Hildegard Pelzer: Passende betrokkenheid bij strategievorming
Hildegard Pelzer heeft 25 jaar ervaring als consultant en is al ruim 15 jaar expert op het gebied van governancevraagstukken. In haar werk met toezichthouders en bestuurders combineert Hildegard haar brede strategische en organisatiekundige ervaring met haar achtergrond als psychologe. In 2019 schrijft zij elke maand een artikel voor de VTW e-NIEUWS over governancevraagstukken. In deze editie een bijdrage over de strategievorming van de corporatie en de rol van de RvC.
Bij zelfevaluaties van RvC’s wordt ‘strategie’ steeds vaker als aandachtspunt genoemd. Bijvoorbeeld: “We hebben het te weinig over strategische vraagstukken.” “Ik mis een visionaire kijk”, terwijl vorig jaar het ondernemingsplan is goedgekeurd. De RvC is alerter en actiever geworden als het gaat om de koers van de corporatie. De passende rolneming en het samenspel tussen RvC en bestuur is een zoekproces.
Hebben we hetzelfde beeld van wat goed strategisch beleid is? Verwacht je beleid in grote lijnen die jaarlijks voor het komende jaar worden ingekleurd of verwacht je een uitgewerkt routeplan voor de komende jaren? Heeft het geen zin om verder te kijken dan 4 jaar of is het nodig om 10 jaar vooruit te kijken en van daaruit de vertaalslag naar de komende jaren te maken? Is strategievorming een rationeel planningsproces gebaseerd op een gedegen analyses of is het vooral een visionair proces? Is de inhoud van strategisch beleid belangrijk of doet die in onze VUCA (velocity, uncertainty, complexity, ambiguity) wereld er minder toe en heeft strategische beleidsvorming vooral als doel om in beweging te komen? Commissarissen en bestuurders hebben vaak verschillende beelden bij ‘goed strategisch beleid’ en vaak ook impliciet. Daarom is het goed daarover tijdig in gesprek te gaan. Het voorkomt dat het eindproduct niet is wat commissarissen verwacht hebben.
Is de RvC op de goede wijze betrokken? Vroegtijdige betrokkenheid zorgt ervoor dat bestuurders de kennis en perspectieven van commissarissen kunnen meenemen, hun blik kunnen verruimen en aan het denken gezet worden. Andersom kunnen commissarissen meegroeien in de gedachtevorming en het eindproduct beter doorgronden. Hoe kan de RvC worden betrokken in de beginfase waarin ideeën worden uitgewisseld? Bij een geheel open gesprek klagen bestuurders dat er weinig input van de RvC komt. Als het bestuur een uitgebreide presentatie bij de start geeft, klagen commissarissen dat er weinig ruimte voor hun inbreng is. Het is daarom goed als RvC en bestuur samen bedenken hoe het startgesprek in te richten en voor te bereiden. Minstens zo belangrijk is betrokkenheid van de RvC in de fase waarin zich de richting uitkristalliseert. Een voorbeeld. De bestuurder wil dat de corporatie een actievere rol gaat spelen bij het oplossen van problemen rond kwetsbare huurders. Voordat dit breed besproken en uitgewerkt wordt, is het goed dat de RvC hierover gehoord wordt. Dat is een subtiel spel; het gaat nog niet om goedkeuring, maar de RvC kan wel kritische vragen stellen en aangeven waar hij bij het latere goedkeuringsbesluit op zal letten. Je wilt voorkomen dat je geconfronteerd wordt met een plan dat met stakeholders besproken is, maar waar je als RvC grote moeite mee hebt. Een halfslachtige goedkeuring blijft door etteren.
Heeft de RvC de nodige strategische denkkracht? Het gaat erom de grote lijnen te zien, externe ontwikkelingen en hun implicaties voor de organisatie te herkennen en dat weten te vertalen naar beleidsvraagstukken. Die competenties moet een commissaris of moeten tenminste de meeste commissarissen hebben.
Dat is niet genoeg. De commissaris moet ook gevoed worden met informatie over externe ontwikkelingen en commissarissen en bestuurders kunnen hun gedachte over implicaties en beleidsvraagstukken in gesprek met elkaar aanscherpen. Het strategisch denkvermogen wint aan kracht als dat met enige regelmaat gebeurt.
Ik ben ervan overtuigd dat intensievere betrokkenheid van de RvC bij strategievorming het presteren van de corporatie ten goede komt, mits de RvC de nodige afstand houdt om objectiverend tegenwicht te bieden en de bestuurder de nodige beleidsruimte geeft.
Hildegard Pelzer Governance Support www.governancesupport.nl
Terug
|