Voor de lezer is het prettig een verslag van de rvc te beginnen met een inleidende alinea. Die kan een algemene terugblik of constatering van zaken bevatten, bijvoorbeeld over de markt, de sector, de regio en/of de organisatie. Ook kunt U openen met een persoonlijke paragraaf van de voorzitter van de rvc.
Verschillende rvc’s zullen hier wisselend over denken; waar de ene rvc een persoonlijk voorwoord van een voorzitter ambieert, kiest de andere rvc deze vorm juist niet omdat hij alleen collectief wil communiceren. Dat is een persoonlijke keuze en dat is precies waar het in het verslag van de rvc om gaat: maak het persoonlijk.
Zorg dat het verslag van de rvc niet slechts een opsomming van feiten is. Vorm een mening over zaken en durf deze uit te spreken. Neem de lezer mee. Geef daarbij niet alleen de uitkomsten weer; geef inzicht in het krachtenveld en de overwegingen. Schrijf voor de brede stakeholdergroep die gerelateerd is aan uw woningcorporatie.
Beschouwing van de raad van Commissarissen (opgenomen vooraan in het jaarverslag direct na het voorwoord directie, separaat van het verslag van de raad van commissarissen dat achterin te vinden is).
De raad van commissarissen (RvC) kijkt met tevredenheid terug op het jaar 2017. De financiële ruimte van Stadgenoot is volkshuisvestelijk optimaal benut. Naast de financiën is de organisatie op orde. De implementatie van de woningwet is goed verlopen en de governance functioneert goed. Met nieuw elan is hard gewerkt aan de maatschappelijke doelstelling van Stadgenoot.
De RvC onderschrijft wat de bestuurder stelt in zijn verklaring dat in 2017 het omslagpunt is bereikt waardoor de focus van Stadgenoot voornamelijk gericht kon zijn op het volkshuisvestelijke presteren in plaats van de financiële beheersing van de organisatie. De afgelopen jaren is scherp gestuurd en zijn de maatschappelijke opgave en financiële positie in 2017 in balans gekomen. Het is nu voldoende dat de raad toeziet op de financiële randvoorwaarden. Dit heeft voor ruimte in de RvC gezorgd die is aangewend om met de bestuurder intensief van gedachten te wisselen over investeringen in nieuwbouw en duurzaamheid. Binnen deze strategische discussie kiezen de raad en de bestuurder –ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid- voor meer nieuwbouw boven duurzaamheid en aan CO2-reductie boven labelstappen maken. De raad weet zich hierin gesteund door het bestuur van Huurgenoot, dat meermaals in het overleg met de huurderscommissarissen de prioriteit bij nieuwbouw heeft gelegd. Met deze keuze is de financiële ruimte in 2017 volkshuisvestelijk optimaal is benut. De doelen met betrekking op betaalbaar en passend wonen en duurzaamheid zijn ruimschoots gehaald. Met betrekking tot de beschikbaarheid is er in 2017 veel in de steigers gezet. Zo is gestart met het bouwen van 440 sociale woningen en wordt in 2018 gestart met de bouw van rond de 900 nieuwe sociale huurwoningen. Vanaf 2018 wordt een groei van de portefeuille verwacht. Over het presteren in 2017 is de RvC dan ook zeer te spreken.
…
Met de financiën, organisatie en de governance op orde, ziet de RvC de politieke omgeving als voornaamste risico voor het realiseren van de ambitie van Stadgenoot. De verhuurdersheffing doet niet alleen de huren stijgen, maar beperkt voor een groot deel de investeringscapaciteit van Stadgenoot. Met het verder afromen van de huuropbrengst van de corporatie door de verhuurdersheffing kan Stadgenoot haar ambities op het gebied van woningproductie en duurzaamheid niet waarmaken. De verhuurdersheffing is gekoppeld aan de WOZ-waarde, zowel in groei- als in krimpregio’s. Als regionale verschillen erkent zouden worden en er meer middelen beschikbaar zijn voor regio’s waar een veel grotere vraag ligt, is dat wel mogelijk. De raad pleit ervoor, evenals in 2016, dat de overheid de regionale verschillen gaat erkennen en met passend beleid voor de specifieke problemen aldaar komt. De RvC steunt de bestuurder in zijn verschillende rollen zich hiervoor in te zetten.
Gedeelte uit interview met twee commissarissen
Woonpunt kreeg de afgelopen maanden met een aantal integriteitskwesties te maken. Wat was jullie eerste reactie daarop?
