De VTW Factsheet praat jou bij over alle voor de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) relevante politieke ontwikkelingen en mediaberichten.
Met deze week onder andere:
Economen stellen op basis van een analyse van Kadasterdata in ESB dat er wel degelijk sprake is van een uitpondgolf. Zo zou er fors meer verkocht zijn door beleggers aan woning-eigenaren dan van woning-eigenaren aan beleggers. Een recordhoeveelheid van 11.700 woningen meer, zo wordt gesteld. Het betreffen vooral woningen die geraakt zouden worden door de Wet betaalbare huur. Ook NVM kwam donderdag met het bericht dat het aantal huurtransacties in 2023 fors is gedaald (13 procent). De analyse van de economen in ESB wordt overigens weer tegengesproken door Vastgoedmarkt. Daar wordt gesteld dat voor een uitpondgolf alleen de verkopen door beleggers relevant zijn en daar is nog geen sprake van. Wel nemen al sinds 2021 de aankopen af.
Minister De Jonge gaf eerder aan de uitpondgolf niet uit de cijfers te kunnen halen, maar volgens de onderzoekers in ESB komt dat door een foute analyse van de minister. De Jonge gaf daarnaast ook altijd aan een beperkte mate van uitponden geen probleem te vinden aangezien veel zoekers juist gebaat zijn bij betaalbare koop. Volgens het Kadaster sloeg het sentiment in 2021 om, toen de overdrachtsbelasting omhoog ging en de discussie concreter werd over het regulieren van middenhuur.
Tegenover Telegraaf en NRC weerspreekt CBRE het beeld dat uitgeponde woningen worden aangeboden als betaalbare koop. Gezien de schaarste zijn deze immers alsnog te duur middeninkomens. In combinatie met de verschraling van het huuraanbod wordt het voor leraren en agenten daarmee nog lastiger om in binnensteden te wonen, aldus CBRE.
Maar liefst 247 kantjes had minister De Jonge nodig om alle gedetailleerde vragen rondom de Wet betaalbare huur te beantwoorden. Het betroffen vooral feitelijke vragen, waarbij de minister de wet ondanks de kritiek vanuit met name particuliere beleggers fel blijft verdedigen. Een belangrijk punt daarbij is dat De Jonge verwacht dat de wet geen onaanvaardbaar nadelige effecten op de woningbouwambities zal hebben. Hij erkent dat de marktwaarde van de woningen van institutionele en particuliere beleggers zal dalen, maar dat investeren in huurwoningen aantrekkelijk blijft.
"In het meest pessimistische geval dat institutionele partijen en corporaties slechts 60 procent bouwen van hetgeen zij hebben voorgenomen en dat er veel wordt uitgepond neemt de voorraad middenhuur na 10 jaar alsnog toe met 8.000 woningen ten opzichte van de huidige middenhuurvoorraad. In het geval dat institutionele partijen en corporaties ieder 50.000 woningen bouwen en dat er weinig wordt uitgepond neemt de voorraad middenhuur met 117.000 woningen toe", aldus De Jonge.
"Omdat de totale voorraad van woningen van investeerders niet afneemt en ik er vertrouwen in heb dat er voldoende nieuwe middenhuurwoningen gebouwd worden, deel ik niet de mening dat het wetsvoorstel leidt tot een droeve herverdeling van schaarste. Wel zie ik dat een deel van de woningen van investeerders (terug)stroomt naar eigenaar bewoners, wat betekent dat de positie van kopers is verbeterd. Daar staan echter nieuwe toevoegingen van huurwoningen door investeerders tegenover."
