‘De RvC heeft de plicht om met de ogen en oren van de maatschappij naar de organisatie te kijken, en inzicht te krijgen in de behoeften van de samenleving. Andersom klopt de buitenwereld steeds vaker ook bij de RvC aan,’ stelt Peter Ruigrok.De Woningwet stelt kaders voor deze omslag in intern toezicht, maar de verwachtingen zijn niet altijd duidelijk. ‘De overheid ze de koers van de boot uit, maar roeit niet. Dat betekent dat de overheid niet meer precies voorschrijft hoe het moet. Maatschappelijke organisaties zijn zelf aan zet. De commissaris is persoonlijk meer verantwoordelijk om uit te zoeken of de organisatie het goede doet.’
Dat vraagt om andere vaardigheden van de commissaris en om andere contacten. ‘Je moet je steeds afvragen of de organisatie zich verhoudt tot de behoeften in de samenleving. Daarvoor moet je meer luisteren en gesprekken voeren met bewoners en maatschappelijke partners. Doen we het goede? Tegelijkertijd moet je helder communiceren wat je rol als commissaris is en niet op de stoel van de bestuurder gaan zitten.' Volgens Ruigrok moet de RvC hierin als collectief optreden. ‘Je kan als commissaris niet meer op de automatische piloot je werk doen, je moet ook over je eigen specialisme heen kijken Maar hoe dan? Daarover moet je met elkaar in de RvC in gesprek. Onderling moeten de verwachtingen helder op tafel liggen.’
Volgens Ruigrok wordt hun werk niet makkelijker, wel relevanter. ‘Als je met toewijding en energie je werk doet, kan je het verschil maken. Een voorbeeld? Door te toetsen of huurders voldoende betrokken worden bij de verduurzaming van hun woning. Kortom: doe het goede, en doe het goede goed.’
Peter Ruigrok is bestuursadviseur bij Twijnstra Gudde. Daarnaast is hij onder meer RvC-voorzitter bij Woningbouwvereniging voor Ambtenaren in Arnhem. www.twynstragudde.nl
De RvC heeft de plicht om met de ogen en oren van de maatschappij naar de organisatie te kijken, en inzicht te krijgen in de behoeften van de samenleving. Andersom klopt de buitenwereld steeds vaker ook bij de RvC aan,’ stelt Peter Ruigrok.
De Woningwet stelt kaders voor deze omslag in intern toezicht, maar de verwachtingen zijn niet altijd duidelijk. ‘De overheid ze de koers van de boot uit, maar roeit niet. Dat betekent dat de overheid niet meer precies voorschrijft hoe het moet. Maatschappelijke organisaties zijn zelf aan zet. De commissaris is persoonlijk meer verantwoordelijk om uit te zoeken of de organisatie het goede doet.’
Dat vraagt om andere vaardigheden van de commissaris en om andere contacten. ‘Je moet je steeds afvragen of de organisatie zich verhoudt tot de behoeften in de samenleving. Daarvoor moet je meer luisteren en gesprekken voeren met bewoners en maatschappelijke partners. Doen we het goede? Tegelijkertijd moet je helder communiceren wat je rol als commissaris is en niet op de stoel van de bestuurder gaan zitten.’
Volgens Ruigrok moet de RvC hierin als collectief optreden. ‘Je kan als commissaris niet meer op de automatische piloot je werk doen, je moet ook over je eigen specialisme heen kijken Maar hoe dan? Daarover moet je met elkaar in de RvC in gesprek. Onderling moeten de verwachtingen helder op tafel liggen.’
Volgens Ruigrok wordt hun werk niet makkelijker, wel relevanter. ‘Als je met toewijding en energie je werk doet, kan je het verschil maken. Een voorbeeld? Door te toetsen of huurders voldoende betrokken worden bij de verduurzaming van hun woning. Kortom: doe het goede, en doe het goede goed.’
Peter Ruigrok is bestuursadviseur bij Twijnstra Gudde. Daarnaast is hij onder meer RvC-voorzitter bij Woningbouwvereniging voor Ambtenaren in Arnhem.
www.twynstragudde.nl