Advocaat Eelkje van de Kuilen van AKD Advocaten, notarissen en fiscalisten adviseert corporaties en raden van toezicht over de gevolgen van de Woningwet. Zij ziet hoe de wet - met ingewikkelde en strenge regelgeving - in de praktijk uitpakt. 'Je moet als toezichthouder op de letter controleren.'
Tekst: Lisette Vos
Eelkje van de Kuilen |
Aan het einde van het interview heeft advocaat Eelkje van de Kuilen nog één duidelijke boodschap voor de leden van de VTW. “Neem de Woningwet en de Autoriteit Woningcorporaties serieus. De regels voor toezicht zijn streng en de AW handhaaft ook streng. Als toezichthouder moet je dat niet bagatelliseren. Als je door de AW wordt ontboden, kan ik je vertellen: dat is niet leuk. Zorg ervoor dat je niet in die situatie terecht komt.”
Uitzondering op uitzondering
Advocaat Eelkje van de Kuilen van AKD is gespecialiseerd in de Woningwet. Zij adviseert corporaties en raden van toezicht over wat wel en niet mag of kan, binnen de regels van de strenge wet. Ze weet uit ervaring hoe de Woningwet in de praktijk uitpakt. “Het is een ingewikkelde wet, dat zijn wel meer wetten, maar deze spant de kroon. Met uitzondering op de uitzondering. Met veel verwijzingen. Je blijft bladeren om uit te zoeken hoe het precies zit. Bovendien verandert de regelgeving vaak.”
Grote verhaal ontbreekt
Van de Kuilen heeft een belangrijk bezwaar tegen de Woningwet die maakt dat het voor raden van toezicht lastig is om ermee te werken. “Voorheen moesten toezichthouders toetsen of het beleid van de corporatie in het belang van de volkshuisvesting was. Nu ontbreekt het grote verhaal. Je moet als toezichthouder op de letter controleren. Onwerkbaar gaat te ver, maar het maakt het werk er niet gemakkelijker op.”
Tegenwicht bieden
De Woningwet legt de nadruk op goed bestuur. En dat is wél een positieve ontwikkeling, aldus Van de Kuilen. “De toezichthouder moet tegenwicht aan de bestuurder bieden en niet meer klakkeloos overnemen wat hij of zij voorstelt. Dat is een goede zaak na de misstanden in de corporatiesector. Je moet als toezichthouder kritisch zijn. En doorvragen: kan dit wel of niet volgens de Woningwet. Bij veel raden dringt dat besef ook door.”
Op de werkvloer
Volgens Van de Kuilen moeten de raden van toezicht verder kijken dan de bestuurskamer. Op de werkvloer doen medewerkers soms toezeggingen die in strijd zijn met de Woningwet. “Uiteindelijk komt dat ook op het bordje van het bestuur en de toezichthouder terecht. Ik adviseer corporaties om medewerkers te leren hoe zij met de Woningwet om moeten gaan. Ze hoeven niet elk detail van de wet te kennen, maar bijvoorbeeld wel weten bij wie ze terecht kunnen als ze twijfelen of iets wel of niet kan. De raad van toezicht kan daarop aansturen.”
Veegwet ALV woningbouwverenigingen
Een van de wijzingen in de Woningwet raakt het intern toezicht bij woningbouwverenigingen. Volgens de Veegwet krijgt de Algemene Ledenvergadering (ALV) inspraak in voorgenomen besluiten van de raad van toezicht. Het gaat dan over beslissingen van de corporatie waarvoor de raad statutair gezien goedkeuring moet geven. De raad kan een advies van de ALV niet zomaar naast zich neerleggen. “Die inspraakronde levert soms onnodige vertraging op en is niet bij elk onderwerp wenselijk”, vat Van de Kuilen de bezwaren samen.
Wijziging statuten
Zij adviseert de leden van de VTW om de statuten van de corporatie waar mogelijk te versoepelen. Hierin staat beschreven wanneer de raad van toezicht goedkeuring moet geven (en wanneer de ALV dus inspraak heeft). “Neem de wettelijk vereiste besluiten in de statuten op. Als de statuten strengere eisen hebben, bijvoorbeeld goedkeuring voor een investering van meer dan 300.000 euro, versoepel die eisen dan”, aldus Van de Kuilen. De ALV moet wél akkoord gaan met die statutenwijziging. “Natuurlijk wil de ALV inspraak, maar veel leden zitten niet te wachten om elke maand een ledenvergadering te houden. Dit is voor iedereen in de praktijk meer werkbaar.”
Evaluatie Woningwet: versoepeling regels
Van de Kuilen ziet meer mogelijkheden om de gevolgen van de Woningwet in de praktijk werkbaar te maken. Volgend jaar staat de evaluatie van de wet op de agenda. “Waar het kan, zouden de regels moeten worden versoepeld. Bijvoorbeeld bij de marktoets. Nu moet er in beginsel bij elke nieuwe niet-DAEB activiteit toestemming van de Aw worden gevraagd. Je kan het ook omdraaien: de wet zet op een rij wanneer de corporatie wel zo’n project kan uitvoeren en beschrijft de situaties wanneer de corporatie om toestemming moet vragen.”
Vertrouwen terug
Volgens Van de Kuilen is nog niet duidelijk hoe de evaluatie volgend jaar wordt uitgevoerd. Ze vindt in ieder geval dat de Woningwet minder ingewikkeld en minder streng moet worden. “Geef het vertrouwen terug aan de sector. Het is begrijpelijk dat de wet er is gekomen, met alles wat er in de sector is gebeurd. Maar de corporaties moeten nu weer meer ruimte krijgen om hun maatschappelijke taak goed uit te voeren.”