[Commissaris 1]: ‘Ik vond het onvoorstelbaar dat dit kon gebeuren, met alle discussies in de samenleving over wat wel en niet kan. Hoe kun je nou werken bij een organisatie met een maatschappelijke doelstelling, die er moet zijn voor huurders, en dan zulke dingen doen? Eveneens onvoorstelbaar vind ik dat de organisatie dit niet tijdig heeft ontdekt. Dat zegt iets over de cultuur. Op papier is alles netjes geregeld, met een klokkenluidersregeling en een vertrouwenspersoon, maar in de praktijk durven we elkaar blijkbaar niet aan te spreken.’
[Commissaris 2]: ‘Dit overkomt ons op een ongelukkig moment, net wanneer we met z’n allen het gevoel hebben dat we de weg omhoog weer hebben gevonden. Als we er dan toch iets positiefs uit willen halen, dan is het dat het zuiverend werkt. We zijn er allemaal erg van geschrokken en we hebben het er wel weer over. Dit vergroot het zelfreinigend vermogen.’
Heeft de raad ook naar zichzelf gekeken? Hebben jullie signalen gemist? Hadden jullie het toezicht anders moeten inrichten?
[Commissaris 1]: ‘Daar hebben we het wel over gehad natuurlijk. Hadden wij iets moeten ontdekken? Misschien wel, maar dan ben je al bijna operationeel bezig. Wij hebben als raad van commissarissen lang aangedrongen op een onderzoek naar soft controls [de ‘zachte’ aspecten, zoals de bedrijfscultuur, die bepalen of een organisatie ‘in control’ is]. Dat is in 2017 uitgevoerd, nog voor dit aan het licht kwam. De uitkomsten daarvan onderschrijven wat we nu weten: dat er binnen Woonpunt een ongedwongen, gemoedelijke cultuur bestaat waarin mensen elkaar onvoldoende aanspreken. Maar deze integriteitskwesties had ik niet verwacht.’
[Commissaris 2]: ‘Dat onderzoek naar soft controls was een logisch vervolg op het onderzoek naar de ‘hard controls’. Het was dus niet ingegeven door concrete signalen over fraudekwesties, maar wel door de wetenschap dat het onvoldoende is om zaken op papier goed geregeld te hebben.’
Vorig jaar zei u in dit interview nog iets, namelijk dat Woonpunt niet groot genoeg is voor een tweehoofdig bestuur. Inmiddels is een nieuwe organisatiestructuur voorgesteld en daarin zit, althans voor de komende jaren, nog steeds een tweehoofdig bestuur. Wat is in de tussentijd veranderd?
[Commissaris 1]: ‘Die keuze hebben we zorgvuldig gemaakt. Met de nieuwe strategie en het transitieplan hebben we veel ambitie uitgesproken, voor ons werk buiten, samen met stakeholders, maar ook binnen. Dat moeten we wel nog allemaal waarmaken. Er komt nieuw management, dat voor een deel uit nieuw talent bestaat, maar we hebben de komende jaren echt voldoende gewicht nodig aan de top. Als we een paar jaar verder zijn, en we hebben het Woonpunt dat ons nu voor ogen staat, dan voeren we die discussie weer opnieuw.’
Het afgelopen jaar is voor De Huismeesters een intensief jaar geweest. Er is inmiddels een aanvang gemaakt met de uitvoering van het in 2016 vastgestelde ondernemingsplan en dat betekent onder meer dat er inmiddels diverse investeringen gepleegd worden met als doel het bezit te verduurzamen, te verbeteren in comfort en kwaliteit en achterstallig onderhoud aan het woningbezit uit te voeren. Dit alles na een tijd waarin het plegen van investeringen vaak om financiële redenen niet goed mogelijk was.
De Raad heeft na overleg met de bestuurder dan ook een tweetal projecten in Selwerd en Vinkhuizen goedgekeurd en met de werkzaamheden zal op korte termijn een aanvang worden gemaakt.
De Raad is verheugd dat er weer de nodige investeringen worden gepleegd zodat de huurders van De Huismeesters ook in de toekomst de waarborg behouden dat zij goed gehuisvest zullen zijn. De Raad heeft daarbij wel uitdrukkelijk de wens en de hoop uitgesproken dat de noodzakelijke projecten met voortvarendheid ter hand worden genomen en dat in 2018, binnen de financiële mogelijkheden, tevens ruimte en aandacht zal zijn voor nog meer verbetering van de kwaliteit van het woningbezit zodat ook in andere wijken huurders van De Huismeesters in woningen van duurzame kwaliteit kunnen blijven wonen.
De Raad heeft vastgesteld dat de prestatieafspraken in 2017 met de gemeente, in samenspraak met andere corporaties op constructieve wijze zijn vormgegeven, waarbij oog is voor ieders mogelijkheden en wensen. Op dit moment geldt voor De Huismeesters dat zij vooral een bijdrage levert aan de woonwensen in de stad door haar bezit te verduurzamen en de basiskwaliteit te verbeteren. Het betreft vooral het naoorlogse bezit in de vier prioritaire wijken: Indische Buurt/ De Hoogte, De Wijert-noord, Beijum en Selwerd.
