Tijdens het gezamenlijk congres van Aedes en de VTW op 9 juni 2022 hield minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) een bevlogen verhaal over de terugkeer naar de oorspronkelijke opdracht van de corporaties: de volkshuisvesting. Hij erkende dat de sector lange tijd aan de ketting lag. ‘We hebben zeven magere jaren achter de rug. Na de parlementaire enquête volgde een overreactie van politiek Den Haag. Ik snap de frustratie van bestuurders en toezichthouders die in de afgelopen jaren meer hadden willen doen. We moeten samen de volkshuisvesting in ere herstellen.’
Voor een volle zaal met bestuurders en toezichthouders nam De Jonge ook een voorschot op de nationale prestatieafspraken (zie kader). Samen met Aedes, de Woonbond en de VNG maakte de minister eind juni definitieve afspraken over de volkshuisvestelijke opgaven tot en met 2030. De lat ligt hoog: in totaal gaat het om de bouw van 900.000 woningen in twaalf provincies. De corporaties bouwen volgens de afspraken daarvan een groot deel: 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 woningen in de middenhuur.
‘De volkshuisvesting is weer terug. We gaan in de sector een spannende tijd tegemoet, ik vind het belangrijk dat bestuurders en toezichthouders samen op het congres waren. De bestuurder moet ingewikkelde besluiten nemen, maar je hebt de RvC ook nodig die een spiegel voor kan houden of juist als hitteschild kan fungeren. Ik proefde dat corporaties het heel fijn vinden om meer te kunnen investeren, om er weer voor huurders te kunnen zijn. Natuurlijk waren er kritische vragen, kan het allemaal wel, moeten we niet te veel. Tegelijkertijd erkende iedereen dat we echt samen aan de slag moeten.’
‘Het aantal sociale huurwoningen moet worden verdubbeld. Maar daarnaast moeten corporaties kijken naar betaalbaarheid en verduurzaming. We realiseren ons allemaal dat de opgave voor de sector heel groot is, ik erken dat het lastig kiezen is wat prioriteit heeft. De tegenwind komt ook van alle kanten. De gestegen bouwprijzen, de ingewikkelde en trage procedures voor vergunningen, bouwlocaties, en dan heb ik het stikstofdossier nog niet genoemd. We moeten niet op voorhand de lat lager leggen, 2,5 miljoen mensen in de sociale huursector rekenen op ons. Bij tegenwind moeten we juist harder trappen.’
‘In de nasleep van de parlementaire enquête lagen corporaties, ook het toezicht, aan de ketting. Door toezicht op toezicht moesten corporaties erg binnen de lijntjes blijven. Dat was niet onbelangrijk, sommige excessen in de sector wil je niet terug. Die voorzichtigheid begrijp ik ook. Maar we kunnen niet meer op de rem staan. Ik wil jullie leden, de toezichthouders aanmoedigen om af en toe buiten de lijnen te kleuren, om te doen wat nodig is voor de volkshuisvesting.’
‘Corporaties kunnen nieuwbouw versnellen met flexwoningen. Al is het wellicht onzeker waar je deze woningen op termijn kan herplaatsen, en wat dit betekent voor de afschrijvingstermijn. Met de rekenmachine op schoot zou je eerder aan de veilige kant gaan zitten. Je moet als toezichthouder af en toe risico kunnen nemen om het vliegwiel in beweging te zetten, op een verantwoorde manier.’
‘De belangrijkste zorg van corporaties is, met de afschaffing van de verhuurderheffing, niet meer het geld, maar krijgen we wel ruimte of locaties van de gemeente om te kunnen bouwen. Het is mijn taak om samen met provincies en gemeenten te kijken waar die ruimte zit. In elke gemeente moet 30 procent van de woningen sociale huur zijn. Als het nodig is, gaan we pressie op een gemeente zetten. Dat is juist waar corporaties om hebben gevraagd. Ze krijgen hiermee de wind in de rug. Ik hoop op RvC’s die ja zeggen om vaart te maken, die spannende besluiten durven te nemen. Omdat het nodig is.’
‘Bij elke afspraak die je maakt, moet je weten voor wie je het doet: de huurder. Dus we hebben, naast Aedes, ook heel bewust met de Woonbond afspraken gemaakt. We hebben met de huurder aan tafel gezeten én de toekomstige huurder op het netvlies gehad. Dat betekent bijvoorbeeld dat we concrete afspraken hebben gemaakt over huurverlaging en verduurzaming, waardoor de huurder een lagere energierekening krijgt. De forse nieuwbouw is juist bedoeld voor de mensen die nu nog op de wachtlijst staan.’
‘Allereerst uiteraard hartelijk gefeliciteerd. Voor ik in deze sector aan de slag ging, kende ik de VTW niet, moet ik bekennen. Maar ik vind het mooi hoe de VTW de toezichthouders toerust om hun taak goed uit te voeren. De VTW loopt in vergelijking met andere sectoren zeker voorop. De vereniging heeft zeggenschap. Als je samen met Aedes een congres organiseert, de zaal zit vol, en iedereen die er toe doet is er, is dat heel belangrijk. Daarmee straal je als sector uit dat je je gezamenlijk verantwoordelijk voelt voor de kwaliteit van het toezicht en de prestaties voor de volkshuisvesting.’
Tekst: Lisette Vos, Foto’s: Mark Prins
Minister Hugo de Jonge > over nationale prestatieafspraken en rol van toezicht
Met de afschaffing van de verhuurderheffing staat de corporatiesector op een keerpunt: minister Hugo de Jonge wil de volkshuisvesting in ere herstellen. Dat kan hij niet alleen: de minister roept toezichthouders op om op een verantwoorde manier meer risico te nemen en - waar het kan - minder binnen de lijntjes te kleuren om meer woningen te kunnen bouwen.
