De Aw (Autoriteit woningcorporaties) houdt integraal toezicht op corporaties en ziet een goed functionerende governance als de belangrijkste waarborg voor goed presteren op de andere toezichtterreinen. De Aw beoordeelt de risico’s in de governance van een corporatie o.b.v. de zgn. Governance-inspectie op locatie eens in de 4 jaar en o.b.v. een zgn. basisonderzoek.
Overzicht beoordeling door Aw | ||
Periode | Governance-inspecties | Basisonderzoeken |
1-7-2020/
20-7-2021
(1 jaar)11 |
46 corporaties: 80% hiervan voldoet aan de criteria en bij 20% is verbetering nodig op één of meerdere deelterreinen. | Bij 226 corporaties: 3,5% heeft een hoog risico (7 corporaties), 20% heeft een gemiddeld risico (46 corporaties) en bij 76,5% (173 corporaties) zijn alleen maar lage risico’s geconstateerd. Met 90 corporaties zijn toezichtsafspraken gemaakt.
|
1-1-2019/ 1-7-2020
(1,5 jaar)12 |
34 corporaties: 68% hiervan voldoet aan de criteria en bij 32% (vooral kleine corporaties) is verbetering nodig op één of meerdere deelterreinen. | Bij 220 corporaties.13 Met 78 corporaties zijn toezichtsafspraken gemaakt.
|
Hugo Eekhof, Programmamanager Governance Aw: “De governance, waaronder de professionaliteit van het intern toezicht, is door de herziene Woningwet in 2015 en de inzet van alle partijen in de sector in de afgelopen jaren verbeterd. Dit is nog niet bij alle corporaties het geval en zal bij die corporaties nog steeds inzet van de Aw vergen. Bovendien staan corporaties door de situatie op de woningmarkt voor een omvangrijke maatschappelijke opgave. Dit vraagt ook het nodige van de governance en beheersing van de corporatie. Een goed functionerende governance draagt bij aan het volkshuisvestelijk presteren door corporaties en helpt nog steeds bij het voorkomen van problemen op de andere toezichtterreinen van de Aw. Zoals het zorgvuldig beheer van het maatschappelijk gebonden vermogen, de financiële continuïteit, rechtmatigheid en integriteit.
Doordat bestuur en intern toezicht beter functioneren kan de Aw bij het onderzoek naar risico’s in de governance meer varen op de kwaliteit van het bestuur en intern toezicht. Bestuurders en commissarissen worden gestimuleerd om hun verantwoordelijkheid te nemen voor de beheersing van de risico’s in de governance. Naast voldoende inrichting van systemen, regels en procedures, zijn gedrag en cultuur essentieel voor de werking van de governance. Als Bestuur en RvC hierin hun verantwoordelijkheid nemen dan gaat de Aw uit van vertrouwen en is er geen aanleiding tot verdieping op de risicogebieden zoals beschreven in het beoordelingskader.”