Directeur Woonbond
Een van de speerpunten bij de oprichting van de Woonbond in 1990 was de gelijke behandeling van huren en kopen. Toen de VTW 20 jaar geleden werd opgericht stond die doelstelling nog steeds op onze agenda. En wie vandaag de dag naar de situatie op de woningmarkt kijkt, ziet dat er nog steeds niet zo veel van terechtgekomen is.
Eenvoudig uitgelegd: wie bij corporaties huurt, betaalt mee aan de huisvesting van toekomstige generaties. Wie koopt zorgt (met de steun van de hypotheekrenteaftrek) voor de groei van het vermogen in eigen kring. Daar lijkt voorlopig geen eind aan te komen. Voor toezichthouders is het daarom in de eerste plaats een dure plicht om ervoor te zorgen dat de huurpenningen zo efficiënt mogelijk besteed worden voor deze en toekomstige generaties. Maar vermoedelijk ook de plicht om de politiek erop te wijzen dat de huidige opgaven op de woningmarkt niet alleen op de schouders van de minst draagkrachtigen terecht kunnen komen. Waarom zouden eigenaar-bewoners niet direct meebetalen aan de huisvesting van statushouders, de uitstroom uit de GGZ en de leefbaarheid van wijken, wanneer sociale huurders dat wél doen? Twee jaar geleden, kort na de invoering van de coronamaatregelen kwam ik deze sector binnen. Hoewel het toen al zonneklaar was dat er een woningtekort is, heeft de discussie rondom dat tekort zich razendsnel ontwikkeld. Zo kregen we woondemonstraties, kreeg wonen een belangrijke rol bij de verkiezingen en hebben we voor het eerst sinds jaren een minister voor wonen gekregen. Het kan dus snel gaan. Ik nodig de VTW en haar leden daarom uit om in het kader van dit jubileum samen met ons de stap naar de toekomst te zetten en de doelstelling om huren en kopen gelijkwaardig te maken af te stoffen en enthousiast op te poetsen.
Een van de speerpunten bij de oprichting van de Woonbond in 1990 was de gelijke behandeling van huren en kopen. Toen de VTW 20 jaar geleden werd opgericht stond die doelstelling nog steeds op onze agenda. En wie vandaag de dag naar de situatie op de woningmarkt kijkt, ziet dat er nog steeds niet zo veel van terechtgekomen is.
Eenvoudig uitgelegd: wie bij corporaties huurt, betaalt mee aan de huisvesting van toekomstige generaties. Wie koopt zorgt (met de steun van de hypotheekrenteaftrek) voor de groei van het vermogen in eigen kring. Daar lijkt voorlopig geen eind aan te komen. Voor toezichthouders is het daarom in de eerste plaats een dure plicht om ervoor te zorgen dat de huurpenningen zo efficiënt mogelijk besteed worden voor deze en toekomstige generaties. Maar vermoedelijk ook de plicht om de politiek erop te wijzen dat de huidige opgaven op de woningmarkt niet alleen op de schouders van de minst draagkrachtigen terecht kunnen komen. Waarom zouden eigenaar-bewoners niet direct meebetalen aan de huisvesting van statushouders, de uitstroom uit de GGZ en de leefbaarheid van wijken, wanneer sociale huurders dat wél doen? Twee jaar geleden, kort na de invoering van de coronamaatregelen kwam ik deze sector binnen. Hoewel het toen al zonneklaar was dat er een woningtekort is, heeft de discussie rondom dat tekort zich razendsnel ontwikkeld. Zo kregen we woondemonstraties, kreeg wonen een belangrijke rol bij de verkiezingen en hebben we voor het eerst sinds jaren een minister voor wonen gekregen. Het kan dus snel gaan. Ik nodig de VTW en haar leden daarom uit om in het kader van dit jubileum samen met ons de stap naar de toekomst te zetten en de doelstelling om huren en kopen gelijkwaardig te maken af te stoffen en enthousiast op te poetsen.