Verder stelt de minister dat een deel van de wet wel degelijk betrekking heeft op bestaande huurcontracten. Dat zit met name in het element van het dwingend maken van het woningwaarderingsstelsel en dan specifiek woningen die op basis van het WWS in het lage segment zouden moet vallen. Als er bij aanvang - op basis van de toen geldende liberalisatiegrens - al te veel voor de woning gevraagd werd dan moet die huur direct bij het ingaan van de wet naar beneden. Voor huurprijzen die bij aanvang boven de toen geldende WWS-grens zaten - maar daar eigenlijk onder zouden moeten zitten - geldt een overgangstermijn van een jaar. Alleen voor huurcontracten die daadwerkelijk op basis van het WWS onder middenhuur vallen (145 tot 186 punten) gaan de nieuwe regels pas gelden bij overgang naar een nieuwe huurder. In de nota naar aanleiding van het verslag wordt dit toegelicht onder paragraaf 2.1.1. (pagina 35). "De regering is van mening dat het hier gerechtvaardigd is om in te breken in bestaande huurcontracten", aldus De Jonge.
Verder spreekt de minister met klem tegen dat het kabinet niet zorgt voor flankerend beleid om te voorkomen dat er door de stapeling van maatregelen niet meer geïnvesteerd wordt in de huurmarkt. "Juist om op termijn ervoor te zorgen dat voldoende betaalbare woningen worden gebouwd is in de vormgeving van het wetsvoorstel en de daaronder hangende ontwerpbesluiten rekening gehouden met investeringsbereidheid", aldus de minister. Hij wijst daarbij onder andere op de aanpassingen die zijn gedaan met betrekking tot modernisering van het WWS, de hogere tijdelijke premieopslag voor nieuwbouw, de impulsmaatregelen en de afspraken die worden verankerd in de Wet versterking regie volkshuisvesting.
Verder zegt de minister dat er wel degelijk ook naar alternatieven is gekeken. In de bijlagen worden allerlei onderzoeken en (internationale) vergelijkingen meegestuurd. Specifiek zocht hij ook nog het Duitse Mietspiegel model uit. Onder andere de VVD en BBB hadden deze optie genoemd, omdat die beter zou aansluiten bij de regionale situatie. Aan de hand van een voorbeeldberekening in Amsterdam laat De Jonge zien dat huurders daar niet meer geholpen zouden zijn. "De maximale aanvangshuurprijs voor een woning van 65 m2 zou daarmee neerkomen op 1.745 euro (65 x 24,41 euro x 1,10 (10 procent) = 1.745 euro). Deze prijzen zijn voor mensen met een middeninkomen niet betaalbaar. Het Duitse systeem pakt daardoor niet het probleem aan van de reeds bestaande (veel) te hoge huurprijzen", aldus De Jonge.
De Jonge heeft inmiddels ook de Eerste Kamer alvast verzocht de wet met spoed te behandelen.
Minister De Jonge is positief over de kansen dat de staatssteunregels voor corporaties worden versoepeld. Dat wordt duidelijk uit de vrijdag gepubliceerde Kamerbrief over de investeringsmogelijkheden van corporaties in middenhuur. Hij stelt dat zijn inzet om de Brusselse regels te versoepelen vruchten begint af te werpen. "De EC heeft mij laten weten in de eerste helft van 2024 in overleg te zullen treden met de lidstaten om te kijken of, en zo ja welke, wijzigingen nodig zijn in de staatssteunregels", zo valt te lezen, waarbij hij direct aanmerkt dat corporaties door moeten blijven bouwen. "Het is onzeker op dit moment of de Europese regels daadwerkelijk worden gewijzigd en elke wijziging kost hoe dan ook tijd", aldus De Jonge.
Eerder in de week had Aedes al laten weten dat het budget om aan de woningbouwdoelstellingen voor het middensegment te voldoen voor corporaties bij lange niet toereikend is. Van de ambitie om tot 2030 50.000 middenhuurwoningen te bouwen zullen er met de huidige middelen slechts 26.100 gerealiseerd kunnen worden. Dit heeft onder andere te maken met de gestegen bouwkosten en hogere rente, zo stelt ook de minister in zijn brief.
De Jonge somt in zijn brief een aantal mogelijkheden op, waaronder de borging via het WSW zoals dat nu al gebeurt voor de sociale huur. Aedes is fel pleitbezorger van deze optie. Andere mogelijkheden die in de brief worden uitgewerkt zijn een middenhuurfonds en projectfinanciering.
