7

Aanbevelingen

In de vorige hoofdstukken zijn de belangrijkste aspecten van duurzaamheid toe­gelicht en de verschillende dilemma’s besproken. Deze onderwerpen zijn nauw met elkaar verbonden en kunnen niet los van elkaar worden gezien. Daarom beschrijven we in dit hoofdstuk enkele integrale aanbevelingen waarmee toezichthouders aan de slag kunnen.

Waar kies je als corporatie voor?

Door de stijgende rente en bouwkosten staat het ‘verdienmodel’ van corporaties onder druk. De inkomsten uit huur dekken vaak niet meer de uitgaven voor nieuwbouw, renovatie en verduurzaming. Tegelijkertijd nemen de wachtlijsten toe en wordt de druk op de woningmarkt steeds groter. Hierdoor komt het onderwerp duurzaamheid ten opzichte van beschikbaarheid en betaalbaarheid verder onder druk te staan.

Veel corporaties kiezen ervoor om energie nog wel mee te nemen omdat dit ook directe voordelen voor huurders oplevert. De vorige hoofdstukken hebben echter duidelijk gemaakt dat onderwerpen als klimaatadaptiviteit en circulariteit op de lange termijn net zo belangrijk zijn.

Hierover moeten de toezichthouders het gesprek in de boardroom voeren. Hoe belangrijk wordt de maatschappelijke verantwoordelijkheid van een corporatie gezien ten opzichte van het opraken van grondstoffen? In welke mate wil en kan een corporatie inzetten op veilige wijken op de lange termijn, met oog op de klimaatveranderingen? Het is belangrijk om te beseffen dat lang niet iedere maatregel of keuze voor duurzaamheid tot extra kosten leidt, zeker niet op de lange termijn. Er zijn genoeg voorbeelden van samenwerking in de wijkaanpak tussen gemeenten en corpo­raties die leiden tot betaalbare plannen. Ook zijn er voorbeelden van circulaire en biobased woningen die corporaties voor ongeveer vergelijkbare investeringskosten hebben gebouwd. Hiervoor is kennis nodig binnen de organisatie, maar ook ­binnen de RvC om het goede gesprek te kunnen voeren.

Sturen op visie bij de energietransitie

Als RvC is het belangrijk om te sturen op een degelijke strategische visie rondom

de energietransitie (warmte en stroom) voor de lange termijn, bijvoorbeeld 20 jaar. Dit is veel langer dan de gebruikelijke termijn van 5 tot 10 jaar voor vastgoedvervangingen en planningen binnen een corporatie. In deze visie moet de corporatie keuzes maken over:

  • de wijze waarop zij haar vastgoed wil verduurzamen;
  • de wijze van samenwerking en afstemming met de gemeente;
  • de aanpak van projecten: is deze vastgoedonderhoud gestuurd of een wijk­gerichte gestuurd en sluit dit aan bij de aanpak van de gemeente(n)?

Als de corporatie kiest voor een andere aanpak dan de gemeente of de strategie niet goed afstemt met de gemeente, kan dit leiden tot onnodige investeringen in het vastgoed of infrastructuur omdat plannen niet zijn afgestemd, niet goed passen in de tijd of bijvoorbeeld qua energievoorziening niet optimaal kunnen worden gerealiseerd. Dit speelt vooral wanneer de gemeente op basis van de Wgiw beslist om aardgas in een wijk af te sluiten.

Ook de keuze over het reserveren van budgetten voor (extra) duurzaamheids­investeringen is belangrijk. De corporatie kan investeringen geheel of gedeeltelijk verdisconteren in de huur, maar kan ook investeren in de energietransitie zonder een directe dekking vanuit een huurverhoging. Dit zijn strategische keuzes, met consequenties voor de inkomsten van de corporatie versus voordelen voor ­individuele huurders.

Leren van koplopers bij klimaataanpak en circulair bouwen

Woningcorporaties bezitten en beheren bijna een derde van alle woningen in ­Nederland. Ze zijn daarmee een onmisbare schakel in het klimaatbestendig maken van de gebouwde omgeving. Omdat juist op het vlak van klimaatadaptatie nog veel in beweging is, moeten corporaties hun krachten bundelen en kennis en ervaring uitwisselen.

Een mooi voorbeeld is het open platform De Groene Huisvesters, waarin intrinsiek gedreven corporatiebestuurders zich inzetten om de transitie naar een duurzame sociale huursector te versnellen. Het platform heeft diverse toolboxen ontwikkeld op het vlak van klimaatadaptatie, zoals de Hittetoolbox. Een Tuinengroep start in 2024 met het ontwikkelen van een toolbox voor woningcorporaties.

De Groene Huisvesters werkt samen met het Kennisportaal Klimaatadaptatie, onder andere door het organiseren van inspiratiesessies waarin concrete initiatieven op het gebied van klimaatadaptatie, circulariteit, mobiliteit, innovatie en samenwerken met bewoners worden gepresenteerd. Klein beginnen, veel leren en snel opschalen is het adagium. Goed samenwerken en leren van ‘best practices’ zijn belangrijk.

Ook op het gebied van circulariteit werken De Groene Huisvesters samen met ­Versnellingslab Circulair Bouwen. In dit samenwerkingsprogramma kunnen woningcorporaties kennis opdoen over voorbeelden van circulair bouwen die verschillende koplopers in de corporatiesector al succesvol en betaalbaar toepassen.

Vooral in het oosten van Nederland bouwen meerdere corporaties met succes op een kleinere schaal biobased woningen tegen vergelijkbare kosten. Ook voeren verschillende corporaties kleinere pilots uit, zij kiezen per project voor de toepassing van een aantal circulaire materialen. Zo kunnen medewerkers ervaring ­opdoen en innovatie binnen de corporatie stimuleren.

Het is zeker het overwegen waard om als corporatie structureel aan te sluiten bij één van deze kennisplatforms en zo blijvend op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen.

Arrow-prev