Flexwoningen kunnen een instrument zijn om de woningnood te verlichten. Daarnaast bieden ze corporaties de mogelijkheid om te werken aan de doelstelling om CO2-neutraal en circulair te bouwen. Toch blijft de plaatsing van het aantal flexwoningen achter, hoe komt dat? En, wat kun je als corporatie doen?
De Alliantie is wat betreft flexwoningen een koploper met zo’n 1.100 flexwoningen in een jaar, waarvan ze een deel leveren aan andere corporaties. Thijs Boers is locatiemanager bij De Alliantie Ontwikkeling, een dochter van de corporatie. ‘Dat wij relatief veel flexwoningen bouwen en plaatsen komt voort uit de maatschappelijke urgentie. Er zijn specifieke doelgroepen die snel een woning nodig hebben, maar nergens terecht kunnen. Doordat er voor flexwoningen kortere procedures gelden en je bepaalde ontheffingen hebt, kun je sneller woningen realiseren.’
Daarnaast ziet Boers mooie kansen voor CO2-neutraal en circulair bouwen. De woningen zijn doorgaans modulair en industrieel geproduceerd. Dat betekent dat er bij de productie al een lagere uitstoot is. En woningen die opnieuw te plaatsen zijn, zijn per definitie circulair. Waarbij Boers wel opmerkt dat de steeds veranderende regelgeving rond het Bouwbesluit corporaties parten speelt: ‘Wij maken nu modules die aan de eisen voldoen. Maar na 5 jaar, als wij die modules opnieuw willen inzetten op een andere locatie, gelden er misschien weer hele andere regels. Het zou helpen als de overheid daarin meedenkt. Alleen met continuïteit in de regelgeving kunnen wij bouwen voor de korte en lange termijn.’
Die regelgeving gaat ook over de verschuiving die gaande is in de kijk op flexwoningen: ‘Waar we het eerst hadden over tijdelijke woningen, hebben we het nu over permanente woningen op tijdelijke locaties. Dat heeft voor de huurders grote voordelen: deze woningen hebben namelijk een veel betere kwaliteit. De keerzijde daarvan is dat we aan meer regels moeten voldoen, waardoor we minder snel woningen kunnen realiseren.’ Overigens draagt die betere kwaliteit wel bij aan de acceptatie van flexwoningen. ‘Wat er beter uit ziet, mag langer blijven staan. En roept minder weerstand op bij omwonenden.’
In Eemnes heeft de Alliantie, in opdracht van de gemeente, een aantal flexwoningen geplaatst. Een deel van die woningen is bestemd voor jongeren uit Eemnes, de rest is bedoeld om vluchtelingen uit Oekraïne te huisvesten. Omdat dit een initiatief is van de gemeente, is die in eerste instantie verantwoordelijk voor de communicatie met omwonenden. ‘Maar omdat je als corporatie altijd aangesproken wordt op de woningen die je bouwt, houden wij ook actief een vinger aan de pols in de buurt.’ Boers ziet dat de gesprekken en het persoonlijke contact met omwonenden een grote bijdrage heeft geleverd aan acceptatie. ‘Er is veel te doen rondom weerstand en bezwaarprocedures vanuit de buurt. Toch merken wij daar niet zo veel van. Als je met mensen praat en naar hen luistert, blijkt al snel dat er ook begrip is. Zij snappen ook wel dat iedereen een dak boven zijn hoofd nodig heeft. En als je kind geen woning kan vinden, dan ondervind je die woningnood aan den lijve.’
Daarnaast is Boers ervan overtuigd dat het sterk uitmaakt hoe je een project opzet. ‘Plaats je 120 flexwoningen op 1 locatie of verdeel je die over 4 locaties. Dat maakt nogal wat uit. Natuurlijk heeft die laatste optie meer voeten in de aarde, maar je kunt ervan uitgaan dat je op veel minder bezwaren zult stuiten. En dat je dus sneller iets kunt realiseren.’
Samengevat ziet Boers de volgende verbetermogelijkheden voor de plaatsing van flexwoningen:
Om het voor corporaties makkelijker te maken flexwoningen te realiseren, heeft Aedes, namens de sector, een raamovereenkomst met verschillende bouwpartijen afgesloten. Zij bouwen samen met corporaties en gemeenten de benodigde flexwoningen. Met deze raamovereenkomst, en de bijbehorende documenten voor een minicompetitie, kunnen corporaties aan de slag om zelfstandig de flexwoningen in te kopen. De raamovereenkomst die Aedes heeft afgesloten, bevat verschillende percelen. Met een minicompetitie kunnen corporaties snel leveranciers selecteren die de flexwoningen kunnen leveren.