Tijdens het gezamenlijk congres van Aedes en de VTW op 9 juni 2022 hield minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) een bevlogen verhaal over de terugkeer naar de oorspronkelijke opdracht van de corporaties: de volkshuisvesting. Hij erkende dat de sector lange tijd aan de ketting lag. ‘We hebben zeven magere jaren achter de rug. Na de parlementaire enquête volgde een overreactie van politiek Den Haag. Ik snap de frustratie van bestuurders en toezichthouders die in de afgelopen jaren meer hadden willen doen. We moeten samen de volkshuisvesting in ere herstellen.’
Voor een volle zaal met bestuurders en toezichthouders nam De Jonge ook een voorschot op de nationale prestatieafspraken (zie kader). Samen met Aedes, de Woonbond en de VNG maakte de minister eind juni definitieve afspraken over de volkshuisvestelijke opgaven tot en met 2030. De lat ligt hoog: in totaal gaat het om de bouw van 900.000 woningen in twaalf provincies. De corporaties bouwen volgens de afspraken daarvan een groot deel: 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 woningen in de middenhuur.
‘De volkshuisvesting is weer terug. We gaan in de sector een spannende tijd tegemoet, ik vind het belangrijk dat bestuurders en toezichthouders samen op het congres waren. De bestuurder moet ingewikkelde besluiten nemen, maar je hebt de RvC ook nodig die een spiegel voor kan houden of juist als hitteschild kan fungeren. Ik proefde dat corporaties het heel fijn vinden om meer te kunnen investeren, om er weer voor huurders te kunnen zijn. Natuurlijk waren er kritische vragen, kan het allemaal wel, moeten we niet te veel. Tegelijkertijd erkende iedereen dat we echt samen aan de slag moeten.’
‘Het aantal sociale huurwoningen moet worden verdubbeld. Maar daarnaast moeten corporaties kijken naar betaalbaarheid en verduurzaming. We realiseren ons allemaal dat de opgave voor de sector heel groot is, ik erken dat het lastig kiezen is wat prioriteit heeft. De tegenwind komt ook van alle kanten. De gestegen bouwprijzen, de ingewikkelde en trage procedures voor vergunningen, bouwlocaties, en dan heb ik het stikstofdossier nog niet genoemd. We moeten niet op voorhand de lat lager leggen, 2,5 miljoen mensen in de sociale huursector rekenen op ons. Bij tegenwind moeten we juist harder trappen.’
‘In de nasleep van de parlementaire enquête lagen corporaties, ook het toezicht, aan de ketting. Door toezicht op toezicht moesten corporaties erg binnen de lijntjes blijven. Dat was niet onbelangrijk, sommige excessen in de sector wil je niet terug. Die voorzichtigheid begrijp ik ook. Maar we kunnen niet meer op de rem staan. Ik wil jullie leden, de toezichthouders aanmoedigen om af en toe buiten de lijnen te kleuren, om te doen wat nodig is voor de volkshuisvesting.’
‘Corporaties kunnen nieuwbouw versnellen met flexwoningen. Al is het wellicht onzeker waar je deze woningen op termijn kan herplaatsen, en wat dit betekent voor de afschrijvingstermijn. Met de rekenmachine op schoot zou je eerder aan de veilige kant gaan zitten. Je moet als toezichthouder af en toe risico kunnen nemen om het vliegwiel in beweging te zetten, op een verantwoorde manier.’
‘De belangrijkste zorg van corporaties is, met de afschaffing van de verhuurderheffing, niet meer het geld, maar krijgen we wel ruimte of locaties van de gemeente om te kunnen bouwen. Het is mijn taak om samen met provincies en gemeenten te kijken waar die ruimte zit. In elke gemeente moet 30 procent van de woningen sociale huur zijn. Als het nodig is, gaan we pressie op een gemeente zetten. Dat is juist waar corporaties om hebben gevraagd. Ze krijgen hiermee de wind in de rug. Ik hoop op RvC’s die ja zeggen om vaart te maken, die spannende besluiten durven te nemen. Omdat het nodig is.’
‘Bij elke afspraak die je maakt, moet je weten voor wie je het doet: de huurder. Dus we hebben, naast Aedes, ook heel bewust met de Woonbond afspraken gemaakt. We hebben met de huurder aan tafel gezeten én de toekomstige huurder op het netvlies gehad. Dat betekent bijvoorbeeld dat we concrete afspraken hebben gemaakt over huurverlaging en verduurzaming, waardoor de huurder een lagere energierekening krijgt. De forse nieuwbouw is juist bedoeld voor de mensen die nu nog op de wachtlijst staan.’
‘Allereerst uiteraard hartelijk gefeliciteerd. Voor ik in deze sector aan de slag ging, kende ik de VTW niet, moet ik bekennen. Maar ik vind het mooi hoe de VTW de toezichthouders toerust om hun taak goed uit te voeren. De VTW loopt in vergelijking met andere sectoren zeker voorop. De vereniging heeft zeggenschap. Als je samen met Aedes een congres organiseert, de zaal zit vol, en iedereen die er toe doet is er, is dat heel belangrijk. Daarmee straal je als sector uit dat je je gezamenlijk verantwoordelijk voelt voor de kwaliteit van het toezicht en de prestaties voor de volkshuisvesting.’
Samen met Aedes, de Woonbond en de VNG maakte de minister eind juni definitieve afspraken over de volkshuisvestelijke opgaven tot en met 2030. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/06/30/nationale-prestatieafspraken-woningcorporaties.