In de brief licht De Jonge verder toe dat de evaluatie van het opschorten van de marktverkenning genuanceerd is. Het effect is beperkt meetbaar, maar uiteindelijk wel positief.
Ook zegt hij geen uitvoering te willen geven aan de vraag vanuit de Kamer om corporaties voorrang te bieden bij woningen die verkocht worden door beleggers. "Het is aan verkopers woningen zelf om te bepalen voor welke prijs zij hun bezit willen vervreemden en aan wie. Het vestigen van een voorkeursrecht voor woningcorporaties is daarbij principieel niet mogelijk met het oog op het de bescherming van het eigendomsrecht zoals onder andere is vastgelegd in het EVRM", aldus De Jonge, die daarnaast vaststelt dat er geen generieke wens bij corporaties bestaat om dit mogelijk te maken.
De vervolgwet om de huurprijsverhogingen in de vrije sector te maximeren is nog niet door de Tweede Kamer, maar de minister deed afgelopen week alvast een beroep op de Eerste Kamer om de wet snel te behandelen. De huidige wet loopt namelijk 1 mei al af en het is daarom noodzakelijk dat de wet uiterlijk eind april is gepubliceerd. "Om de verlenging tijdig in werking te kunnen laten treden, is het van belang dat uw Kamer uiterlijk op 23 april 2024 instemt met het wetsvoorstel. Indien uw Kamer later beslist over het wetsvoorstel of het wetsvoorstel verwerpt, is het gevolg daarvan dat de maximering van de huurprijsverhogingen voor geliberaliseerde huurovereenkomsten eindigt op 1 mei 2024", aldus de minister. GroenLinks/PvdA heeft inmiddels een amendement ingediend om vast te houden aan de systematiek van de laagste van inflatie of loonontwikkeling bij het vaststellen van de maximale huurverhoging.
In de ministerraad zijn afgelopen week twee relevante besluiten genomen. Zo gaat het voorstel van staatssecretaris Van Rij in consultatie om nieuwe voorwaarden te stellen aan kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting. "Zo wordt de kavelruilvrijstelling niet langer van toepassing op de verkrijging van woningen inclusief de ondergrond en eventuele aanhorigheden. Agrarische bedrijfswoningen kunnen onder de kavelruilvrijstelling wel vrij van overdrachtsbelasting worden verkregen. Alleen gronden en opstallen, die agrarisch bedrijfsmatig worden geëxploiteerd, kunnen nog onder de kavelruilvrijstelling vallen", zo valt te lezen in de toelichting. Daarnaast gaat een voorstel van minister De Jonge in consultatie met betrekking tot het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken. "Met dit conceptwijzigingsbesluit worden twee grondslagen gecreëerd voor verstrekking van het WOZ-gegeven door het Kadaster aan bestuursorganen in het kader van kostenverhaal onder de Omgevingswet en de uitvoering van een specifieke uitkering", aldus het verslag. De gegevens kunnen onder andere door gemeenten worden ingezet voor de isolatieaanpak.
Geannoteerde besluitenlijst ministerraad 28 maart 2024
Rapporteur namens de Kamer Veltman-Kamp (VVD) was afgelopen week kritisch op het inzicht in de infrabestedingen ten aanzien van het programma woningbouw en mobiliteit, zo werd duidelijk tijdens het commissiedebat Strategische keuzes bereikbaarheid. Zo is volgens haar onduidelijk op basis van welke criteria projecten zijn geselecteerd. Ook worden de verwachte maatschappelijke opbrengsten niet toegelicht. Ze drong er daarom op aan dat in de voortgangsrapportages beter inzicht wordt gegeven in de doelmatigheid en doeltreffendheid van de bestedingen.
Minister Harbers liet weten momenteel nog te werken aan een opzet voor de voortgangsrapportages en verwacht deze binnen enkele weken met de Kamer te kunnen delen. "Die rapportage geeft inzicht in de voortgang van de aanleg van infrastructuur en de daaraan gekoppelde woningbouw. Daarnaast is er dan aandacht voor de financiën en voor de kansen en risico's die van belang zijn voor het programma", aldus de minister. Als reactie op het commentaar van Veltman-Kamp wil hij daarbij ook alvast de maatschappelijke opbrengst gaan monitoren. De eerste rapportage moet dit najaar verschijnen.
