Antwoorden staatssecretaris Financiën over btw-plicht commissarissenOnlangs berichtten wij u via de website en e-mail over de uitspraak van het Europese Hof van Justitie (HvJ) d.d. 13 juni 2019 die mogelijk gevolgen heeft voor het btw-ondernemerschap van commissarissen. Naar aanleiding van deze uitspraak heeft het Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) Kamervragen gesteld aan staatssecretaris Snel (Financiën, D66). Hieronder de antwoorden van de staatssecretaris. Uitspraak biedt onvoldoende duidelijkheid voor beleidsbesluitDe staatssecretaris geeft aan dat de vaststelling van de belastingplicht voor de btw afhankelijk is van de feiten en omstandigheden van het individuele geval. En dat de beoordeling hiervan is voorbehouden aan de inspecteur, die bij die beoordeling rekening zal houden met de uitspraak van het HvJ. Geen recht op teruggaaf btwDe staatssecretaris geeft aan dat toezichthouders die twijfelen of zij na de uitspraak van het HvJ nog belastingplichtig zijn voor de btw, deze vraag kunnen voorleggen aan hun btw-inspecteur. Voor de voldoening op aangifte van btw over tijdvakken die in het verleden liggen geldt dat, als de toezichthouder niet tijdig bezwaar maakt of heeft gemaakt tegen de voldoening van btw op aangifte, deze tijdvakken onherroepelijk vaststaan en naar aanleiding van de uitspraak van het HvJ geen recht bestaat op ambtshalve teruggaaf van btw. Meer informatie
|