Aan de leden van de VTW
Haarlem/Utrecht, 19 november 2021
Geachte leden van de Vereniging van Toezichthouders van Woningcorporaties,
Al bijna anderhalve eeuw dragen woningcorporaties bij aan een samenleving waar iedereen fatsoenlijk en betaalbaar kan wonen, waar niemand wordt uitgesloten en waar de plek waar je woont niet bepalend is voor de kansen die je krijgt. Toezichthouders op woningcorporaties hebben hierin een belangrijke rol. Het ontbreken van een gezaghebbende achterban maakt de Raad van Commissarissen tot het belangrijkste orgaan om het bestuur van een woningcorporatie een spiegel voor te houden en aan te spreken op verantwoord gedrag. Een goede invulling van het intern toezicht is zodoende een opdracht van maatschappelijk belang.
De context en het krachtenveld waarin woningcorporaties hun rol vervullen zijn aan voortdurende verandering onderhevig.. Het toezicht moet mee veranderen en kent daarnaast zijn eigen ontwikkeling. Na de parlementaire enquête en de invoering van de Woningwet 2015 was het bij veel woningcorporaties tijd voor corrigeren, saneren en herijken. Evenals het externe toezicht bewaakte het interne toezicht deze maatschappelijk gewenste ontwikkeling door de nadruk te leggen op de doelmatigheid en rechtmatigheid van het bestuurlijk handelen. Er is een krachtige governancecode opgesteld en visitatie werd een verplicht onderdeel van de beleidscyclus.
Deze ontwikkelingen hebben hun waarde bewezen. Woningcorporaties hebben het beschadigde vertrouwen van politiek en samenleving grotendeels herwonnen. Het is mede aan het interne toezicht om het hernieuwde vertrouwen te bestendigen. Tegelijkertijd biedt dit herwonnen vertrouwen de kans om de maatschappelijke waarde van corporaties te vergroten en de doelmatigheid van het toezicht te verhogen. Nederland heeft te maken met meerdere crises. Denk aan de wooncrisis, de klimaatcrisis, een toenemende kansenongelijkheid en een historisch laag vertrouwen in instituties. Corporaties kunnen een rol van betekenis spelen als het erom gaat deze crises het hoofd te bieden. Het is noodzakelijk dat het toezicht dit onderkent.
Op verzoek van de VTW hebben vijftien deskundigen en vernieuwers1 zich in de afgelopen maanden gebogen over de vraag waar het toezicht tenminste aan moet voldoen om zijn rol effectief te kunnen blijven vervullen2. Het resultaat van deze exercitie is als volgt samen te vatten:
‘De volkshuisvesting is gebaat bij toezicht dat het gedrag van de woningcorporatie in de eerste plaats beoordeelt vanuit het gezichtspunt van haar directe belanghebbenden en met kennis van het krachtenveld waarin zij werkzaam is. De menselijke maat, de lokale samenwerking en de nationale volkshuisvestingsopgaven zijn hierin sleutelwoorden. Door met deze inzet de dialoog aan te gaan met het bestuur, kan de maatschappelijke waarde van de woningcorporatie worden gewaarborgd’.
Er zijn veel omstandigheden die ervoor zorgen dat het toezicht anno 2021 ten opzichte van dit wensbeeld tekortschiet. De denktank adviseert daarom het intern toezicht op vier punten verder te ontwikkelen:
De adviezen van de denktank beperken zich tot de rol en invulling van het toezicht, maar in de overtuiging dat voor een vitale volkshuisvesting de komende jaren veel meer nodig is. Verbeter de wereld, begin bij jezelf, is ons uitgangspunt. Maar niemand maakt het verschil alleen.
Dit advies raakt aan zaken die buiten de directe invloedsfeer van het intern toezicht zelf liggen. Ook de omgeving van het interne toezicht zal zich verder (moeten) ontwikkelen, en als het aan de denktank ligt in samenhang en in dezelfde richting. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van de huurdersvertegenwoordiging, aan die van de partners in het lokale netwerk en aan die van de bestuurders van woningcorporaties.
Maar de adviezen raken evenzeer de rol van het Rijk en het externe toezicht. Een belangrijke voorwaarde voor succes is wat betreft de denktank dat een nieuw kabinet komt met een duidelijke visie op de volkshuisvesting, en een heldere formulering van de nationale opgaven paart aan een passend speelveld voor woningcorporaties, inclusief de bijbehorende middelen.
Er is de denktank gevraagd advies te geven over ‘hoe’ het interne toezicht haar rol het beste kan blijven vervullen. In het vervolg van deze brief worden de bevindingen van de denktank toegelicht. Dat gebeurt in twee delen, een analysedeel en een adviesdeel.
De analyse start met een beschrijving van het interne toezicht anno 2021. Dan wordt stil gestaan bij de volkshuisvestelijke resultaten waaraan het succes van de corporaties en daarmee van het toezicht wordt afgemeten. Er is veel werk verzet, maar om de volkshuisvestelijke opgaven van morgen het hoofd te bieden is meer nodig. De denktank constateert dat de situatie urgent is, en ook de governance van corporaties raakt. het analysedeel sluit af met het benoemen van vier kwetsbaarheden in de volkshuisvesting die volgens de denktank het meest relevant zijn vanuit het oogpunt van governance.
In het tweede deel van deze brief formuleren we ons antwoord op de vraag hoe het beter kan. We schetsen vier ontwikkelrichtingen en doen concrete suggesties hoe daar vorm en inhoud aan te geven.
Met deze adviezen besluit de denktank haar brief, maar beslist niet het denken en het gesprek. Het is eerder andersom: de denktank ziet deze brief nadrukkelijk als startpunt van een, niet vrijblijvende, dialoog. De toekomst van het toezicht op woningcorporaties is immers een wezenlijk onderdeel van een toekomstbestendige volkshuisvesting.
Jacobine Geel Voorzitter denktank ‘Toekomst toezicht woningcorporaties’
1. Anouk Corel, Erik Dannenberg, Sylvo Gaastra, Jacobine Geel, Bharti Girjasing, Robert de Heer, Patrick Kenis, Bert Krikke, Jantine Kriens, Anna Oosterhuis, Martin van Rijn, Hans Ton, Carlo Vankan, Anne-jo Visser, Esmé Wiegman.
2. De denktank is ondersteund door Jeroen Frissen en Derk Windhausen van Circusvis, die ter voorbereiding op dit advies veel hebben gelezen en hebben gesproken met diverse specialisten en ervaringsdeskundigen op het gebied van volkshuisvesting en toezicht.