‘Bankwezen kan jaloers zijn op ons risicomodel’ - interview met Jo van Kalsbeek, bestuurder WSW
Jo van Kalsbeek, sinds april vorig jaar bestuurder bij WSW, is een nieuwkomer in de corporatiesector. Dertig jaar werkte hij in het bankwezen, bij ABN Amro. Volgens hem heeft de sector een degelijk model om financiële risico’s te ondervangen. ‘Het bankwezen kan jaloers zijn op ons risicomodel.’
Tekst: Lisette Vos
Jo van Kalsbeek werkt als bestuurder van WSW bijna een jaar in de corporatiesector. Vanuit een andere rol bij ABN Amro heeft hij eerder met de sector te maken gehad. In de periode dat het derivatenschandaal van Vestia aan het licht kwam, gaf hij bij de bank leiding aan de afdeling Bijzonder Beheer. Als hoofd van die afdeling was hij verantwoordelijk om organisaties die in zwaar weer verkeerden - waar mogelijk - weer vooruit te helpen. ‘In die rol was ik ook bekend met het dossier van Vestia en enkele andere corporaties.’
|
De misstanden in de sector, zoals die bij Vestia, hebben geleid tot de parlementaire enquête en de Woningwet per 1 juli 2015. Volgens Van Kalsbeek, die vorig jaar bij WSW aantrad toen het stof al weer even was neergedaald, heeft de sector veel geleerd van wat er misging. Het vermogen om te veranderen, zoals Van Kalsbeek dat noemt, was volgens hem groot. ‘De sector heeft het model om risico’s zoveel mogelijk te kunnen voorkomen naar een hoger niveau getild, en dat onder grote tijdsdruk.’
Bedrijfsrisico’s en financiele ratio’s Het waarborgfonds WSW, dat borg staat voor ca. 80 miljard aan leningen van corporaties, checkt periodiek hoe de corporatie ervoor staat. WSW hanteert bij de beoordeling twee componenten: de Business Risks (bedrijfsriscio’s) en de vijf Financial Risks (financiële ratio’s). Volgens Van Kalsbeek staat het risicobeoordelingsmodel als een huis, maar hebben corporaties – door de nieuwe wet- en regelgeving - ook te maken met veel regels en een zware administratielast. ‘Dat kost regelmatig onnodig veel tijd en kan zeker efficiënter.’ WSW en de Autoriteit Woningcorporaties (Aw) als externe toezichthouder hebben om die reden samen een convenant opgesteld om de corporaties op een eenduidige manier te beoordelen. Zij vragen gegevens op en wisselen die uit, op basis van dezelfde standaarden. WSW en Aw werken sinds begin dit jaar ook met een gezamenlijk beoordelingskader, met drie onderdelen: financiële continuïteit, bedrijfsmodel (inclusief portefeuillestrategie) en governance.
Goede gesprek Net als de Aw investeert WSW in het goede gesprek met het bestuur, en – weliswaar minder vaak - met de toezichthouders. Volgens Van Kalsbeek leggen WSW en Aw in die gesprekken ieder hun eigen accenten. ‘Wij kijken natuurlijk sterk naar de financiele kant, naar het bedrijfsrisico. Een actuele vraag is hoe corporaties willen verduurzamen, en welke risico’s daarbij horen. De Aw zal dieper ingaan op het thema governance. Maar wij toetsen, net als de Aw, op álle risico-aspecten. En we stemmen onze zienswijze af met de Aw. En vice versa.’ Van Kalsbeek heeft een goede indruk van het intern toezicht bij corporaties. De VTW heeft de permanente educatie voor de leden goed georganiseerd. Daarnaast moeten alle toezichthouders eerst de fit & propertoets doorlopen. ‘Dat is in deze sector goed geregeld, dat zie je niet overal. Of extern toezicht hierdoor een stapje terug kan doen? Het gaat volgens mij niet primair om het stelsel, maar om de dynamiek in de bestuurskamer. Hoe geeft de toezichthouder invulling aan zijn of haar rol? Dat moet je blijven toetsen.’
Binnen de lijntjes kleuren Wat hem wel opvalt is dat veel corporaties – bestuurders én toezichthouders - voorzichtig opereren. In het risicomodel kleuren ze netjes binnen de lijntjes. Wellicht iets té veel, op basis van de eigen normen. ‘Dat is heel begrijpelijk. Corporaties moeten aan zoveel regels voldoen, dat de kans bestaat dat ze iets over het hoofd zien. Het is ook een groot goed dat corporaties aan de regels voldoen. Maar de regels zijn al zo opgesteld dat zij zorgvuldig te werk moeten gaan, als de corporaties binnen die bandbreedte extra voorzichtig opereren, is het de vraag of dat wel altijd nodig is. Daar kan je binnen de bestuurskamer een goed gesprek over voeren.’
Bevlogen Van Kalsbeek werkt bijna een jaar met plezier in de corporatiesector, een andere wereld dan het bankwezen. ´De mensen zetten zich bevlogen in voor de goede zaak, de sociale huisvesting en de huurders. Ook bij WSW is de betrokkenheid van de medewerkers bij het hogere doel groot. Een bank denkt meer vanuit de organisatie, en werkt met abstracte producten. Dat is toch een ander verhaal.’ En sluit hij af: ‘Menig bank heeft niet die goede financiële modellen als die wij hanteren. De banksector kan jaloers zijn op ons risicomodel.’
CV Jo van Kalsbeek: https://www.linkedin.com/in/jo-van-kalsbeek-403a71138/
Website WSW: https://www.wsw.nl/
Terug
|