Recensie: Aan de slag met Policy GovernanceHet boek “Aan de slag met Policy Governance” (Caroline Oliver, Amsterdam 2016) beschrijft een methode van intern toezicht en besturing vanuit de ambitie om dát te realiseren wat de samenleving van ons vraagt. Een methode van Amerikaanse bodem, door de vertalers (Hartger Wassink en Helmie van Ravenstein) aangepast voor het in Nederland meer gebruikte two-tier systeem. In deze recensie gaat Walter Hamers, bestuursvoorzitter Talis, in op de drie pijlers van Policy Governance. Daarna zegt hij iets over de aard van het boek en de relevantie van Policy Governance voor de corporatiebranche. Policy Governance: wat is dat?1. Toezicht namens de eigenaren: uit de bubbel van de bestuurskamer De morele eigenaren zijn moeilijker in beeld te krijgen dan de juridische eigenaren. Ze zijn passief, vaak onzichtbaar of zich niet bewust van hun rol of ze zijn pas in de toekomst eigenaar. Het zijn nooit degenen met wie zaken worden gedaan. Hun wensen en eisen zijn vaak diverser, kunnen wisselend zijn afhankelijk van context en groepering. Het is lastig om met ze te communiceren, relaties te onderhouden en wensen te monitoren. Het boek geeft handvatten en suggesties om als RvC en/of bestuur deze eigenaren (en hun waarden en belangen) in beeld te krijgen. De tips zijn praktisch en geven inhoud aan termen als maatschappelijk rendement en legitimatie. Het is een intensief karwei en misschien voor sommigen ook ongewoon, omdat de RvC en het bestuur uit de bubbel van de bestuurskamer moeten komen (Stamsnijder, 2019). 2. Waarden in actie: beleidsuitspraken-in-gelaagdheid De RvC doet ook beleidsuitspraken over uitvoeringskaders in termen van ‘wat is toegestaan en wat niet’, bijvoorbeeld ‘goed werkgeverschap’. Die kaders zijn van belang, want je kunt ze niet negeren. Maar ze moeten geen doel op zich worden. Beleidsuitspraken van de RvC over de eigen interne werkwijze van het toezicht (collectieve verantwoordelijkheid) en over de verhouding met het bestuur (adequate bewijsvoering), zijn als sluitstuk onmisbaar om de methode in samenhang succesvol te kunnen toepassen. De beleidsuitspraken-in-gelaagdheid vormen een raamwerk van waarden waarbinnen mensen in de organisatie hun eigen beslissingen kunnen nemen. Hiermee ontstaat een controlemechanisme waarmee de RvC greep houdt op alle besluiten die nu en in de toekomst genomen worden. Hierbij is het van belang dat de spelregels worden nageleefd: (1) Zorg dat er gelaagdheid zit in de beleidsuitspraken. Ze dienen altijd te bewegen van meest omvattend niveau naar specifiek en van breed naar smal. (2) Zorg dat de beleidsuitspraken criteria bevatten waarmee beleidsinitiatief en -uitvoering kunnen worden beoordeeld. (3) Doe beleidsuitspraken voor alle vier domeinen: beoogde resultaten volgens de eigenaren, uitvoeringskaders, interne werkwijze en samenwerking met bestuur. 3. Verantwoording: redelijke interpretatie en negatief formuleren De kunst van het ‘negatief formuleren’ zorgt er voor dat de RvC niet de rol van superbestuur gaat innemen. Dit houdt in dat de RvC geen beleidsuitspraken doet over hoe middelen worden ingezet en aan welke voorwaarden moet worden voldaan. De RvC doet uitsluitend beleidsuitspraken over wat NIET is toegestaan. Daarmee is duidelijk wat niet aanvaardbaar is, waarmee al het andere automatisch is toegestaan, en worden de keuzes van het bestuur om de beoogde resultaten te bereiken beperkt. De RvC kan bijvoorbeeld aangegeven dat zij bepaalde handelwijzen onethisch of onverantwoord achten. De beoordeling ervan geschiedt vanuit het perspectief van de eigenaren en - vaak - op basis van algemeen gangbare normen die binnen de samenleving, dan wel in een bepaalde relevante lokale gemeenschap van eigenaren, nageleefd worden. Wat betreft de beoogde opbrengst, deze moet ook tegen een relatief kostenniveau worden gerealiseerd. Dat verwachten immers zowel de juridische als de morele eigenaren. Beschouwende recensieEen studieboek dat zeer de moeite waard is Toezicht namens de eigenaren: de echte taak van intern toezicht Policy governance daagt uit tot een open houding en betekenisgeving buiten de bestuurskamer. Hiermee doe je een serieuze poging om de ‘onteigening van het publieke’ (Tonkens, 2014) te herstellen. Het principe van de redelijke interpretatie Juist nu, in vloeibare en veranderlijke tijden, is deze manier van intern toezicht en besturing de moeite waard. Het is bij uitstek een methode om het waardengesprek met RvC en bestuur op gang te brengen en te houden. “Kunnen we dan koers houden zonder al die rapportages, zonder KPI’s”, hoor ik de lezer vragen? Zeker wel, maar formuleer de koers zo omvattend dat besturing mogelijk is in een omgeving die zich kenmerkt door emergenties en het zoeken naar wat we (nog) niet weten. Policy Governance helpt daarbij. Ergens in het midden van het boek wordt een bekend citaat van Mintzberg aangehaald dat op een bepaalde manier voor deze vernieuwende werkwijze ook geruststellend kan zijn: “Het aanhouden van een koers in onbekende wateren is de manier om recht tegen een ijsberg op te varen”. Walter Hamers, bestuursvoorzitter Talis |