Vicevoorzitter huurdersorganisatie Vechtdal Wonen
Huurder aan het woord > William Teerlinck
Vicevoorzitter huurdersorganisatie Vechtdal Wonen
Al dertig jaar huurt William Teerlinck in Dedemsvaart met zijn gezin een hoekwoning met tuin van Vechtdal Wonen: de vlag kan uit. ‘Ik voel mij in deze woning kiplekker. In mijn jeugd in België heb ik het anders meegemaakt. Mijn ouders huurden bij een particuliere huurbaas die vaak met een kritische blik kwam kijken of alles in orde was, of er geen schade was. Ik voelde als kind op die momenten de spanning in huis. Dat ik nu al dertig jaar in alle rust een woning huur waardeer ik des te meer.’
Teerlinck (69), tot zijn pensioen werkzaam in de auto-industrie (productie trekhaken), is al zestien jaar bestuurslid / vicevoorzitter van huurdersorganisatie Vechtdal Wonen. In het bedrijf waar hij werkte was hij twintig jaar lid van de Ondernemingsraad. ‘Ik ben sociaal bewogen, steek veel vrije tijd in vrijwilligerswerk. Ik reageerde op een advertentie voor bestuurslid van de huurdersorganisatie, er was niet een concrete aanleiding, ik wil mij graag inzetten voor de huurders.’
Zijn belangrijkste taak als bestuurslid is om op te komen voor de belangen van de huurders. Hij erkent dat er niet veel bewoners op de jaarvergadering komen, maar het bestuur hoort wel van individuele huurders als er iets speelt. ‘Als alles goed gaat, hoor je de mensen niet. Vechtdal Wonen krijgt een 7,5 van de huurders, dat is niet slecht. We bundelen de signalen van huurders en bespreken deze met het bestuur.’
Daarnaast heeft de huurdersorganisatie ook contact met de RvC: één keer per jaar komen zij bij elkaar. Recent heeft William Teerlinck gesproken met de nieuwe huurderscommissaris. ‘Het was vooral een kennismaking. Maar we hebben wel de hoge energielasten voor sommige huurders onder de aandacht gebracht. Jonge mensen wonen in seniorenwoningen die op de nominatie staan voor de sloop, maar de isolatie van die woningen is heel slecht, de stookkosten rijzen de pan uit.’
In de zestien jaar dat Teerlinck bestuurslid van de huurdersorganisatie is, heeft de RvC een ontwikkeling doorgemaakt. ‘Ik weet ons eerste gesprek met de RvC nog goed, de toenmalige directeur was niet voor. Ik moest zelf een drempel over. Ik had het gevoel dat de toezichthouders uit een andere wereld kwamen, wijze mannen met veel ervaring in de politiek of het bedrijfsleven. Ik had niet het gevoel dat zij ooit contact hadden met huurders of wisten wat er speelde. Dat is nu echt anders. De commissarissen van nu zijn flexibeler en kunnen zich beter verplaatsen in onze wereld.’
Dat betekent niet dat de (huurders)commissaris toezeggingen aan de huurders kan doen, weet Teerlinck. ‘Het is altijd goed om te laten weten wat er speelt, zoals de hoge stookkosten in de slecht geisoleerde sloopwoningen. Er wordt goed naar ons geluisterd, zeer zeker. De RvC kan dat meenemen in de gesprekken met het bestuur, dat is de insteek.’
Daarbij gaat het niet alleen om de belangen van de huidige huurders, erkent Teerlinck. ‘We zitten midden in een wooncrisis. We moeten meer en sneller bouwen, voor de toekomstige huurders die een woning nodig hebben. Bovendien is de verduurzaming een grote opgave. Een huurmatiging die we hadden voorgesteld is niet haalbaar. Het bestuur heeft dat goed onderbouwd. Daar hebben we dan begrip voor.’
De VTW houdt dit jaar een Jubileumtour met zeven regionale bijeenkomsten over de toekomst van het toezicht. De eerste bijeenkomst was bij Vechtdal Wonen, lees hier het verslag: https://www.vtw.nl/nieuws/denk-aan-toekomstige-huurders-en-medewerkers-verslag-regionale-bijeenkomst-vechtdal-wonen-in-ommen-2-juni-2022-vtwjubileumtoer