Donderdag 19 september 2024 organiseerde Toezicht Netwerk hun Invited Conference boven het Centraal Station in Den Haag. Dit jaar stond het thema 'Grensoverschrijdend gedrag, de zoekgemaakte verantwoordelijkheid' centraal. Martin van Rijn deelde de belangrijkste uitkomsten van het rapport van de onderzoekscommissie van de NPO, dat onder zijn leiding tot stand kwam.
Bekijk hieronder de after-movie van deze waardevolle bijeenkomst.
Tijdens zijn inleiding benadrukte Van Rijn de verantwoordelijkheid van toezichthouders om niet alleen de financiële, maar ook de mentale continuïteit van organisaties waar zij toezicht op houden te waarborgen. Uit het onderzoek bij de NPO bleek dat vaak onduidelijk is waar precies de verantwoordelijk ligt voor het borgen van sociale veiligheid, en handhaven van grensoverschrijdend gedrag. Ligt het bij de afdeling HR, de collega, de leidinggevende of bij de directie? Maar wat nou als het die collega, de directie of iemand van de afdeling HR zelf betreft? En welke rol kunnen toezichthouders spelen in het verduidelijken van deze verantwoordelijkheid?
Grensoverschrijdend gedrag komt vaker voor dan men denkt, en kan variëren van seksuele intimidatie en pesten tot discriminatie en machtsmisbruik. Juist het ontbreken van meldingen kan een teken zijn dat er iets niet goed zit.
Het risico bestaat dat incidenten, wanneer ze niet tijdig worden aangepakt, ernstige gevolgen hebben voor zowel het individu als de organisatie. Voor organisaties is het van groot belang om niet alleen de praktische zaken op orde te hebben, zoals het aanstellen van een goede vertrouwenspersoon en het regelmatig uitvoeren van een medewerkerstevredenheidsonderzoek.
Collega’s kunnen een rol spelen in het aanspreken en corrigeren. Maar ook als toezichthouder kun je een actieve rol spelen, onder andere door verdiepende vragen te stellen aan de bestuurder, het onderwerp te agenderen in het gesprek met de OR, of juist meer aanwezig te zijn in de organisatie.
Ondanks de verschillen in persoonlijke grenzen, zou sociale veiligheid vanzelfsprekend moeten zijn voor iedereen. Medewerkers zouden zich vrij moeten voelen waar nodig hun grenzen aan te geven, en om zich zonder angst voor repercussies of schaamte uit te spreken over grensoverschrijdend gedrag.
Deelnemers van de bijeenkomst Invited Conference werden erop gewezen dat zij een cruciale rol kunnen spelen in het bewaken van deze mentale continuïteit. Het creëren van een cultuur waarin grensoverschrijdend gedrag geen ruimte krijgt, begint bij de top.
Na de inleiding van Van Rijn was er gelegenheid om vragen te stellen. Een belangrijke uitdaging voor de deelnemers bleek de vraag op welke manier zij als toezichthouder hier een rol in konden spelen. Het antwoord hierop is zelf een voorbeeldrol vervullen, het regelmatig op de agenda zetten in overleg met hun bestuurder, er zorgvuldig mee omgaan, en het onderwerp ook in hun eigen overleg te agenderen, bijvoorbeeld tijdens hun jaarlijkse zelfevaluatie.
Van Rijn benadrukt dat het ook heel belangrijk is om goed te luisteren en vroegtijdig signalen op te vangen van grensoverschrijdend gedrag en dit bespreekbaar te maken en zorgvuldige afwegingen te maken, enerzijds van de feiten, anderzijds van de ervaringen van betrokkenen en de impact hiervan op mens en organisatie. Vervolgens kan er weloverwogen een beslissing gemaakt worden en actie ondernomen worden, mocht dit noodzakelijk zijn.
Na het plenair beantwoorden van vragen gingen de deelnemers in groepen uiteen om met elkaar in gesprek te gaan over door Van Rijn geformuleerde stellingen:
Tijdens de workshops kwamen levendige gesprekken op gang waarna de plenaire terugkoppeling plaatsvond.
De bijeenkomst werd afgesloten met een oproep tot gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het is niet alleen de taak van de directie of HR om een veilige werkomgeving te creëren; iedereen binnen de organisatie, van de werkvloer tot de raad van commissarissen, moet zich betrokken voelen. Grensoverschrijdend gedrag kan alleen effectief worden aangepakt wanneer iedereen, ongeacht zijn of haar positie, zich verantwoordelijk voelt om dit gedrag te signaleren en te bestrijden.
"Het is heel belangrijk om erachter te komen wat er in jouw organisatie speelt, in welke mate het in jouw organisatie speelt, en wat je eraan kunt doen. Mentale continuïteit is net zo belangrijk als financiële continuïteit. En dat is een taak van de raad van commissarissen," waren de afsluitende woorden van Martin van Rijn.
Deze bijeenkomst was een belangrijke stap in het bewustwordingsproces en benadrukte nogmaals dat sociale veiligheid een basisvoorwaarde moet zijn voor iedere organisatie. Samen kunnen we een werkomgeving creëren waarin grensoverschrijdend gedrag geen plaats heeft en iedereen zich gehoord en gerespecteerd voelt.
De kernboodschap van de bijeenkomst was duidelijk: het borgen van mentale continuïteit binnen organisaties is minstens zo belangrijk als het waarborgen van hun financiële stabiliteit. Een gezonde werkomgeving draait niet alleen om de financiële continuïteit, maar juist ook om medewerkers en/of patiënten. Een organisatie kan financieel nog zo gezond zijn. Zonder een veilige en respectvolle werkomgeving is er geen duurzame toekomst.
Tekst: Valerie Ketjen