Verder in het debat stelde Harbers dat de pauzeknop voor infraprojecten geen effect zou moeten hebben op de investeringen die zijn gelabeld voor de zeventien grootschalige woningbouwlocaties, aangezien deze projecten zijn uitgezonderd voor de pauzeknop. Wel erkende hij dat de pauzeknop voor andere infraprojecten wel impact kan hebben op de woningbouw. Eerder liet hij al weten met betrokken partijen te bezien in welke mate investeringen toch door kunnen gaan.
Transcript Commissiedebat Strategische keuzes bereikbaarheid
De behandeling van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie leverde afgelopen week een fundamenteel debat op over de sturing op de warmtetransitie, inclusief de kernelementen betaalbaarheid en draagvlak. Het belangrijkste punt uit de wet is dat gemeenten de mogelijkheid krijgen om wijken van het gas af te halen. Dit moet volgens de ministers De Jonge en Jetten voorkomen dat individuele bewoners tegen hoge gemeenschappelijke kosten kunnen afdwingen dat een gasnet in stand gehouden wordt. Sommige Kamerleden spraken daarom van een dwangwet. Volgens het kabinet zijn er echter voldoende waarborgen om de participatie goed te regelen en geeft de wet juist duidelijkheid over de mogelijkheden die op wijkniveau beschikbaar zijn voor duurzamere energievoorzieningen. Door de collectieve aanpak wordt deze relatief goedkoper.
Het debat kreeg extra politieke lading door de vlak daarvoor aangekondigde nota van wijziging, waardoor sommige Kamerleden zich voelden overvallen. De nota van wijziging maakt het per 1 januari mogelijk om de tarieven voor warmtenetten te beperken zodat voorkomen wordt dat een overstap van gas naar warmtenet kan zorgen voor hogere in plaats van lagere kosten. Dit kan door de verhogingen van de energiebelastingen voor het warmtenet los te koppelen van de verhogingen voor gas. Ook wordt een aanpassing gedaan in de rekenmethode van de ACM en krijgt de ACM meer inzicht in de kosten en opbrengsten. Met dat laatste punt moet afgedwongen kunnen worden dat warmtebedrijven zich houden aan de regels voor redelijke rendementen. Een gedetailleerde toelichting is te lezen in de nota van wijziging en de Kamerbrief die hieronder zijn toegevoegd.
Volgens Jetten pakken deze maatregelen gunstig uit voor de tarieven voor warmtenetten. Sommige partijen vrezen echter dat warmtebedrijven zich zullen trekken van warmteprojecten door de gevolgen voor hun inkomsten. In Amsterdam trok Vattenfall zich al terug na de aankondiging van de nota van wijziging. Minister Jetten verdedigde dat de plannen hiervoor al langer bekend waren.
Uiteindelijk is het de bedoeling dat de tarieven voor gas en warmtenet helemaal worden losgekoppeld, zodat de tarieven voor het warmtenet worden gebaseerd op de werkelijke kosten. In de praktijk is dat echter complex, zo bleek uit de beantwoording van het kabinet. "Ik moet daarvoor namelijk weten hoe ik die kostengebaseerde tariefregulering kan toepassen per warmtekavel. Daarmee wordt het namelijk veel gerichter en specifieker dan nu kan", aldus Jetten, die daarmee wil wachten tot de behandeling van de Wet collectieve warmte. Deze ligt momenteel ter beoordeling bij de Raad van State. Een amendement van de ChristenUnie (14) om dat nu al voorbereidend in de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie te regelen werd door het kabinet dan ook ontraden.
Het debat kon vanwege het late tijdstip niet worden afgemaakt en zal op 10 april worden vervolgd.