Dat is noodzakelijk en omvangrijk en de Raad hoopt dat in de toekomst ook De Huismeesters weer voldoende in staat zal zijn om in de stad de beschikbaarheid en kwaliteit van huurwoningen te vergroten door het realiseren van (vervangende) nieuwbouw.
De interne organisatie van de Huismeesters is het afgelopen jaar meerdere malen onderwerp van gesprek geweest met de bestuurder en inmiddels heeft de Raad geconstateerd dat er besloten is het organisatiemodel van De Huismeesters aan te passen aan een meer bij deze tijd passende vorm. De Raad realiseert zich dat implementatie van een dergelijk nieuw model tijd en draagvlak vergt en heeft ook vastgesteld dat de wijzigingen kunnen rekenen op steun van de medewerkers en de Ondernemingsraad van De Huismeesters. De Raad constateert dat de klanttevredenheid fors is gestegen en spreekt de wens en verwachting uit dat de structuurwijziging en de ingezette cultuurverandering de verdere slagvaardigheid zal verbeteren en De Huismeesters nog beter in staat zal stellen de door haar gestelde doelen te realiseren.
De medewerkers van de Huismeesters verdienen een groot compliment. Het afgelopen jaar zijn er veel verbeteringen doorgevoerd en hebben zij kans gezien om van de huurders hogere klanttevredenheidcijfers te krijgen hetgeen naar het oordeel van de Raad als een bevestiging moet worden gezien dat De Huismeesters oog heeft voor de bewoners en haar dienstverlening op orde heeft.
De Huismeesters zeilt in financiële zin scherp aan de wind. Toch meent de Raad dat de Huismeesters haar zaken op orde heeft en de middelen op een zo goed mogelijke wijze tracht in te zetten, met alle daarmee gemoeide beperkingen.
Van de voorzitter:
In 2017 hebben organisatie, bestuur en raad van commissarissen op constructieve wijze samengewerkt in rolduidelijke verhoudingen. De raad van commissarissen stelt vast dat SWZ vanuit een gezonde organisatorische en financiële basis werkt aan de volkshuisvestelijke opgave in de stad Zwolle, in goed overleg met de huurders en stakeholders. Er is hard gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit en duurzaamheid van het bestaande bezit en er zijn nieuwe sociale huurwoningen toegevoegd. Tegelijkertijd zijn er tal van interne en externe processen geoptimaliseerd.
Met genoegen kijkt de raad van commissarissen terug op de bespreking van het strategisch beleid te midden van huurders en wijkwerkers, in een wijk waar SWZ veel bezit heeft. De gelijkwaardige samenwerking met HBV De Woonkoepel, o.a. bij de werving van nieuwe commissarissen onderstreept de goede onderlinge verstandhouding.
In het onderstaande verslag legt de raad van commissarissen verantwoording af over de werkzaamheden in het verslagjaar.
[naam voorzitter]
voorzitter RvC
Politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen veranderen het speelveld, de omgeving en de mogelijkheden van de woningcorporatie. Deze veranderingen leiden tot een herbezinning op taken en de wijze waarop hieraan invulling wordt gegeven. Het vereist het maken van keuzes in de strategische sturing, bedrijfsvoering, samenwerking met belanghouders en de inrichting van de organisatie. Het zijn keuzes waar het bestuur en de organisatie van Wooninc. voor staan en waarbij de RvC vanuit zijn eigen rol verantwoordelijkheid en betrokkenheid heeft.
‘Samen Goed Doen!’ is na het van kracht worden van de herziene Woningwet de allesomvattende kernwaarde voor 2017. Wooninc. blijft zorgdragen voor hen die daar om redenen niet zelf in kunnen voorzien. Onze aandacht ging in 2017 voor een belangrijk deel uit naar de implementatie van de herziene Woningwet, in het bijzonder de voorgenomen hybride scheiding DAEB/niet-DAEB. Daarnaast stond 2017 in het teken van de verdere verankering van risicomanagement in de organisatie en is aanvang gemaakt met de verdere verduurzaming van het vastgoed, dat een steeds groter maatschappelijk thema wordt.
De RvC volgt nauwgezet de werkzaamheden van het bestuur en meent dat met de gekozen oriëntatie en accenten goed wordt ingespeeld op de economische, sociale, maatschappelijke en politieke omstandigheden, waarbij de samenwerking met huurders, gemeenten, zorg-/welzijnsorganisaties en andere belanghebbenden steeds belangrijker wordt.