Huurdersorganisaties van woningcorporaties hebben het recht een bindende voordracht te doen voor leden van de raad van commissarissen¹ (RvC).
De Woningwet bepaalt sinds juli 2015 dat minimaal een derde en maximaal de helft van de commissarissen wordt benoemd op bindende voordracht van de huurdersorganisatie. Voorheen waren dit minimaal twee ’huurderscommissarissen’. De Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) en de Nederlandse Woonbond bieden u met deze publicatie een praktische handreiking voor de invulling van dit recht.
Een huurderscommissaris is geen vreemde eend in de bijt; hij moet aan dezelfde vereisten voldoen als andere commissarissen en verricht zijn/haar werkzaamheden zonder last of ruggespraak en zonder enig bijzonder belang te vertegenwoordigen. Wel zal hij actiever het huurdersperspectief inbrengen.
Met deze handreiking beogen de VTW en de Woonbond een zorgvuldig proces van voordracht te ondersteunen en de kwaliteit en professionaliteit van het intern toezicht te bevorderen. Hoewel deze handreiking zich specifiek richt op de voordracht en benoeming van huurderscommissarissen, zijn veel aanbevelingen ook toepasbaar bij de selectie en benoeming van niet-huurderscommissarissen.
De VTW en de Woonbond moedigen zowel huurdersorganisaties als RvC’s aan om volop gebruik te maken van de aanbevelingen.
Bronia Vermaas-van de Bilt, directeur VTW
Zeno Winkels, algemeen directeur Nederlandse Woonbond
¹ Deze publicatie hanteert, net zoals de wet, de term commissaris.
In de praktijk wordt soms ook toezichthouder gebruikt.