In het debat werd ook gevraagd naar de mogelijkheden om gebouwgebonden financiering mogelijk te maken. Volgens De Jonge is de politieke wens er wel, maar is dit echter 'allemachtig ingewikkeld'. "De consumentenbescherming is heel ingewikkeld. Het is ook ingewikkeld om helder te krijgen wat het betekent voor kredietverstrekkers. Alle financiële instellingen met een drieletterige afkorting in dit domein hebben er een mening over, en meestal niet per se een behulpzame mening waardoor het er makkelijker op wordt. We gaan dit dus zeker regelen, maar het is razend ingewikkeld. Ik hoop dat ik, of beter gezegd mijn opvolger, in 2025 — tegen die tijd moet de formatie toch wel geregeld zijn — een wetsvoorstel aan u kan voorleggen", aldus De Jonge.
Ingediende amendementen, inclusief oordeel kabinet, plus de andere relevante artikelen en documenten:
Minister De Jonge wil op korte termijn met gemeente en corporaties in overleg over een intensievere aanpak van schimmelproblematiek. Dat zei hij tijdens het vragenuurtje in reactie op vragen van de SP. "Op dit moment worden de prestatieafspraken voor het komende jaar voorbereid. Ik zou willen dat in iedere gemeente, met iedere corporatie en met huurdersverenigingen, lokaal een afspraak wordt gemaakt over wat er nodig is om de schimmelproblematiek verder aan te pakken. Daartoe ga ik de handreiking voor de prestatieafspraken, die gaat over de manier waarop je tot prestatieafspraken moet komen, aanscherpen. Ik wil op korte termijn overleggen met de gemeenten en de woningcorporaties over wat we er nog meer aan kunnen doen", aldus de minister.
Verslag vragenuur
Minister De Jonge ziet in de recente uitspraak van de kantonrechter in Amsterdam met betrekking tot enkel glas geen aanleiding om zijn in januari in een Kamerbrief uiteengezette verduurzamingsbeleid te herzien. Dat laat hij weten na vragen van de SP. In de beantwoording somt hij een aantal overwegingen op van de rechter die volgens hem maken dat de kwestie casusgerelateerd is en dus geen betrekking heeft op het hele beleid. "Gelet op de genoemde overwegingen ben ik dan ook van mening, dat het vonnis expliciet ruimte laat voor het algemene beleid waaraan mijn genoemde brief aandacht besteedt. De uitspraak van de rechter heeft betrekking op 1 zaak; gegeven de specifieke aspecten kan niet worden gesteld dat die heroverweging nodig maakt van het algemene beleid dat gericht is op integrale verduurzaming van huurwoningen", aldus de minister. In de beantwoording licht hij toe dat hij zich in zijn beleid wil richten op de brede verduurzamingsaanpak met prioriteit voor de woningen waar de nood nu het hoogst is. Daarbij wil hij dus breder kijken dan naar enkel glas.
Antwoord op vragen van de leden Beckerman en De Hoop over de uitspraak van de kantonrechter in Amsterdam om enkel glas als gebrek te erkennen
Tijdens een technische briefing hebben de samenstellers van het alternatieven plan voor de verbreding van de A27 bij Amelisweerd dat de enorme woningbouwopgave in de regio kan zorgen voor een win-win-situatie als het alternatieve plan wordt doorgezet. Dit komt vooral doordat veel woningbouwprojecten relatief dichtbij liggen wat kansen schept om de mobiliteitsgroei op te vangen met het aantrekkelijk maken van alternatief vervoer als fiets, e-bike of openbaar vervoer. In het alternatieve plan gaat de verbreding van de A27 niet door, waardoor het groen van Amelisweerd behouden kan blijven. Volgens de opstellers is het alternatief simpeler, makkelijker te bouwen en met lagere kosten.
Transcript technische briefing Alternatief plan verbreding A27 bij Amelisweerd (door provincie Utrecht)
In Kamervragen roept de PVV om de NHG-premie te verlagen. Zo wordt gevraagd: Deelt u de mening dat het garantievermogen van de NHG hoger is dan noodzakelijk? Bent u bereid om de afdracht van de NHG aan het Rijk te verlagen of volledig te schrappen? Zou de NHG-premie per 1 januari 2025 omlaag kunnen? Ook vraag de PVV of onderzocht kan worden hoe het garantievermogen beter kan worden ingezet om de koopwoningmarkt toegankelijker te maken voor kwetsbare groepen.
