Een huurderscommissaris wordt benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar. Herbenoeming is mogelijk tot in totaal maximaal acht jaar. De huurdersorganisatie besluit of zij de aftredende huurderscommissaris voor een nieuwe termijn wil voordragen.
De huurdersorganisatie heeft het recht om bij het einde van elke zittingstermijn van een huurderscommissaris een kandidaat voor te dragen. Dus niet alleen bij een nieuwe benoeming maar ook bij een herbenoeming.
Als de benoemingstermijn van een huurderscommissaris eindigt zal de RvC allereerst moeten vaststellen of de algemene profielschets voor de RvC en het specifieke profiel voor de huurderscommissaris nog voldoen. Hierbij betrekt de RvC de huurdersorganisatie. Zie ook de aanbevelingen in hoofdstuk 4 paragraaf 2.
Na vaststelling van de actuele profielschetsen toetst de RvC of de huurderscommissaris die voor herbenoeming in aanmerking wil komen hier nog aan voldoet. Daarbij betrekt de RvC ook zijn oordeel over het functioneren van de huurderscommissaris binnen de RvC.
De huurdersorganisatie motiveert haar keuze als deze afwijkt van de aanbeveling van de RvC. In dat geval doen de RvC en de huurdersorganisatie er verstandig aan om daarover met elkaar in overleg te treden.
Bij zijn verzoek om een bindende voordracht deelt de RvC gemotiveerd mee of hij de aftredende commissaris ziet als een geschikte kandidaat voor een volgende periode.
De huurdersorganisatie weegt dit mee bij haar eigen afweging en besluit of de aftredende huurderscommissaris voor een nieuwe termijn wordt voorgedragen of dat er een nieuwe kandidaat wordt gezocht. Als dit afwijkt van de aanbeveling van de RvC motiveert de huurdersorganisatie haar besluit. De RvC en huurdersorganisatie doen er verstandig aan om daarover met elkaar in gesprek te gaan.
Een fusie brengt meestal veel veranderingen met zich mee, waaronder een nieuwe RvC. De RvC van de fusiecorporatie dient, zoals iedere andere RvC, voor minimaal een derde en voor maximaal de helft uit huurderscommissarissen te bestaan.
Na een fusie ontstaat een nieuwe organisatie met veelal een andere strategie, omvang en complexiteit. De benodigde competenties en ervaringen binnen de RvC kunnen hierdoor aanzienlijk veranderen.
Het is daarom raadzaam om nieuwe profielschetsen op te stellen voor de RvC van de fusiecorporatie en op basis hiervan commissarissen te selecteren. Eenvoudigweg de bestaande raden samenvoegen is geen verstandige keuze. Wel kan er uit een oogpunt van continuïteit reden zijn om niet allemaal nieuwe commissarissen te benoemen.
Een corporatie die na de fusie juridisch opgaat in de corporatie die na de fusie juridisch wordt voortgezet, wordt ‘verdwijnende rechtspersoon’ genoemd. De overnemende corporatie is de ‘verkrijgende rechtspersoon’.
Bij een fusie treden alle zittende commissarissen van de verdwijnende rechtspersoon af. Wanneer zij, na selectie op basis van de nieuwe profielschetsen, toetreden tot de RvC van de verkrijgende rechtspersoon, wordt dit door de Woningwet niet aangemerkt als een (her)benoeming voor de toets geschiktheid en betrouwbaarheid (artikel 30 lid 4 Woningwet).
De zittende commissarissen van de verkrijgende rechtspersoon stellen hun zetels ter beschikking. Wanneer zij, na selectie op basis van de nieuwe profielschetsen, hun zetel weer innemen is dit geen (her)benoeming voor de toets geschiktheid en betrouwbaarheid. Commissarissen die niet worden geselecteerd, omdat zij bijvoorbeeld niet voldoen aan de nieuwe profielschetsen, treden af.
Er is geen nieuwe bindende voordracht van de huurdersorganisatie vereist voor zittende huurderscommissarissen die op basis van de nieuwe profielschetsen worden geselecteerd in de RvC van de verkrijgende rechtspersoon.
Het vereiste van bindende voordracht geldt wel, indien één of meerdere nieuwe huurderscommissarissen worden benoemd. Ook is dan, evenals bij de benoeming van nieuwe niet-huurderscommissarissen, een toets geschiktheid en betrouwbaarheid met een positieve zienswijze nodig.