Hoewel het thema circulariteit steeds meer aandacht krijgt, verloopt de ontwikkeling van circulair bouwen nog traag. De hele bouwsector, inclusief woningcorporaties als opdrachtgevers, architecten, adviseurs en bouwers, is gewend om op een meer traditionele manier te werken met lineaire materialen. Deze aanpak biedt vertrouwen en zekerheid, terwijl circulair bouwen soms minder houvast geeft.
Rond het gebruik van circulaire producten en materialen zijn nog veel vragen: Hoe lang blijven materialen van goede kwaliteit? Kunnen materialen effectief worden hergebruikt? Wat zijn de garanties op circulaire producten en wie garandeert de kwaliteit wanneer producten worden hergebruikt? Dit zijn allemaal vragen die de ontwikkeling van circulair bouwen kunnen vertragen. Echter, corporaties hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om bij te dragen aan het verminderen van hun ecologische voetafdruk.
Gelukkig groeit in Nederland de aandacht voor circulair bouwen langzaam maar zeker, deels onder invloed van het rijksbeleid dat is vastgelegd in het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stuurt dit programma aan. Circulair bouwen wordt op Rijksniveau opgepakt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Het tussendoel voor 2030 is dat er 50% minder gebruik is van primaire abiotische grondstoffen (zoals mineralen, metalen en fossiele brandstoffen). Nederland wil in 2050 een circulaire economie hebben. Dat is een economie waarin producten en grondstoffen worden hergebruikt, zoveel mogelijk duurzame hernieuwbare grondstoffen worden gebruikt en nauwelijks afval bestaat.
Een volledig circulaire bouweconomie in 2050 houdt in dat aan de behoefte aan huisvesting en infrastructuur wordt voldaan zonder de draagkracht van de aarde te overschrijden. Hierbij is er geen sprake van afwenteling in de tijd naar volgende generaties, naar andere landen of van verlies van andere sociaaleconomische waarden, zoals het welzijn van werknemers en leveringsrisico’s. Bouwactiviteiten (waaronder nieuwbouw, renovatie en onderhoud) moeten plaatsvinden binnen de grenzen van de planeet.
Om de ambitie van een circulaire bouweconomie te realiseren, zijn er vier belangrijke knoppen waaraan we kunnen draaien:
Figuur 6.1 de 4 knoppen om circulariteit te regelen
We moeten de Nederlandse grondstoffenvoetafdruk verkleinen, zowel vanuit productie- als consumptieperspectief.
Dit kan door kleiner en slimmer te bouwen. Nederland heeft per persoon het grootste woonoppervlak in vergelijking met andere landen. Door slim te ontwerpen, kunnen we op minder vierkante meters toch volwaardige appartementen of huizen realiseren. Kleinere woningen zijn vaak ook goedkoper. Dit is vooral aantrekkelijk voor doelgroepen zoals éénpersoonshuishoudens en ouderen, die minder ruimte nodig hebben.
Het bestaande woningbezit kan ook efficiënter worden benut met slimme concepten. Bijvoorbeeld, Talis heeft in Nijmegen en Wijchen een programma opgezet waarbij woningen gedeeld kunnen worden. Twee huurders, zoals vrienden of familieleden, delen de woonkamer en keuken, maar hebben ieder een eigen slaap- en badkamer. Dit maakt de huur betaalbaarder.
Door deze maatregelen kunnen we niet alleen grondstoffen besparen, maar ook woningen betaalbaarder maken en beter afstemmen op de behoeften van verschillende doelgroepen.
Het is belangrijk om zoveel mogelijk primaire grondstoffen te vervangen door secundaire grondstoffen en duurzame, hoogwaardige biogrondstoffen (biobased materialen). Daarnaast moeten we gebruikmaken van andere beschikbare grondstoffen met een lagere milieuimpact.
Woningcorporaties zoals Wonion en Fien Wonen laten zien dat biobased bouwen niet duurder hoeft te zijn dan regulier bouwen. Voorwaarden zijn wel: dat circulaire principes vanaf het begin worden meegenomen in het ontwerpproces door circulariteit als belangrijk uitgangspunt vast te leggen voor alle stappen in het proces, dat er circulair wordt uitgevraagd bij aanbestedingen en er voldoende expertise aanwezig is of wordt ingeschakeld bij de realisatie van de bouwopgave.