Vragen van de leden Madlener en Tony van Dijck (beiden PVV) aan de ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en van Financiën over het verlagen van de NHG- premie
Het kabinet vindt het aan een volgend kabinet om de collectieve hypotheekschulden verder te beperken, zo valt op te maken uit de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad. Volgens de Europese Commissie is er sprake van 'aanzienlijke verstoringen op de woningmarkt' en stelt daarom voor om de fiscale prikkels verder te beperken en de regels aan te scherpen. Daarnaast dringt de commissie aan op financiële steun voor woningbouw, het ontwikkelen van de private huurmarkt en het beschikbaar maken van bouwlocaties. "Het kabinet erkent dat de private schulden in Nederland relatief hoog zijn. Het is aan een volgend kabinet om maatregelen te nemen die de Nederlandse macro-economische onevenwichtigheden, indien vastgesteld in juni, verder beperken", zo valt te lezen.
Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 11 en 12 april 2024
Het kabinet investeert 2,5 miljard in de Brainport Eindhoven, waardoor onder andere meer woningbouw mogelijk moet worden gemaakt. Dat valt op te maken uit de Kamerbrief die is ondertekend door een hele rits bewindslieden. "Op het gebied van betaalbare woningbouw wordt tot en met 2030 ingezet op de (versnelde) realisatie van 17.000 extra woningen en 2.280 studenteneenheden in de regio. Daarnaast wordt geïnvesteerd in gebiedsmaatregelen voor de twee grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties Knoop XL en HOV4. Het totale pakket aan investeringen bedraagt 425 miljoen euro, waar Rijk en regio beide de helft aan bijdragen (à 212,5 miljoen euro)", zo valt te lezen.
"Om de woningen tijdig op te leveren moet ook de uitvoeringskracht worden versterkt. Rijk en regio gaan daarom nauwer samenwerken bij het versnellen van processen en procedures om het tempo op de realisatie van woningen maximaal te houden. Voor een gezamenlijk beeld van de aanvullende en urgente opgaven en mogelijke oplossingen na 2030 wordt een actualisatie van het MIRT-onderzoek 2020 uitgevoerd."
Volgens ING moeten de uitzonderingsregels voor vaste huurcontracten worden verruimd. Veel woningeigenaren die wel zouden willen verhuren zien hier van af, omdat zij vrezen lang aan een huurder vast te zitten. Daarom zou het alsnog mogelijk moeten worden gemaakt een deel van de woning tijdelijk te verhuren, stelt de bank voor. Animo is volgens ING namelijk wel, maar vanuit de hypotheekverstrekker is het altijd een risico als er een huurder met huurbescherming in een woning zit. "Die wet is er met goede bedoelingen gekomen, maar dit is wel een onnodig probleem. Het effect is dat wij geen toestemming kunnen geven voor verhuur omdat heel snel de huurbescherming in beeld komt", aldus Wim Flikweert van ING tegen De Telegraaf.
Regiovoorzitter Hubert Bruls dreigt politiek Den Haag met het stopzetten van de woningbouw als er niet gezorgd wordt voor een mobiliteitsplan. Dat viel te lezen in FD. Volgens hem loopt de regio vast doordat snelwegenproject ViA15 door de rechter is stilgelegd en tegelijkertijd de woningbouwopgave naar boven is bijgesteld. "We hangen het nu echt wel aan de grote klok door te zeggen dat als die middelen er niet zijn, we stoppen met de woningbouw. Het is belachelijk om mensen in een file te laten staan om bij hun nieuwe woning te komen", aldus Bruls.
Het uitgestelde oordeel van de Hoge Raad over de herstelwet Box 3 zorgt voor een langere periode van onzekerheid voor beleggers. Dat zegt Vastgoed Belang. In 2021 werd de vermogensrendementsheffing door de Hoge Raad afgeschoten, waarna er forse claims werden ingediend en een tijdelijke herstelwet moest worden ingericht. Ook daar zijn echter juridische vraagtekens bij. Aanvankelijk zou de Hoge Raad snel met een oordeel komen, maar deze wordt nu pas verwacht na de zomer.
