Als ervaren bestuurder en toezichthouder geeft Koos Parie les aan toezichthouders van de toekomst. De deelnemers van de Leergang Aankomende commissarissen van de VTW Academie geeft hij steevast een advies: ga tijdens de stage bij de RvC mee op werkbezoek in het werkgebied. ‘Je ziet dan met eigen ogen wat de opgaven zijn. Bedenk dat elke euro die de corporatie uitgeeft uit de portemonnee van de huurder komt. Een tientje meer huur kan betekenen dat een kind niet meer op voetbal kan.’
Parie is nauw verbonden met de VTW. Tijdens het oprichtingscongres van de vereniging was hij de dagvoorzitter. Twintig jaar later blikt hij tijdens het komende jubileumcongres van de VTW op 7 oktober terug en vooruit. Samen met zijn ORKA-partner Gerard Erents schreef hij voor de VTW tientallen casussen om de leden meer inzicht te geven in de praktijk van het toezicht. Als ervaren rot in het vak en luis in de pels neemt hij geen blad voor de mond, maar hij waakt ervoor om zichzelf té serieus te nemen. ‘Je bent een radartje in het geheel, dat geldt voor elke toezichthouder, je moet jezelf relativeren. De beste garantie voor goede prestaties van de corporatie is goed management en personeel.’
Met de Woningwet en de Governancecode Woningcorporaties heeft de sector – na de misstanden en de parlementaire enquête - het toezicht op orde. Maar ‘good governance’ – met de vele regels waar de RvC aan moet voldoen - moet volgens Parie nooit het doel zijn. ‘Governance is een middel om corporaties hun werk goed te laten doen. Corporaties moeten hun financiën op orde hebben, hun volkshuisvestelijke opgaven in beeld hebben en goed met de belanghouders – en vooral met de huurders - omgaan. Daar gaat het om. We moeten in de gaten blijven houden dat de aandacht voor governance niet de overhand krijgt. Een RvC moet geen tweede bestuur worden.’
De aanbeveling van de VTW-denktank toekomst toezicht (zie pagina 8 e.v.) dat de huurder meer centraal moet staan, onderschrijft Parie, wel met de kanttekening dat de belangen van huurders en van woningzoekenden fors kunnen verschillen. Bovendien moet een toezichthouder zich bewust zijn van zijn rol, stelt hij. ‘De RvC moet altijd vanuit de huurder denken. Je moet snappen wie de doelgroep van de corporatie is. Maar hoe de corporatie daarmee omgaat moet je beoordelen vanuit je rol als toezichthouder. Je houdt als RvC toezicht op de organisatie, je moet nagaan of de organisatie in verbinding staat met de huurder. Dat is echt iets anders dan structureel zelf één op één gesprekken met huurders voeren.’
Volgens Parie hoeft een commissaris niet dezelfde achtergrond als een huurder te hebben om zijn of haar functie goed te vervullen. ‘Een huisarts die in een arme wijk zijn praktijk heeft, staat dichterbij de leefwereld van de huurder dan een hoogleraar duurzaamheid. Voor iedere toezichthouder geldt dat hij of zij zich altijd moet realiseren wie de doelgroep is van de corporatie, wat huurders bezighoudt. Wat andere groepen zijn die de corporatie nodig hebben, zoals statushouders. In de problematiek van die mensen moet je je verdiepen en kunnen verplaatsen.’
Elke toezichthouder moet zich blijven ontwikkelen, stelt Parie. De invoering van de verplichte permanente educatie (PE-punten) heeft de professionalisering van het toezicht - na de misstanden in de sector - ‘een enorme boost’ gegeven. ‘De wereld van de volkshuisvesting en het vak governance krijgen veel meer aandacht. Dat is positief. In die zin hebben de misstanden ook iets goeds opgeleverd.’
Koos Parie heeft - tot slot - nog een boodschap voor jonge toezichthouders van de toekomst. ‘Doe vanaf het begin volop mee. Laat je niet wegzetten als nieuwkomer. Jouw bijdrage is juist relevant. De meeste ervaren toezichthouders lopen op de dossiers als digitalisering en sociale media bijvoorbeeld jaren achter. Jong talent moeten we koesteren.’
