Corporaties werken in lokale netwerken samen om complexe problemen aan te pakken. Hoe breng je de maatschappelijke prestaties van die netwerken in kaart? En hoe toets je de maatschappelijke rol van de RvC? Directeur Jos Koffijberg van SVWN licht het experiment met netwerkvisitatie toe.
De visitaties van corporaties bewegen mee met de ontwikkelingen in de sector. Met de komst van de Woningwet houdt de Autoriteit woningcorporaties toezicht op goed bestuur. In de visitaties ligt het accent weer op de beoordeling van de maatschappelijke prestaties van corporaties, inclusief de maatschappelijke rol van de RvC. ‘Er is meer ruimte voor waar het echt om gaat,’ stelt Jos Koffijberg, directeur Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland (SVWN).
Volgens Koffijberg levert samenwerking in lokale netwerken een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijke prestaties. Het besef dat corporaties complexe problemen niet alleen kunnen oplossen, is weer volop aanwezig. ‘Of het nu gaat om ouderen die langer thuis blijven wonen, verwarde personen in de buurt of woningen verduurzamen.’ De Stichting Visitatie heeft een experiment met netwerkvisitatie opgezet om in kaart te brengen hoe die samenwerkingsverbanden functioneren. In het experiment, waar negen corporaties aan meedoen, hebben visitatiecommissies twee routes gevolgd. Route één: op basis van gesprekken met de corporatie en de belanghouders maakt de commissie een analyse. Route twee: de commissie faciliteert en begeleidt het gesprek tussen de partners in het netwerk die zelf tot een reflectie en ordeel komen.’
Half juni heeft SVWN – samen met leden van visitatiecommissies en wetenschappers – het experiment tussentijds geëvalueerd. Eén van de dilemma’s: een corporatie maakt deel uit van veel – wellicht tientallen – netwerken. De casus van één geselecteerd netwerk is echter al leerzaam. Koffijberg: ‘Hoe kies je partners, hoe werk je samen, wat breng je als corporatie en wat haal je op uit het netwerk? Antwoorden op die vragen leveren inzichten op voor andere netwerken en hoe de corporatie in een netwerk opereert.’ Een vaste methodiek voor netwerkvisitatie is er (nog) niet. Wel maakt een beschouwing (géén oordeel) over de lokale driehoek (corporatie, gemeente, huurders) al deel uit van de visitatie. De maatschappelijke rol van de RvC wordt tijdens de visitatie ook getoetst. Volgens Koffijberg is het voor visitatoren nog wennen hoe ze aan die toetsing invulling moeten geven. Om die reden heeft SWVN voor visitatoren een masterclass over dit onderdeel gehouden.
Volgens Koffijberg is het juist deze maatschappelijke rol die van commissarissen om inzicht in organisatienetwerken vraagt. ‘De RvC zou in de toezichtvisie en toetsingskader aandacht aan netwerken moeten besteden en werkwijzen moeten ontwikkelen om vast te stellen hoe een organisatienetwerk functioneert en presteert. Centrale vraag: wat is in die netwerken de bijdrage van en opbrengst voor de corporatie?’
De visitaties van corporaties bewegen mee met de ontwikkelingen in de sector. Met de komst van de Woningwet houdt de Autoriteit woningcorporaties toezicht op goed bestuur. In de visitaties ligt het accent weer op de beoordeling van de maatschappelijke prestaties van corporaties, inclusief de maatschappelijke rol van de RvC. ‘Er is meer ruimte voor waar het echt om gaat,’ stelt Jos Koffijberg, directeur Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland (SVWN).
Volgens Koffijberg levert samenwerking in lokale netwerken een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijke prestaties. Het besef dat corporaties complexe problemen niet alleen kunnen oplossen, is weer volop aanwezig. ‘Of het nu gaat om ouderen die langer thuis blijven wonen, verwarde personen in de buurt of woningen verduurzamen.’ De Stichting Visitatie heeft een experiment met netwerkvisitatie opgezet om in kaart te brengen hoe die samenwerkingsverbanden functioneren. In het experiment, waar negen corporaties aan meedoen, hebben visitatiecommissies twee routes gevolgd. Route één: op basis van gesprekken met de corporatie en de belanghouders maakt de commissie een analyse. Route twee: de commissie faciliteert en begeleidt het gesprek tussen de partners in het netwerk die zelf tot een reflectie en ordeel komen.’
Half juni heeft SVWN – samen met leden van visitatiecommissies en wetenschappers – het experiment tussentijds geëvalueerd. Eén van de dilemma’s: een corporatie maakt deel uit van veel – wellicht tientallen – netwerken. De casus van één geselecteerd netwerk is echter al leerzaam. Koffijberg: ‘Hoe kies je partners, hoe werk je samen, wat breng je als corporatie en wat haal je op uit het netwerk? Antwoorden op die vragen leveren inzichten op voor andere netwerken en hoe de corporatie in een netwerk opereert.’ Een vaste methodiek voor netwerkvisitatie is er (nog) niet. Wel maakt een beschouwing (géén oordeel) over de lokale driehoek (corporatie, gemeente, huurders) al deel uit van de visitatie. De maatschappelijke rol van de RvC wordt tijdens de visitatie ook getoetst. Volgens Koffijberg is het voor visitatoren nog wennen hoe ze aan die toetsing invulling moeten geven. Om die reden heeft SWVN voor visitatoren een masterclass over dit onderdeel gehouden.
Volgens Koffijberg is het juist deze maatschappelijke rol die van commissarissen om inzicht in organisatienetwerken vraagt. ‘De RvC zou in de toezichtvisie en toetsingskader aandacht aan netwerken moeten besteden en werkwijzen moeten ontwikkelen om vast te stellen hoe een organisatienetwerk functioneert en presteert. Centrale vraag: wat is in die netwerken de bijdrage van en opbrengst voor de corporatie?’