De vijf grootste pensioenfondsen hebben gezamenlijk aan de informateurs laten weten dat zij miljarden willen steken in de energietransitie. "Want zonder stroom gaat het licht letterlijk uit. Komt ons vestigingsklimaat én het behalen van de klimaatdoelen in gevaar. Komt de woningbouw tot stilstand en blijven we afhankelijk van fossiele brandstoffen uit het buitenland. Een veerkrachtige economie heeft een betrouwbaar energienet en transitie naar hernieuwbare energiebronnen nodig. Dat vereist enorme investeringen, kennis en kunde", zo valt te lezen op de site van ABP.
Twaalf directeuren van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) roepen in het AD op om het leefbaarheidsbeleid te herzien. Zo is er volgens hen momenteel sprake van dweilen met de kraan open doordat werklozen en asielzoekers in kwetsbare wijken worden geplaatst. Daar moet de rem op komen om die wijken weer te laten opbloeien. Kansarmen zouden daarbij geplaatst moeten worden in economisch krachtigere wijken. Binnenkort spreekt de Kamer over leefbaarheid.
AD: Achterstandswijken willen rem op werklozen en asielzoekers: ‘Problemen stapelen zich op’
De Woonbond is toegevoegd in de zaak die door verhuurders is aangespannen tegen de WOZ-cap. Volgens de rechter is het nodig om ook de belangen van huurders mee te wegen.
Minister Harbers hoopt voor het einde van het jaar het kader te kunnen presenteren waarmee invulling kan worden gegeven aan keuzes met betrekking tot automobiliteit. Dat laat hij weten in een Kamerbrief over de voortgang van het Toekomstperspectief Automobiliteit. "Het ministerie concretiseert het Toekomstperspectief stapsgewijs samen met de externe partners tot een kader voor efficiënte, toekomstbestendige keuzes van vandaag en morgen. Voor het versterken van de infrastructuur en de aansluiting tussen de netwerken. En voor de afweging van locaties van woningbouw, bedrijvigheid en voorzieningen", aldus de minister. Het kader dient als input voor het nieuwe kabinet om keuzes in te maken.
Kamerbrief: Voortgang Toekomstperspectief Automobiliteit
Het ministerie van BZK heeft een wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) in consultatie gebracht waarin een zevental zaken worden geregeld. Het gaat om: a) toestaan van tussentijdse inbreng van vermogen in verbindingen van corporaties; b) verlenging van de differentiatie van de DAEB-inkomensgrens; c) verwisseling van de plaats van de beleidswaarde en marktwaarde in de jaarrekening; d) vergemakkelijking van het bieden van administratieve diensten binnen samenwerkingsverbanden; e) periodieke aanpassing van de overcompensatieformule; f) verbetering van inkomenstoetsing voor nareizigers; en g) creëren van een mogelijkheid voor novatie van basisrenteleningen.
"Het betreft deels wijzigingen die nodig zijn vanwege het aflopen van een huidige tijdelijke regeling, deels vereenvoudigingen die gewenst worden geacht op basis van signalen vanuit de Autoriteit woningcorporaties, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en de sector doorvoeren, en deels beleidsmatig ingegeven wijzigingen", zo valt te lezen in de toelichting.
Internetconsultatie: BTIV wijziging voor 7 onderwerpen
Minister De Jonge maant de Kamer tot spoed met betrekking tot de Wet vereenvoudiging huurtoeslag. Gezien de voorbereidingstijd die nodig is moet de wet uiterlijk 1 juli door beide Kamers zijn aangenomen om de invoeringsdatum van 1 januari 2025 te kunnen halen.
Kamerbrief: Kritieke data Wet Vereenvoudiging van de Huurtoeslag
Het kabinet heeft afgelopen week het voorstel gepresenteerd waarmee via de huurtoeslag een fout in de koopkrachtberekeningen wordt rechtgezet.
Het politiek nieuwsoverzicht wordt gemaakt in samenwerking met 1848.nl