Vooral de ontwikkeling van biobased grondstoffen staat niet stil. Van mycelium worden bijvoorbeeld panelen en vloertegels gemaakt. Oliefantengras (miscanthus) is als materiaal te gebruiken voor structurele bouwonderdelen, zoals platen, panelen en blokken. Deze kunnen worden gebruikt voor muren, vloeren en daken. Ook kan myscanthus worden verwerkt in betonvloeren, waardoor de CO2 impact fors naar beneden gaat. Andere materialen waarmee nu al veel producten worden gemaakt zijn hennep (bijvoorbeeld voor isolatie of bouwblokken), stro, voor (wanden en gevels) en mais (van wandcontactdozen tot keukens).
Ook Aedes zet zich in voor circulariteit, onder meer met de publicatie van het handboek ‘Woningbouw in hout’, vol met voorbeelden en tips over hoe bouwen met hout wel kan.
Handboek ‘Woningbouw in hout’ helpt corporaties met duurzaam en biobased bouwen | Aedes
Het verlengen van de levensduur van producten en onderdelen is cruciaal. Dit kan door hergebruik of en reparatie. Bij nieuwbouw moeten circulaire principes in het ontwerp worden opgenomen, zodat gebouwen en onderdelen in de toekomst herbruikbaar zijn. Dit betekent onder andere het toepassen van losmaakbaar bouwen (een bouwmethode waarin de materialen en producten zo worden toegepast dat ze bij einde levenslop van een gebouw zonder veel product- en materiaalverlies kunnen worden hergebruikt) en het gebruik van materialen die hoogwaardig gerecycled kunnen worden.
Woningen moeten adaptief worden gebouwd, zodat ze eenvoudig kunnen worden aangepast aan de behoeften van verschillende doelgroepen. Momenteel is er een mismatch tussen het aanbod van woningen en de vraag, er is vooral behoefte aan woningen voor éénpersoonshuishoudens en ouderen. De vraag naar deze woningen zal waarschijnlijk alleen maar toenemen. Door woningen zo te bouwen dat ze makkelijk aangepast kunnen worden, maken we de woningvoorraad toekomstbestendig en circulair.
Te veel bruikbaar materiaal verdwijnt nog steeds wanneer woningen worden gesloopt of gerenoveerd. Veel materialen en producten kunnen na een kleine bewerking direct opnieuw gebruikt worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor binnendeuren, sanitair en constructieve elementen. Bij het isoleren van daken worden vaak dakpannen vervangen, terwijl ruim twee derde van de gebruikte dakpannen opnieuw gebruikt kan worden. Dit kan 60% van de CO2-uitstoot van nieuwe dakpannen voorkomen en er zijn minder nieuwe materialen nodig. Ook dubbel glas kan hergebruikt worden; de glasindustrie werkt aan methoden om de afzonderlijke glasplaten los te maken en opnieuw te gebruiken.
Goede sturing op de materiaalstroom zorgt uiteindelijk voor een aanzienlijke CO2-reductie.
Het verbeteren van schone, goed gesorteerde inzamelstromen en het terugwinnen van materialen is essentieel om materialen te recyclen tot een niveau dat gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke materiaal.
Het integreren van circulariteit in de sloop- en nieuwbouw van woningen is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Veel materialen kunnen, al dan niet na een behandeling, opnieuw worden ingezet in het bouwproces. Dit geldt niet alleen voor bakstenen en beton, maar ook voor andere bouwmaterialen.
Er is al veel informatie beschikbaar over circulair bouwen en de mate waarin de toepassing van verschillende principes en materialen kunnen bijdragen aan de circulaire doelstellingen van een corporatie. Ter inspiratie onderstaand de link naar een aantal publicaties:
Een veelgehoorde stelling is dat duurzaam bouwen in het algemeen, en circulair bouwen in het bijzonder, duurder is dan traditioneel bouwen. In het algemeen is hier niet zomaar een eenduidig antwoord op te geven. Voor sommige onderdelen kan afhankelijk van de aanpak en opzet van projecten, circulair bouwen zeker al concurrerend zijn. Het is belangrijk om binnen de organisatie kennis op te bouwen over de mogelijkheden en circulariteit vanaf het begin van het proces mee te nemen, vooral in de aanbestedings- en ontwerpfase. Wanneer circulariteit als randvoorwaarde wordt opgenomen in de selectie van partners, zullen er vanzelf andere, meer duurzame eindproducten ontstaan.
Circulariteit is de laatste jaren klem komen te zitten in de discussie tussen betaalbaarheid, beschikbaarheid en duurzaamheid. De focus ligt sterk op energie en CO2-reductie. Door de gestegen rente en bouwkosten neemt de onrendabele top toe, en komen de Interest Coverage Ratio (ICR) en Loan to Value (LTV) op lange termijn onder druk te staan. Dit maakt het verleidelijk om de nadruk te leggen op beschikbaarheid en betaalbaarheid, en circulariteit voorlopig op een laag pitje te zetten. Dit is echter een gemiste kans. Circulair bouwen kan op veel aspecten (bijna) kostenneutraal zijn. De organisatie mag hier best op worden uitgedaagd om innovatieve oplossingen te vinden. Maar soms zal circulair nog gewoon wat duurder zijn. Het is aan de toezichthouders om hier met elkaar en de bestuurders keuzes in te maken.
