…. meer dan een gesprekje dat het zo goed gaat
De jaarlijkse zelfevaluatie wordt breed beschouwd als een belangrijk instrument om het functioneren van de RvC te beoordelen en te verbeteren. De Governancecode 2020 zegt daarover het volgende.
“De RvC bespreekt ten minste één keer per jaar het eigen functioneren (in termen van effectiviteit) en dat van individuele leden van de RvC. Eens per twee jaar doet de RvC dat onder onafhankelijke, externe begeleiding. Waar nodig worden afspraken gemaakt over het functioneren en de ontwikkeling van (leden van) de raad. Hierbij wordt besproken in hoeverre men een kritische en open geest heeft, wat de invloed is van de besluiten van de RvC en hoe in het functioneren durf, onafhankelijk denken, samenwerkingsbereidheid en oog en respect voor elkaars rollen aan bod komt. Ook de onderlinge samenwerking in de RvC en relatie tot het bestuur is onderwerp van de evaluatie.”
In deze casus moet een jonge assertieve commissaris aardig wat moeite doen om de ervaren voorzitter te overtuigen kritisch naar het functioneren van de raad te kijken. Uit andere ervaringen weet zij dat een zelfevaluatie “in eigen beheer”, zoals om het jaar gebruikelijk is, nogal eens een wassen neus is.
Woningcorporatie Corpotop heeft alles goed op orde. De directeur is een ervaren rot, zit er al lang en is een charismatische man. Corpotop heeft een ervaren raad van commissarissen. Vier zitten in hun tweede termijn, de vijfde – Selma de Jong - is net nieuw maar bepaald geen groentje en direct benoemd tot voorzitter van de remuneratiecommissie. In het dagelijks leven is zij consultant en ze heeft veel kijk op de dynamiek in de boardroom. Wel is de volkshuisvesting voor haar nog onbekend terrein. Tijdens de eerste twee voorvergaderingen en vergaderingen valt een aantal zaken op in het samenspel tussen directeur en raad en ook tussen de commissarissen onderling.
Selma belt de voorzitter en vraagt of zij haar eerste observaties met hem mag delen. De voorzitter vindt dat na twee vergaderingen nog wat vroeg en geeft aan dat de zelfevaluatie daar wellicht een geschikt moment voor was. Hij zegt te begrijpen dat Selma aan veel zaken nog moet wennen.
Ze laat zich niet zomaar uit het veld slaan en zegt – vriendelijk doch beslist – dat die opmerking van de voorzitter – dat Selma nog aan veel zaken moet wennen – nu precies past bij de observaties waar zij het over wil hebben. Ze voegt eraan toe dat zij er wat mee wil in de volgende zelfevaluatie die zij als voorzitter van de remuneratiecommissie moet voorbereiden en die dit jaar zonder externe begeleiding is. Dat maakt de voorzitter nieuwsgierig en ze maken een afspraak.
Het gesprek verliep heel goed. De voorzitter startte met de vraag aan welke opmerking Selma zich gestoord had. Haar reactie is dat de voorzitter haar met de opmerking dat “zij nog aan veel zaken moet wennen” direct in de hoek van de onwetende nieuwkomers plaatst. Een wat minder assertieve nieuwe commissaris wordt daarmee eigenlijk de mond gesnoerd. De voorzitter schrikt en verzekert haar dat hij dat zeker niet zo bedoeld heeft en dat hij steeds benieuwder wordt naar haar observaties.
Selma steekt van wal. Wat haar vooral is opgevallen is dat de bestuurder nauwelijks tegengas krijgt. De voorzitter wijst op zijn enorme kennis, reputatie en overtuigingskracht. Selma herkent dat, maar geeft aan dat het charisma van de bestuurder ook een keerzijde kan hebben als tegengas ontbreekt in situaties dat het hard nodig is. Dat begint meestal in de directe omgeving van de bestuurder, bij de leden van het MT en de beleidsmedewerkers. Maar ook commissarissen zijn soms te snel geïmponeerd door zo’n bestuurder. En daar heeft de raad nu juist een belangrijke rol in! Ze wijst ook op het risico dat de bestuurder, maar ook lang zittende commissarissen last kunnen krijgen van vastgeroeste gewoontes en steeds minder tegenspraak dulden. “Dat hebben we vijf jaar geleden al eens geprobeerd” is dan zo’n dooddoener. Ze raadt de voorzitter aan om een nieuwe online masterclass van de VTW-Academie te bekijken die gaat over Kracht en tegenkracht in de boardroom. https://onlinemasterclasses.empoweredlearning.nl/product/kracht-tegenkracht-het-ongemakkelijke-gesprek-in-de-boardroom/.
Selma lanceert gelijk haar idee voor de zelfevaluatie. Zij stelt voor dat elk lid van de raad, de bestuurder en de bestuurssecretaris de genoemde online masterclass bekijken. Dat iedereen voor zichzelf nagaat welke elementen van de masterclass ook spelen in de boardroom van Corpotop en de bevindingen opstuurt aan Selma. Zij biedt aan daar dan een korte notitie over te schrijven en deze als basis te gebruiken voor de zelfevaluatie. Deze gedachte spreek de voorzitter aan. Hij gaat het filmpje bekijken en wil de aanpak van Selma vergelijken met twee andere mogelijkheden die de VTW biedt. De eerste is de VTW Zelfevaluatie Online https://nr.zelfevaluatieonline.nl/vtw/ en de tweede het VTW-Toezichtspel, dat in de vorm van een kaartspel veel aanknopingspunten biedt om een gesprek over het eigen functioneren te voeren. Hij vraagt Selma om de drie mogelijkheden in de remuneratiecommissie te bespreken en de raad over een aanpak te adviseren. Samen komen ze tot de conclusie dat de zelfevaluatie zonder extern adviseur in ieder geval meer moet worden dan een formaliteit.
In deze casus had Selma het geluk dat de voorzitter meer zelfreflectie toonde dan zij in eerste instantie had verwacht. De lastige paradox is dat commissarissen die een open geest missen dat ook niet snel zullen erkennen. Ook externe begeleiding is nog geen garantie en vraagt dan het nodige van de senioriteit van de adviseur.