Zef Hemel - Bouw woningen waar banengroei is
Woningbouw moet zich richten naar de banengroei in Nederland. Dat was de kern van de Waarde van Wonen-lezing die planoloog Zef Hemel uitsprak op 4 februari 2025.
Schiphol naar de Flevopolder verplaatsen, dat zou pas kansen geven! Hemel hield zijn lezing na een introductie van Liesbeth Spies, de nieuwe voorzitter van Aedes.
Boomerang-zone
Zef Hemel vindt dat we vooral moeten bouwen in en bij de grote steden met de meeste banengroei. Het idee om overal een straatje erbij te bouwen, kwalificeerde Hemel als ‘bedroevend’. ‘Banengroei is door ruimtelijke ordening niet te sturen, daaraan hebben we al eerder in de jaren 70 onze neus gestoten’, aldus Hemel.
De werkgelegenheid groeit vooral in de zogeheten ‘boomerang’-zone van ons land, dus vooral daar moeten ook de nieuwe woningen komen, was zijn stelling. Zo ontstaat een compact verstedelijkt gebied in ons land, terwijl de rest van het land meer ontspannen blijft. ‘Als we daarvoor kiezen komt er een eind aan 25 jaar verwarring en verwaarlozing van de ruimtelijke ordening.’
Digital Nomads
Hemel deed veel van de vragen uit de zaal na afloop van zijn lezing resoluut af. Zo vroeg iemand uit de zaal of werk niet veel onafhankelijker van locatie is geworden. Volgens Hemel was de Covid-pandemie een interessant experiment, maar mensen worden er diep ongelukkig van. Digital nomads? Afschuwelijk, ik zie gigantische stress bij mensen, iedereen moet weer offline’, aldus de stellige planoloog.
Zef Hemel heeft op 5 februari 2025 de vierde Aedeslezing Waarde van wonen gehouden. Hij reflecteerde op de rol van woningbouw in de ruimtelijke ordening van Nederland. Hij is planoloog en stedenbouwkundige en bekleedt de Abe Bonnemaleerstoel Rijksuniversiteit Groningen/Technische Universiteit Delft.
Hij herkende ook niet het risico dat werkgelegenheid flexibeler is dan woningbouw: wat doe je als de banen verloren gaan op een plek waar je bewust huizen gebouwd hebt? Hemel: ‘De banengroei in en rondom steden is juist buitengewoon stabiel, de spreiding daarvan is voorbij. We gaan snel naar 20 miljoen inwoners en de banengroei was daar nog nooit zo groot.’ Ook water- en bodemsturend leek niet aan hem besteed: ‘We kunnen 5 meter zeespiegelstijging aan’ stelde Hemel, verwijzend naar een deltacommissaris.
Schiphol naar de Flevopolder verplaatsen, dat zou pas kansen geven. ‘Mag ik dan vragen: hoe?’, informeerde Aedes-voorzitter Liesbeth Spies. Ook daar had hij een simpel antwoord op: ‘Laat mij dat maar doen.’ Nog een extra punt voor alle bezoekers van de lezing om nog eens over na te denken.
Historisch huwelijk
Hemel gaf een college over de met elkaar verweven geschiedenis van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Ooit ontstaan uit de behoefte om verstedelijking in goede banen te leiden. De overheid bediende zich voor de ruimtelijke ordening vooral van beelden, visies, plannen, 4 Nota’s Ruimtelijke Ordening en erg veel overleg. En zocht verbindingen met landbouw en volkshuisvesting. Beide vonden elkaar in 1965 zelfs binnen de muren van 1 ministerie, het ministerie van VROM.
Lange tijd heette volkshuisvesting zelfs het ‘meekoppelend belang’ van de ruimtelijke ordening. Dat zat zo. Woningbouw werd direct na de Tweede Wereldoorlog centraal aangestuurd via de ruimtelijke toedeling van vastgestelde woningaantallen per regio, de woningcontingenten. Zo liet de woningbouw zich decennialang gemakkelijk door de overheid sturen, ook ruimtelijk.
Met woningen kun je ruimtelijk mooie dingen doen, legde Hemel uit. Je kunt ze concentreren, stapelen, mengen, of juist spreiden, differentiatie aanbrengen in woonmilieus, hiërarchie en sociale samenhang creëren. En ook, erg belangrijk, door ergens geen woningen te bouwen kun je open ruimten open houden. Dat laatste is ook fijn voor de landbouw, de waterhuishouding en de natuur.
Ruis op de lijn
Na de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra kwam er volgens Hemel ruis op de lijn. Dat gebeurde toen rond de eeuwwisseling de Vijfde Nota RO werd voorbereid. Door in die nota te kiezen voor de zogenoemde ‘lagenbenadering’ kwam bij de voorbereiding al nadruk te liggen op de netwerkenlaag. Een focus op de infrastructuur dus. Hield de ruimtelijke ordening nog wel van de volkshuisvesting?
Met de volkshuisvesting ging het op dat moment niet goed. De corporaties verzelfstandigden en het woonbeleid liberaliseerde. Wat had de ruimtelijke ordening nog te zoeken bij het woonbeleid? En omgekeerd, in het liberale woonbeleid werd de ruimtelijke orde van Nederland voortaan gezien als de optelsom van individuele woonvoorkeuren.
Met de teloorgang van de volkshuisvesting en de opheffing van het ministerie van VROM in 2010 kwam er een einde aan het huwelijk tussen wonen en ruimtelijke ordening. In 2015 liep de laatste Actualisering VINEX-periode stilletjes ten einde. Niemand die er nog op lette. Marktpartijen en gemeenten hadden het roer overgenomen. Die waren inmiddels bezig met de nasleep van de financiële crisis.