Circulair bouwen vereist een andere mindset. Allereerst is het belangrijk om de ambitie vast te stellen. De rijksoverheid streeft naar 50% circulair bouwen in 2030. Hoewel deze regelgeving niet zo afdwingbaar is als het CO2-beleid, is het daarom niet minder belangrijk. Circulariteit kan namelijk ook bijdragen aan het verlagen van de CO2-uitstoot van de corporatie, bijvoorbeeld door materialen te hergebruiken in plaats van weg te gooien. Het Rijk stimuleert biobased bouwen met het programma Building Balance, dat mikt op 30-30-30: 30% van de woningen moet in 2030 voor 30% biobased zijn. Deze doelstellingen helpen om binnen de organisatie de geesten rijp te maken voor circulair bouwen.
De bestuurder en het managementteam moeten hierbij het voortouw nemen in het formuleren van ambities en doelstellingen. Dit moet vervolgens op alle niveaus worden doorvertaald in praktische handvatten naar de afdelingen die verantwoordelijk zijn voor projectontwikkeling, renovatie en onderhoud. Ook in het aannamebeleid van nieuwe medewerkers die direct betrokken zijn bij de bouwopgave, kan de corporatie selecteren op kennis en expertise op het gebied van circulariteit.
Het gevoel bestaat soms dat aandacht voor circulariteit kan afleiden van de grote bouwopgave die voor ons ligt. Corporaties ervaren al vertragingen door ondercapaciteit bij gemeenten en omgevingsdiensten, en regelgeving op het gebied van stikstof en natuurwaarden.
Toch hoeft circulariteit niet verstorend te werken als het tijdig wordt geïntegreerd in de planning. Er zijn uitstekende hulpmiddelen beschikbaar voor circulair aanbesteden. Verschillende corporaties en overheden werken inmiddels volgens de methode van ‘Het Nieuwe Normaal’ (https://www.hetnieuwenormaal.nl/ , waarin circulariteit een integraal onderdeel is. Vaart houden kan ook door samenwerking. Op nationale schaal zijn tien bouwstromen (gezamenlijke grootschalige aanpak van nieuwbouw en/of renovatie) gestart om de nieuwbouw- en verduurzamingsopgave gezamenlijk aan te pakken. Deze schaalvergroting en conceptueel bouwen kunnen helpen om de bouw- en renovatieproductie op peil te houden. Voor toezichthouders goed om het gesprek aan te gaan of het samenwerken met andere corporaties in de regio in bouwstromen meerwaarde biedt en of deze kunnen bijdragen aan het halen van de duurzame doelen van de corporatie,
Bij circulair bouwen is het belangrijk om huurders vanaf het begin mee te nemen in het proces. Bewoners hebben vaak minder moeite met circulaire materialen aan de buitenzijde of in constructieve elementen (zoals hergebruik van stenen, beton, en dakpannen) dan aan de binnenkant van de woning. Bewoners moeten soms wennen aan het idee dat ze anders moeten omgaan met warmte en ventilatie, of dat ze geen volledig nieuwe keuken krijgen, maar alleen nieuwe onderdelen. In biobased woningen gelden bijvoorbeeld andere regels voor het ophangen van voorwerpen aan binnenwanden omdat de draagkracht van deze wanden soms minder is. Goede communicatie over de keuzes en materialen die de corporatie gebruikt, helpt bij de acceptatie. Voor de toezichthouders belangrijk om het huurdersperspectief altijd mee te nemen in dit type projecten.
Tenslotte een fundamenteel dilemma: moeten corporaties zich nu al druk moeten maken om circulariteit? We zijn toch vooral van het bouwen van woningen? Corporaties kunnen zich echter niet onttrekken aan hun zorgplicht voor huidige en toekomstige generaties. Grondstoffen worden schaarser en de CO2-uitstoot moet drastisch omlaag. Net zoals in andere sectoren circulaire innovaties worden toegepast (bijvoorbeeld auto’s met dashboards van biocomposiet of duurzame verf), kunnen corporaties ook hun verantwoordelijkheid nemen. Hiermee helpen ze niet alleen om de Rijksdoelstellingen te realiseren, maar spelen ze ook een rol in het creëren van een toekomstbestendige leefomgeving.