhankelijk van het beleid van de gemeente (en maken geen deel uit van de wijkteams). ‘Corporaties zijn de vaste waarde in de wijk, zij hoeven hun aanpak niet bij te sturen als er na vier jaar na de verkiezingen een andere wind waait in de gemeente.’
Die positie zouden de corporaties meer moeten benutten, stelt Van Deijck, vooral omdat steeds meer kwetsbare bewoners in hun sociale huurwoningen wonen. ‘Corporaties zouden zich meer bewust moeten zijn van de krachtige rol die zij kunnen spelen om te knokken voor leefbare wijken. Ze zijn nog te weinig in beeld als partner in het sociaal domein.’
Dóórzetten
Van Deijck stelt dat corporaties al veel goede dingen doen, maar dat zij meer bij kunnen dragen aan duurzame samenwerking in het sociaal domein. ‘Ik zeg niet dat corporaties alles zelf moeten gaan doen, maar zij kunnen wel uitdragen dat een aanpak of samenwerking door moet gaan. Corporaties kunnen, vanwege hun bijzondere positie, dóórzetten.’
Kennis niet uit boeken
Toezichthouders van corporaties moeten verder kijken dan alleen stenen en financiën, stelt Van Deijck. Volgens haar is het belangrijk dat zij weten wat er speelt bij kwetsbare bewoners. ‘Ga als RvC met eigen ogen kijken in de wijk, ervaar de problemen die bewoners hebben. De wereld van dagelijks overleven is een onvoorstelbaar andere wereld. Die kennis haal je niet uit boeken. En ga hierover in de RvC het gesprek met elkaar aan’, stelt Van Deijck die ook voorzitter is van de Raad van Toezicht van het Instituut voor Maatschappelijk Werk.
Zij pleit daarnaast voor een diverse samenstelling van de RvC, met toezichthouders die ieder een eigen achtergrond en expertise hebben. ‘Dan bekijk je een vraagstuk automatisch van verschillende kanten.’
Visie van de partners
Voor toezichthouders is het echter niet eenvoudig om betrokken te zijn bij alle partners in het sociaal domein, stelt Van Deijck tot slot. Kennismaken met álle andere toezichthouders is bijna niet te doen. De GGD bijvoorbeeld heeft tientallen gemeenten / wethouders als toezichthouder. Volgens Van Deijck is het wel belangrijk om te weten wat de visie van partners in het sociaal domein is. ‘We weten dat partners anders handelen en denken. Wees nieuwsgierig naar hoe zij anders zijn.’
Aanmelding VTW-ledencongres op 20 september
Henny van Deijck van Divosa houdt tijdens het VTW-ledencongres over governance van lokale netwerken een workshop over de kracht van corporaties in het lokale netwerk. Nieuwsgierig naar haar kennis en ervaringen en die van andere sprekers? U kunt zich aanmelden voor het ledencongres dat op 20 september in Driebergen wordt gehouden. Wees op tijd: er is plaats voor maximaal 250 deelnemers.
Meer informatie over het programma en inschrijven: https://www.vtw.nl/agenda/122?source=external