Ministerie geen garantie voor goede RO
Met de recente terugkeer van een ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is er geen enkele garantie voor goede ruimtelijke ordening, meent Hemel. Terwijl die noodzaak er wel is. Meer dan ooit zelfs met de opgave om een miljoen nieuwe woningen te bouwen. De ruimtelijke ordening zal daarbij wel op wonen als een nieuw meekoppelend belang moeten kunnen vertrouwen. Hemel ziet dat nu nog niet gebeuren: zolang vanuit wonen alleen wordt gehamerd op ‘bouwen, bouwen, bouwen’ terwijl de woningproductie ernstig achterblijft, ziet ze de ruimtelijke ordening eerder als een sta-in-de-weg.
Wonen als meekoppelend belang terugvinden. Kan dat? Zou het niet toch de volkshuisvesting kunnen zijn? Maar dan ruimtelijke ordening in een sturende rol en volkshuisvesting volgend. Nu is dat omgekeerd met alle nare gevolgen van dien.
Koppeling banengroei en woningbouw
Hemel ziet wel een kans. In zijn ogen is nabijheid tot werk steeds belangrijker, ook voor werkgevers. Neem de politie, de zorg, het onderwijs, in eigen regio kan men geen personeel meer vinden. Of neem ASML in Veldhoven. Waar zijn de woningen? Wonen en werken zouden weer veel sterker op elkaar betrokken moeten worden, ook omdat normen voor CO2-uitstoot steeds zwaarder gaan wegen. Duurzaamheid, halen van de afgesproken Parijs-doelen. Dat gaat verder dan de woning energieneutraal maken. Maar ook sociale problemen met gebrekkige gezondheid, eenzaamheid en stress door veel te lange reistijden.
En waar is de grootste banengroei? Vooral in de grote steden. Nummer 1 by far is Amsterdam, met een groei van liefst 285.000 banen tussen 1996 en 2022 naar een totaal van 624.250, een verdubbeling in 20 jaar dus. Op afstand gevolgd door Utrecht, Rotterdam, Eindhoven en Groningen, daarna Zwolle, Apeldoorn en Enschede. Vergelijk de enorme groei in werkgelegenheid van Amsterdam eens met die van Eindhoven met ASML, dat 23.000 arbeidsplaatsen telt en tot 2030 met nog eens 20.000 nieuwe banen denkt te groeien. De groei in Amsterdam was de afgelopen 20 jaar het 14-voudige van die in Eindhoven! Noem het gerust een derde Gouden Eeuw. Waar moeten al deze mensen wonen? In Amsterdam is voor hen geen plaats.
Pendelen over grote afstanden
Juist in en rond die paar grote en zeer diverse steden hadden veruit de meeste nieuwe huizen gebouwd moeten worden, omdat de banenpool daar is geëxplodeerd. Dat is niet gebeurd, terwijl dat volgens Hemel wel absoluut noodzakelijk was.
Nergens is de woningmarkt zo gepolariseerd als in Amsterdam. De gemiddelde verkoopprijzen zijn er sinds 2013 naar een krankzinnig niveau gestegen. Amsterdam is inmiddels onbetaalbaar geworden. Van verdringing is daar al sprake sinds de financiële crisis. Terwijl woningbezitters veel overwaarde hebben weten op te bouwen, kampen outsiders en lagere inkomens met uitsluiting en sterk stijgende woonlasten. Een ravage is er aangericht.
Ook buiten Amsterdam zijn laagbetaalden steeds meer gedwongen om over grote afstanden te pendelen tot ver buiten de grenzen van het eigen stadsgewest. Rond Rotterdam, Den Haag en Amsterdam zijn de files ondanks alle nieuwe asfalt, fly-overs en tunnels het ergst: zo’n 35 tot 42 verloren uren per jaar, ook door het nog altijd sterk groeiende goederenvervoer over de weg.
Schiphol naar de Flevopolder
Economisch gaat zich dit wreken, zeker op termijn, stelt Hemel. Natuurlijk, we moeten niet vergeten de rest van Nederland te bedienen en bijna nergens is het aantal banen afgenomen. Toch zou de groei van het aantal woningen vooral in de hoofdstad en dat handjevol andere steden gelijke tred moeten houden met de indrukwekkende cijfers rond regionale banengroei.
Een verplaatsing van Schiphol naar de Flevopolder heb ik jaren geleden al gepropageerd. Dat klinkt drastisch maar daardoor zou ten zuiden van Amsterdam een enorm strategisch gelegen terrein in een klap vrijgespeeld worden voor omvangrijke woningbouw, gepaard gaande met een verschuiving van arbeidsplaatsen richting de polder, en dat zonder gevaar van grondspeculatie. Nu eet Amsterdam zijn eigen zeehaven op, terwijl vliegveld Lelystad een nieuwe luchtmachtbasis van Defensie dreigt te worden!
Greep op verstedelijking terugpakken
Concluderend beveelt Zef Hemel een nieuwe, heldere verstedelijkingsnota aan voor Nederland waarin weer een ruimtelijke koppeling is tussen banengroei en woningbouw. Op die manier zal wonen weer bijdragen aan een goede ruimtelijke ordening, met herstel van concentratie van verstedelijking, ruimtelijke samenhang tussen wonen en werken, grotere ruimtelijke differentiatie en meer hiërarchie in het kernensysteem en ruimtelijke rechtvaardigheid.
Vooral de zwakkeren in de samenleving en zij die te kampen hebben met ‘vervoersarmoede’ of gestraft worden met lange pendel zullen er baat bij hebben. 10 jaar of nog langer wachten op een sociale woning is toch niet normaal? Aan de periode van verwarring en vrijblijvendheid zal een einde komen want die heeft veel te lang geduurd.
Bron: Aedes
Terug
|