Koos Parie > ervaren toezichthouder
Als ervaren toezichthouder neemt Koos Parie geen blad voor de mond. Een gesprek over elke euro die uit de portemonnee van de huurder komt, good governance als middel en adviezen aan de toezichthouders van de toekomst.
Als ervaren bestuurder en toezichthouder geeft Koos Parie les aan toezichthouders van de toekomst. De deelnemers van de Leergang Aankomende commissarissen van de VTW Academie geeft hij steevast een advies: ga tijdens de stage bij de RvC mee op werkbezoek in het werkgebied. ‘Je ziet dan met eigen ogen wat de opgaven zijn. Bedenk dat elke euro die de corporatie uitgeeft uit de portemonnee van de huurder komt. Een tientje meer huur kan betekenen dat een kind niet meer op voetbal kan.’
Parie is nauw verbonden met de VTW. Tijdens het oprichtingscongres van de vereniging was hij de dagvoorzitter. Twintig jaar later blikt hij tijdens het komende jubileumcongres van de VTW op 7 oktober terug en vooruit. Samen met zijn ORKA-partner Gerard Erents schreef hij voor de VTW tientallen casussen om de leden meer inzicht te geven in de praktijk van het toezicht. Als ervaren rot in het vak en luis in de pels neemt hij geen blad voor de mond, maar hij waakt ervoor om zichzelf té serieus te nemen. ‘Je bent een radartje in het geheel, dat geldt voor elke toezichthouder, je moet jezelf relativeren. De beste garantie voor goede prestaties van de corporatie is goed management en personeel.’
Met de Woningwet en de Governancecode Woningcorporaties heeft de sector – na de misstanden en de parlementaire enquête - het toezicht op orde. Maar ‘good governance’ – met de vele regels waar de RvC aan moet voldoen - moet volgens Parie nooit het doel zijn. ‘Governance is een middel om corporaties hun werk goed te laten doen. Corporaties moeten hun financiën op orde hebben, hun volkshuisvestelijke opgaven in beeld hebben en goed met de belanghouders – en vooral met de huurders - omgaan. Daar gaat het om. We moeten in de gaten blijven houden dat de aandacht voor governance niet de overhand krijgt. Een RvC moet geen tweede bestuur worden.’
De aanbeveling van de VTW-denktank toekomst toezicht (zie pagina 8 e.v.) dat de huurder meer centraal moet staan, onderschrijft Parie, wel met de kanttekening dat de belangen van huurders en van woningzoekenden fors kunnen verschillen. Bovendien moet een toezichthouder zich bewust zijn van zijn rol, stelt hij. ‘De RvC moet altijd vanuit de huurder denken. Je moet snappen wie de doelgroep van de corporatie is. Maar hoe de corporatie daarmee omgaat moet je beoordelen vanuit je rol als toezichthouder. Je houdt als RvC toezicht op de organisatie, je moet nagaan of de organisatie in verbinding staat met de huurder. Dat is echt iets anders dan structureel zelf één op één gesprekken met huurders voeren.’
Volgens Parie hoeft een commissaris niet dezelfde achtergrond als een huurder te hebben om zijn of haar functie goed te vervullen. ‘Een huisarts die in een arme wijk zijn praktijk heeft, staat dichterbij de leefwereld van de huurder dan een hoogleraar duurzaamheid. Voor iedere toezichthouder geldt dat hij of zij zich altijd moet realiseren wie de doelgroep is van de corporatie, wat huurders bezighoudt. Wat andere groepen zijn die de corporatie nodig hebben, zoals statushouders. In de problematiek van die mensen moet je je verdiepen en kunnen verplaatsen.’
Elke toezichthouder moet zich blijven ontwikkelen, stelt Parie. De invoering van de verplichte permanente educatie (PE-punten) heeft de professionalisering van het toezicht - na de misstanden in de sector - ‘een enorme boost’ gegeven. ‘De wereld van de volkshuisvesting en het vak governance krijgen veel meer aandacht. Dat is positief. In die zin hebben de misstanden ook iets goeds opgeleverd.’
Koos Parie heeft - tot slot - nog een boodschap voor jonge toezichthouders van de toekomst. ‘Doe vanaf het begin volop mee. Laat je niet wegzetten als nieuwkomer. Jouw bijdrage is juist relevant. De meeste ervaren toezichthouders lopen op de dossiers als digitalisering en sociale media bijvoorbeeld jaren achter. Jong talent moeten we koesteren.’