Hildegard Pelzer: Reflectie op besluitvorming in de boardroomHildegard Pelzer heeft 25 jaar ervaring als consultant en is al ruim 15 jaar expert op het gebied van governancevraagstukken. In haar werk met toezichthouders en bestuurders combineert Hildegard haar brede strategische en organisatiekundige ervaring met haar achtergrond als psychologe. In 2019 schrijft zij elke maand een artikel voor de VTW e-NIEUWS over governancevraagstukken. In deze editie een bijdrage over reflectie op besluitvorming in de boardroom. Bij de zelfevaluatie stellen we vaak de vraag aan commissarissen: “Bent u tevreden over de kwaliteit van de besluiten die de RvC neemt?” De eerste reactie is – op zeldzame uitzonderingen na - “ja”. Dat is begrijpelijk, want ik ga ervan uit dat een commissaris zich inzet voor optimale besluitvorming en niet meegaat met een besluit waarmee hij/zij niet kan leven. Echter, in de praktijk en uit onderzoek blijkt dat onbewust niet-rationele factoren de besluitvorming van ook de meest bekwame individuen en groepen beïnvloeden. Dat vraagt aandacht. BOB in de boardroom Bias in de besluitvorming Er zijn meer dan 150 vormen van biases in de besluitvorming. Om het hanteerbaar te maken, kies ik de volgende indeling. · Cognitieve factoren. Dat zijn denkfouten. Voorbeelden zijn effecten van framing, patroonherkenning (neiging om een vertrouwd patroon te zien en andere mogelijke interpretaties van feiten over het hoofd te zien) en cognitieve dissonantie (bevestiging zoeken voor bestaand oordeel of reeds gemaakte keuzen). · Affectieve factoren. Het betreft de invloed van emoties op de besluitvorming. Angst, woede en schaamte bijvoorbeeld werken blik vernauwend. Andere voorbeelden zijn bias door eigen belang, zoals behoud van je positie, en gehechtheid aan een zaak, persoon of ideologie.. · Sociale factoren. Het gaat om de interactie tussen groepsleden die het groepsbesluit beïnvloeden. Het meest bekende fenomeen is ‘groupthink’ (grote druk om het als groep eens te zijn). Maar ook andere fenomenen vallen hieronder zoals het effect van (in)formele hiërarchie in de groep en het verwateren van de verantwoordelijkheid van het individu in de groep. Hardnekkige blinde vlek Biases kunnen funest uitpakken. Nog een voorbeeld uit de praktijk: een innovatief initiatief werd door de RvC goedgekeurd. Twee jaar later bleek het zwaar verliesgevend te zijn en lastig van af te komen. Hoe kon dat gebeuren? Maatschappelijke wenselijkheid en trots op het innovatieve karakter waren dominante argumenten bij de besluitvorming geweest. Een bevlogen bestuurder en dominante RvC-voorzitter overheersten het gesprek hierover. De onderbouwing was gebrekkig, er was geen risicoparagraaf en geen goed plan voor het monitoren van de realisatie van het nieuwe concept. De-biasing in de RvC Hoe kun je dat doen? Vraag andere (bijvoorbeeld bestuurder, bestuurssecretaris of nieuwe commissaris) naar wat zij zien. Vraag een externe om een of meer vergaderingen bij te wonen en feedback te geven. Analyseer een of meer casussen en zorg daarbij ook voor de kritische blik van een buitenstaander. Besteedt er expliciet aandacht aan bij de zelfevaluatie. Heb aandacht voor de-biasing strategieën, algemene en zulke die aansluiten bij de eigen bananenschillen. Voorbeelden zijn: diversiteit in de RvC, een klimaat waarin de diversiteit verzilverd wordt (zoals oprechte nieuwsgierigheid naar de beelden en opvattingen van anderen, gelijke impact van de inbreng van alle leden), een zaak vanuit meerdere perspectieven bekijken, mogelijke belangen en emoties benoemen en zorgen voor voldoende tijd en een goede structuur van het gesprek over de betreffende zaak. De-biasing van bestuursbesluit Zeg dus niet te snel “ja” op de vraag of de besluitvorming goed verloopt en de goede besluiten genomen worden, maar kijk dieper. Hildegard Pelzer Voor wie er meer over wil lezen, hier enkele publicaties: “The case for behavioral strategy”, Dan Lovallo en Olivier Sibony, McKinsey Quaterly, march 2010 |