Auteur Onder commissarissen – hoe het ongezegde in de boardroom de besluitvorming beïnvloedt
Toezicht houden is het moeilijkste wat er is. Het moeilijkste is mijns inziens dat commissarissen de bestuurder moeten monitoren en dus beoordelen. Is hij of zij de juiste persoon om deze organisatie te leiden gezien de uitdagingen in de omgeving? Hoe en wanneer bepaal je dit eigenlijk?
Hoe dan ook betekent dit dat je je moet durven uitspreken over het functioneren van de bestuurder. Maar dat vereist ook dat je je moet durven uitspreken over het functioneren van de RvC, over de voorzitter, over jezelf. Als de RvC niet goed functioneert en blinde vlekken heeft, hoe kan je dan een goed besluit nemen over het functioneren van de bestuurder?
Om de toezichtrol samen goed te vervullen, is collectieve tijd nodig. Tijd om elkaar te leren kennen, om af te stemmen hoe je in de RvC samen het goede gesprek voert, om samen te bepalen hoe je de rol als commissaris zuiver houdt. Tijd is ook een valkuil: als je samen veel tijd spendeert, loop je als RvC samen met de bestuurder het risico dat je je te veel als MT gaat gedragen. Of als je teveel tijd met de commissarissen alleen spendeert, dat de RvC een front kan worden tegenover de bestuurder.
Ik heb dan ook bewondering voor commissarissen die deze verantwoordelijkheid samen durven dragen en kijk met veel plezier en warmte terug naar mijn ervaringen in de sector. Is alles gezegd? Ik denk dat de spelregels fundamenteel moeten worden herzien om het toezicht tot de essentie terug te brengen. Dat kan de sector niet alleen. Daarvoor moet met andere institutionele spelers openlijk worden gesproken over governance. Dat is niet zozeer lastig dan wel spannend. Tot die tijd wens ik alle toezichthouders toe om het beste ervan te maken, met grote bescheidenheid, kritische blik, compassie en humor.
Toezicht houden is het moeilijkste wat er is. Het moeilijkste is mijns inziens dat commissarissen de bestuurder moeten monitoren en dus beoordelen. Is hij of zij de juiste persoon om deze organisatie te leiden gezien de uitdagingen in de omgeving? Hoe en wanneer bepaal je dit eigenlijk?
Hoe dan ook betekent dit dat je je moet durven uitspreken over het functioneren van de bestuurder. Maar dat vereist ook dat je je moet durven uitspreken over het functioneren van de RvC, over de voorzitter, over jezelf. Als de RvC niet goed functioneert en blinde vlekken heeft, hoe kan je dan een goed besluit nemen over het functioneren van de bestuurder?
Om de toezichtrol samen goed te vervullen, is collectieve tijd nodig. Tijd om elkaar te leren kennen, om af te stemmen hoe je in de RvC samen het goede gesprek voert, om samen te bepalen hoe je de rol als commissaris zuiver houdt. Tijd is ook een valkuil: als je samen veel tijd spendeert, loop je als RvC samen met de bestuurder het risico dat je je te veel als MT gaat gedragen. Of als je teveel tijd met de commissarissen alleen spendeert, dat de RvC een front kan worden tegenover de bestuurder.
Ik heb dan ook bewondering voor commissarissen die deze verantwoordelijkheid samen durven dragen en kijk met veel plezier en warmte terug naar mijn ervaringen in de sector. Is alles gezegd? Ik denk dat de spelregels fundamenteel moeten worden herzien om het toezicht tot de essentie terug te brengen. Dat kan de sector niet alleen. Daarvoor moet met andere institutionele spelers openlijk worden gesproken over governance. Dat is niet zozeer lastig dan wel spannend. Tot die tijd wens ik alle toezichthouders toe om het beste ervan te maken, met grote bescheidenheid, kritische blik, compassie en humor.