De strenge regelgeving zorgt bij corporaties voor hoge accountantskosten. Volgens RvC-voorzitter Marc Voskuil bij woningstichting Putten zouden niet alle corporaties even streng en intensief gecontroleerd moeten worden. Daarnaast kunnen corporaties efficiënter met accountants samenwerken om de kosten te drukken, aldus Voskuil. 'Hoge accountantskosten leveren onze huurders niets op.'
Tekst: Lisette Vos
De cijfers zijn al langer bekend: uit gezamenlijk onderzoek van de VTW en Aedes bleek vorig jaar dat de totale accountantskosten voor corporaties in 2016 met 8 procent zijn gestegen. En de kosten zijn alleen maar toegenomen, zo blijkt in de praktijk bij veel corporaties. Vooral bij kleinere corporaties drukken de accountantskosten op de begroting, omdat het werk van de accountant voor iedere corporatie hetzelfde is, klein of groot.
Daarnaast heeft de vorige minister van Financiën, Jeroen Dijsselbloem, aangekondigd om corporaties (vanaf 2.500 vhe) de status van Organisatie van Openbaar Belang (OOB) te geven. Deze status (die geldt voor beursgenoteerde bedrijven) zorgt voor nog hogere administratieve lasten, omdat accountants van OOB's zich moeten houden aan strengere eisen voor controle. Deze maatregel is echter nog niet ingegaan, mogelijk gebeurt dat alsnog per 1 januari 2019.
Risico-indicatoren
RvC-voorzitter Voskuil bij woningstichting Putten (met 2.000 vhe) vindt de stijgende accountskosten slecht voor de sector. Hij pleit er - net als de VTW - voor om niet alle corporaties even streng te laten controleren. Voor de OOB-status zou de grens bijvoorbeeld niet bij 2500 maar bij 10.000 vhe moeten liggen. Daarbij moet de minister volgens Voskuil niet alleen naar de omvang van de corporatie kijken. "Als risico-indicatoren op groen staan, noem bijvoorbeeld een positieve brief van de minister en het WSW en een positieve beoordeling bij de visitatie, dan zou de minister kunnen toestaan dat de accountant zich aan minder controle-eisen hoeft te houden. Wees alleen streng, als er iets loos is."
Tegenwicht tegen stijgende kosten
Ook woningstichting Putten ziet de accountantskosten alleen maar toenemen. Bij de keuze voor een nieuwe accountant - na tien jaar is het verplicht om te wisselen - heeft de corporatie (bestuur én RvC) tijd geïnvesteerd om goede afspraken op papier te zetten, waaraan de nieuwe accountant en ook de corporatie zich moeten houden. Voskuil: "In de kern komt het erop neer dat wij efficiënter gaan samenwerken, en daar ook heldere afspraken over maken. Daarmee bieden wij tegenwicht tegen de alsmaar stijgende kosten."
De accountant is bijvoorbeeld verplicht om te laten zien hoe de kosten worden beperkt. Dat kan door aan het begin de juiste vragen aan de corporatie te stellen, en niet in een later stadium alsnog met aanvullende vragen te komen. Die leveren extra werk op en dus meer kosten voor de corporatie. Aan de andere kant spreekt de corporatie af om de juiste informatie tijdig te leveren. Beide partijen spreken de intentie uit om langer samen te werken. "Het loont dan ook de moeite om in elkaar te investeren."
Duidelijkheid over en weer
Uit het eerdergenoemde onderzoek van de VTW en Aedes van vorig jaar blijkt dat 30 procent van de corporaties moeite heeft om een goede accountant te vinden. Volgens Voskuil speelde dat bij woningstichting Putten niet. "We zijn voor een accountant een aantrekkelijke klant, die goed georganiseerd is. Ja, we zijn kritisch, maar we maken duidelijke afspraken en werken aan een relatie op de lange termijn. Duidelijkheid over en weer is in het belang van beide partijen."
Kennisdelen
Volgens Voskuil kunnen andere corporaties - en VTW leden - profiteren van de kennis die woningstichting Putten in dit traject heeft opgedaan. De raamovereenkomst die de corporatie heeft opgesteld, is beschikbaar voor andere corporaties. "De VTW is een vereniging van leden die in de praktijk weten hoe het werkt en van elkaar kunnen leren. Daar willen wij graag een bijdrage aan leveren."
Meer informatie:
Wilt u meer weten over de aanpak van woningstichting Putten? Lees hier de concept raamovereenkomst