‘Om het enorme woningtekort in te lopen, zijn regie en forse investeringen van de rijksoverheid nodig’, is de oproep op de landelijke Woontop op 29 februari in Den Haag. Een brede coalitie ondertekende de Uitvoeringsagenda Wonen. De twaalf belangenbehartigers van bouwers, projectontwikkelaars, woningcorporaties, particuliere verhuurders, gemeenten en institutionele beleggers sporen in dit manifest het nieuwe kabinet aan jaarlijks drie tot vijf miljard euro vrij te maken om zo de gewenste jaarproductie van 100.000 woningen - waarvan tweederde in het lagere en middensegment - te realiseren.
De wooncoalitie wil dat de financiële middelen onder meer worden gebruikt voor de aanleg van infrastructuur bij nieuwe woonwijken, versterking van de financiële positie van gemeenten, afschaffing van de vennootschapsbelasting voor woningcorporaties en een ‘substantiële verlaging’ van de overdrachtsbelasting voor beleggers.
Martin van Rijn, voorzitter Aedes: 'Veel vertraging ontstaat bij de planvorming. We moeten de krachten van marktpartijen, corporaties en overheden bundelen. Niet meer op elkaar wachten, maar gelijktijdig aan de slag en in gemeenten de inwoners vroegtijdig bij de plannen betrekken.' Om vertraging van woningbouwplannen door bezwaarprocedures terug te dringen pleiten de partijen voor aanpassing van wetgeving, het versterken van de capaciteit van de Raad van State en het zwaarder laten wegen van het belang van woningzoekenden.
De partijen hebben afgesproken om industriële woningbouw te bevorderen en eisen ten aanzien van nieuwbouw te uniformeren, omdat alleen daarmee sneller, goedkoper en vooral ook duurzamer gebouwd kan worden. De partijen beklemtonen dat juist daardoor gevarieerde en prettige woongebieden gerealiseerd kunnen worden. Industriële woningbouw kan een vliegwiel zijn. Zeker als overheden hun eisen aan nieuwe en betaalbare woningen op landelijk niveau standaardiseren. Zodoende kan innovatie en technologische vernieuwing in de sector aangejaagd worden, zodat de woningbouw versneld aan de hoogste eisen van duurzaamheid voldoet.
De partijen hebben afgesproken samen met het Rijk een monitoringssysteem te ontwikkelen dat inzicht geeft over wat waar gebouwd moet worden en waarin de voortgang van elk woningbouwplan in Nederland nauwkeurig bewaakt wordt. Wethouder Hein de Haan namens VNG-commissie Ruimte, Wonen en Mobiliteit: 'Provincies, gemeenten, corporaties en ontwikkelaars gaan hun gegevens bundelen. Met behulp van dit systeem worden vertragingen eerder zichtbaar en kunnen belemmeringen sneller achterhaald en opgelost worden.'
De partners van de Uitvoeringsagenda Wonen zijn gecommitteerd om gezamenlijk tot het uiterste te gaan. Ze zetten de eigen belangen opzij om versneld naar 100.000 woningen per jaar te gaan zodat een passende woonplek voor alle Nederlanders vanzelfsprekend wordt. Van de overheid wordt met klem gevraagd om structureel samen te werken.
‘Wij vinden het belangrijk om deze substantiële, langjarige middelen te koppelen aan langjarige afspraken over deze integrale opgave en de uitvoering daarvan. En wij hebben hierbij grote behoefte aan een structureel partnerschap met het Rijk’, schrijft de coalitie in de uitvoeringsagenda.
Uit de UitvoeringsagendaWij werken samen aan: Hiervoor hebben wij het volgende nodig van het Rijk: 1. Voldoende structurele financiële middelen om alle ambities uit de woondeals te kunnen waarmaken (€ 3 tot 5 miljard per jaar). |
De Uitvoeringsagenda Wonen werd op 29 februari ondertekend door Aedes, Bouwend Nederland, G40, IPO, IVBN, NEPROM, NVM, VNG, Vereniging Eigen Huis, Vastgoed Belang, WoningBouwersNL en de Woonbond tijdens de Woontop in Den Haag.
Download hier de Uitvoeringsagenda Wonen 2024