Bij een afbouw in vier jaar is het schema als volgt
Afbouwjaar |
Hoeveel moet er worden afgebouwd? |
1e afbouwjaar
|
De afbouw is 25% van het verschil tussen:
• de werkelijke bezoldiging van het laatste jaar vóór het afbouwjaar en
• de maximale bezoldiging volgens de klassenindeling van het 1e afbouwjaar.
De maximaal toegestane bezoldiging is dan gelijk aan de werkelijke bezoldiging van het laatste jaar vóór de afbouw -/- de afbouw.
NIEUW : Startpunt afbouw bij eerdere vrijwillige verlaging van de bezoldiging(3)
Als de bezoldiging al eerder vrijwillig is verlaagd, dan mag bij deze berekening worden uitgegaan van de hoogste werkelijke bezoldiging in de laatste vijf* jaar vóór het eerste afbouwjaar. De bezoldiging in het eerste afbouwjaar mag daarbij echter niet hoger uitkomen dan het jaar daarvoor.
|
2e afbouwjaar
|
De afbouw is 33 1/3 % van het verschil tussen:
• de werkelijke bezoldiging van het 1e afbouwjaar en
• de maximale bezoldiging volgens de klassenindeling van het 2e afbouwjaar.
De maximaal toegestane bezoldiging is dan gelijk aan de werkelijke bezoldiging van het 1e jaar -/- de afbouw.
|
3e afbouwjaar
|
De afbouw is 50 % van het verschil tussen:
• de werkelijke bezoldiging van het 2e afbouwjaar en
• de maximale bezoldiging volgens de klassenindeling van het 3e afbouwjaar.
De maximaal toegestane bezoldiging is dan gelijk aan de werkelijke bezoldiging van het 2e jaar -/- de afbouw.
|
1 januari van het 4e jaar
|
De maximaal toegestane bezoldiging is gelijk aan het WNT-maximum volgens de klassenindeling in het 4e jaar.
|
* Het jaar 2012 mag niet in deze berekening worden meegenomen, omdat er over dat jaar geen WNT-bezoldiging is vastgesteld.3 Zie Beleidsregels WNT 2018 , artikel 11a.
In de praktijk ziet dit er bijvoorbeeld als volgt uit.
Basisgegevens (jaarrekening) |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
Klasse
|
D
|
D
|
D
|
D
|
|
Werkelijke bezoldiging (jaarrekening)
|
€ 133.000
|
€ 134.000
|
€ 132.000
|
€ 132.000
|
€ 132.000
|
Individueel WNT-maximum
|
€ 228.599
|
€ 112.400
|
€ 112.400
|
€ 113.000
|
€ 114.000
|
Overschrijding
|
€ 0
|
€ 21.600
|
€ 19.600
|
€ 19.000
|
€ 18.000
|
Prognose afbouw bezoldiging WNT |
2018 1e afbouw jaar |
2019 2e afbouw jaar |
2020 3e afbouw jaar |
2021 op norm |
a. Bezoldiging vorig jaar |
€ 132.000 |
€ 130.000 |
€ 126.000 |
€ 122.000 |
b. Individueel WNT-maximum |
€ 118.000 |
€ 118.000 |
€ 118.000 |
€ 118.000 |
c. Overschrijding t.o.v. WNT-norm |
€ 14.000 |
€ 12.000 |
€ 8.000 |
€ 4.000 |
d. Afbouw in % overschrijding |
25,0% |
33,3% |
50,0% |
100,0% |
e. Afbouw in € |
€ 3.500 |
€ 4.000 |
€ 4.000 |
€ 4.000 |
f. Vermindering afbouw vanwege eerdere verlaging* |
€ 1.500 |
|
|
|
g. Maximaal toegestane bezoldiging (a -e + f) |
€ 130.000 |
€ 126.000 |
€ 122.000 |
€ 118.000 |
* Toegestane vermindering op grond van Beleidsregels WNT 2018, artikel 11a lid 2 Correctie uitgaande van de hoogste bezoldiging 2013-2017, € 134.000 in 2014.
De Rekentool van http://www.topinkomens.nl is een handig hulpmiddel om de afbouw voor de komende jaren te (laten) berekenen.
Let op: de Rekentool houdt geen rekening met vrijwillige verlagingen en toekomstige indexeringen van het WNT-maximum. De berekening moet dus jaarlijks opnieuw worden gemaakt aan de hand van de actuele gegevens. Door de indexering zal de afbouw in de praktijk dan wat lager uitkomen.
De Rekentool wordt in januari 2018 nog aangepast aan de veranderingen in de regelgeving.
In situaties waarin het WNT-maximum over 2014 hoger was dan het WNT-maximum in 2016 is nog een extra afbouwstap ingelast. In vier stappen wordt afgebouwd naar het WNT-maximum 2014 en vervolgens in twee stappen van 50% naar het actuele WNT-maximum.
Bij kleinere overschrijdingen van het WNT-maximum verloopt de afbouw soms sneller dan de wettelijke termijn omdat het WNT-maximum door indexering inmiddels is verhoogd. Vanaf het moment dat de bezoldiging onder het bezoldigingsmaximum komt wordt er niet meer afgebouwd. Er ontstaat weer ruimte om de bezoldiging te verhogen. Dat betekent overigens niet altijd dat de bezoldiging van de bestuurder dan ook automatisch weer wordt verhoogd. Of dat gebeurt is afhankelijk van de afspraken in de arbeidsovereenkomst tussen de RvC en de bestuurder.
Het is aan te bevelen om tijdig afspraken vooraf te maken over de ontwikkeling van de bezoldiging na de afbouwperiode.
Bovenstaande berekeningen en ook de Rekentool gaan uit van een fulltime dienstverband. Bij parttime werken wordt uitgegaan van het WNT-maximum van de klassenindeling, vermenigvuldigd met de deeltijdfactor.
De maximaal toegestane bezoldiging in het afbouwjaar wordt naar rato gecorrigeerd (aantal kalenderdagen van het dienstverband gedeeld door 365).