Duurzaamheid is één van de vele onderwerpen voor de toezichthouder en kan terug komen in de rollen die we hebben, toezicht, werkgever en sparringpartner. Als toezichthouder kunnen we duurzaamheid agenderen in alle reguliere taken die we hebben. Een aantal voorbeelden: in de strategie besprekingen, tijdens het begrotingsproces, investeringsbeslissingen en risicomanagement en bij het bespreken en goedkeuren van het jaarverslag. Dit vertaalt zich dan weer in de werkgeversrol en de sparringpartner rol. Met name de Planet onderwerpen binnen duurzaamheid zijn nieuw, vaak zijn er nog geen blauwdrukken. Deze materie is nieuw niet alleen voor toezichthouders ook voor bestuurders. Het gaat om het stap voor stap duurzaamheid integreren in ons denken en doen. Dit geldt ook voor de toezichthouder, die dus vanuit de toezichtsrol naar duurzaamheid moet kijken, geïntegreerd met de onderwerpen die langskomen. Vaak gaat het om het managen van dilemma’s tussen ‘people’ en ‘planet’ onderwerpen. Bij corporaties bijvoorbeeld het klimaat vraagstuk versus de betaalbaarheid van woningen. Voor de toezichthouder geven we eerst een aantal algemene vragen die je zou kunnen stellen vanuit je rol en daarna gaan we nog specifiek in op het thema energie, circulaire economie en biodiversiteit.
Algemene vragen die je als toezicht houder zou kunnen stellen
Als toezichthouder kun je door het stellen van de juiste vragen een wezenlijke bijdrage leveren aan het verder verduurzamen van de corporatie sector.
Corporaties hebben afgesproken – in lijn met het klimaatakkoord van de Verenigde Naties in Parijs 2015- om in 2050 co2 neutraal te zijn. Dat is goed voor het milieu, maar ook voor de energierekening van huurders en voor de kwaliteit van sociale huurwoningen. Als tussenstap is in het SER Energieakkoord afgesproken dat corporatiewoningen in 2020 gemiddeld label B hebben. Branchevereniging Aedes heeft met haar leden afgesproken dat zij eind 2018 een routekaart hebben om in 2050 co2 neutrale woningvoorraad te hebben:
https://www.aedes.nl/artikelen/bouwen-en-energie/
energie-en-duurzaamheid/vernieuwingsagenda/
aan-de-slag-met-de-routekaart-co2-neutraal-2050.html.
Corporaties kunnen zich op meerdere aanpakken richten: woningen isoleren (en daarmee zorgen voor minder grote energievraag), lokaal energie op een duurzame manier opwekken en het energiegedrag van huurders positief beïnvloeden.
Toezichthouders kunnen de volgende vragen stellen over energie
De ontwikkeling van circulaire bedrijfsmodellen staat nog in de kinderschoenen. In tegenstelling tot de energietransformatie hebben corporaties nog geen sector-brede Circulaire Economie ambities geformuleerd. Er gebeurt echter al heel veel. Ook binnen de corporatiesector ontstaan, voorzichtig, de eerste initiatieven [Zie voor inspiratie de praktijkvoorbeelden circulaire woningbouw van Platform31
http://www.platform31.nl/uploads/media_item/media_item/88/13/
170628_Praktijkvoorbeelden_circulair_bouwen-1498658397.pdf].
De Nederlandse overheid heeft met haar Rijksbrede Programma Circulaire Economie
(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/
2016/09/14/bijlage-1-nederland-circulair-in-2050) een duidelijke stip op de horizon gezet: Nederland circulair in 2050. Dat betekent efficiënt, ecologisch en maatschappelijk verantwoord omgaan met producten, materialen, grondstoffen en hulpbronnen. Circulaire Economie (CE) staat voor het ‘cascaderen’ van primaire grondstoffen, reparatie en onderhoud, hergebruik, herfabricage, recycling, zonder restafval en zonder het gebruik van nieuwe grondstoffen (zie figuur 1).
Voor woningcorporaties zijn investeringsbeslissingen over nieuwbouw, renovatie en sloop/vervangende nieuwbouw natuurlijke momenten om circulariteit in de woningvoorraad te versterken. Voor toezichthouders zijn dit uitgelezen momenten om vragen te stellen en te koppelen aan het strategisch beleid, zoals de (meerjaren)begroting, inkoopbeleid, strategisch voorraadbeleid).
De Circulaire Economie is nog relatief nieuw in de corporatiesector. Er zijn op dit gebied nog grote verschillen tussen corporaties: voor veel corporaties is het concept nog volledig nieuw, terwijl anderen circulair denken en handelen al grondig hebben verankerd in hun organisatiestrategie. Deze grote verschillen zullen ook invloed hebben op de vragen die toezichthouders aan hun corporatie kunnen stellen. Daarom maken we in de onderstaande vragen een onderscheid tussen vragen voor startende en gevorderde CE-corporaties.
Behoud van biodiversiteit is geen hobby-item, het is essentieel voor ons bestaan op aarde.
De verschillende soorten planten en dierlijk leven op aarde houden de natuur in balans. Samen vormen ze een levende en productieve natuur. Dit noemt men biodiversiteit. Biodiversiteit zorgt voor schoon water, vruchtbare grond en een stabiel klimaat. Het levert ook voedsel en grondstoffen voor huisvesting, kleding, brandstof en medicijnen. Deze natuurlijke hulpbronnen zorgen dat we kunnen bestaan. De wereld kan niet zonder biodiversiteit. Soorten en ecosystemen zorgen bijvoorbeeld voor de productie van zuurstof, afbraak van dode dieren en planten, bestuiving van planten (waaronder landbouwgewassen), waterzuivering en het beheersen van plagen of te wel: ecosysteemdiensten. Deze diensten omvatten de water- en voedselkringloop, het vormen en vasthouden van bodems, weerstand tegen invasieve soorten, bestuiving van planten, klimaatregeling en beheersing van plagen en vervuiling. Voor ecosysteemdiensten is het van belang welke soorten er in ruime mate zijn en hoeveel soorten er zijn.
Nederland baseert het beleid voor de bescherming van biodiversiteit op afspraken en richtlijnen vanuit de Verenigde Naties en de Europese Unie. De Rijksoverheid heeft het Biodiversiteitsverdag en de Europese Biodiversiteitsstrategie uitgewerkt voor de Nederlandse situatie. Hoofddoel is het verlies aan biodiversiteit uiterlijk 2020 tot staan brengen. Diverse gemeentes hebben inmiddels een eigen beleidskader uitgewerkt.
Biodiversiteit en de gebouwde omgeving gaan prima samen. Plant en dier weten de stad goed te vinden als de voorwaarden daarvoor geschapen worden. Projecten krijgen een meerwaarde als ecologie actief betrokken wordt. Niet alleen voor planten of dieren, mensen voelen zich beter en zijn gezonder als er meer groen in de omgeving is. Dit kan in de meest uiteenlopende projecten, zoals bijvoorbeeld bij gebiedsontwikkeling maar ook renovatie van een complex. Maatregelen die de natuur bevorderen hoeven niet ingewikkeld en duur te zijn.